De sociale structuur van Schouwen-Duiveland Dick van der Wouw dig samenstellen tot een regionale identiteit. Daarvoor is te vaak sprake van conflicterende beelden. Vooral vanuit de sectoren landbouw, recreatie toerisme, wonen en natuur worden vaak uiteenlopende beelden gepresenteerd. Daarbij gaat het niet alleen om de beelden van betrokkenen (bewoners, ondernemers, toeristen), maar ook om beelden die vanuit de media en de kunsten van plattelandsgebieden en vanuit pro fessionele organisaties worden gepresenteerd. Toch is het belangrijk om op basis van uiteenlopen de beelden een duidelijke regionale identiteit te ont wikkelen. Versterking van de identiteit van Schouwen- Duiveland als plattelandsgebied kan bijdragen aan een herkenbaar onderscheid tussen stad en platteland, een onderscheid dat op zichzelf als een ruimtelijke kwaliteit kan worden beschouwd. Een duidelijke en sterke identi teit kan een belangrijke rol spelen in het debat met hoge re overheden over strategische toekomstvisies.10 Ver sterking van de regionale identiteit als plattelandsgebied kan ook de marktpositie van regionale producten ver sterken en zo bijdragen aan de regionale welvaart. Een regionale identiteit als plattelandsgebied kan tenslotte de bewoners van Schouwen-Duiveland de mogelijkheid geven zich in culturele zin van anderen te onderscheiden. Noten 1. Frans Thissen (1984), Vertrekkers uit kleine kernen. Vrije Universiteit, Amsterdam. 2. Frans Thissen (1996), Schaalvergroting: achtergronden en de gevolgen voor bewoners van Schouwen-Duiveland. In Kroniek van het Land van de Zeemeermin, 21, p. 75-84. 3. Het afbakenen van woonkernen is op Schouwen-Duiveland niet eenvoudig. Naast de 17 in het provinciale ruimtelijk beleid onderscheiden woonkernen, zijn er nog 'gereduceerde dorpen' (zoals Brijdorpe), gehuchten (zoals Schuddebeurs), recreatie dorpen (Nieuw-Haamstede), en het 'verlaten dorp' Koudekerke. 4. Frans Thissen (1995), Bewoners en nederzettingen in Zeeland: op weg naar een nieuwe verscheidenheid. Universiteit van Amsterdam, Amsterdam. 5. Ik ontleen deze opsomming aan Leo de Klerk (1999), Rust en Rijk dom. In: De schoonheid van het platteland. VROM-raad, Den Haag. 6. Zie de zojuist verschenen dissertatie van B. Elbersen (2001), Nature on the doorstep; the relationship between protected natural areas and residential activity in the European countryside, Alterra Wageningen. 7. In dit verband kan worden gewezen op het concept 'organische ontwikkeling van dorpen' zoals dat in de gelijknamige nota (2001) is gepresenteerd. 8. Zie hiervoor Frans Thissen (1998) 'Het Zeelandgevoel. Recreatief wonen aan de Zeeuwse kust' In: J. Hauer, B. de Pater, L. Paul K. Terlouw: Steden en streken. Assen: Van Gorcum. 9. Hans van Liefland (2001), De identiteit van het landschap op de Nederlandse Waddeneilanden. Historisch Geografisch Tijdschrift, 3, p. 94-107. 10. Zie bijvoorbeeld de discussie naar aanleiding van Zeeland Nationaal Landschap in Wantij (oktober 2001). Schouwen-Duiveland is een gemeente die serieus bezig is met het verbeteren van de communicatie met de burger. Om te komen tot een door de bevol king gedragen en ook betaalbare sociale infrastruc tuur" is de gemeente in 1999 samen met Scoop, Zeeuws instituut voor Zorg, Welzijn Cultuur, een project gestart. Er zijn veel gesprekken gevoerd met dorpsraden, ambtenaren, bestuurders en organisa ties. In alle kernen is met burgers gediscussieerd over het gemeentelijke beleid. Inmiddels ligt er een door Scoop in samenspraak met burgers en organi saties gemaakte sociale structuurschets, waarin Schouwen-Duiveland sociaal, economisch en ruim telijk in kaart is gebracht. Het is een document met draagvlak geworden. De conclusies en aanbevelin gen in die structuurschets zijn door de gemeente raad overgenomen. De directe leefomgeving blijkt voor mensen - juist ook in een tijd van mondialisering - van groot belang. Men ervaart de lokale omgeving als uniek en wonen, werken, recreëren begint altijd vanuit 'thuis'. Mensen willen investeren in die thuisomgeving. Overheden hebben tot taak daar goede voorwaarden voor te scheppen. Zij willen een infrastructuur ontwikkelen en in stand houden, waar mensen zich ook 'thuis' in kunnen voelen. Het blijkt niet altijd even gemakkelijk om de wensen van burgers en de mogelijkheden van overheden met elkaar te verbinden. De lokale over heid ziet zich vaak voor een schier onmogelijke taak om keuzes uit te leggen vooral als zij met handen en voeten gebonden is aan rijks- en provinciaal beleid. 37 Zeeuws Tijdschrift 2002/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 39