had hij ampel tijd om te schrijven en zijn lessen voor te bereiden. Hij vond zelfs dat hij veel werk had. 'Gij ziet dus dat ik druk genoeg werk. Dit is hier verplig- ting. Deed ik het niet dan werd mijne mediocriteit zoo ver beneden parie, dat ik van mij zeiven een hor reur zou krijgen. En dat liefst niet.' Toch kan uit de brief afgeleid worden, dat hij voldoende vrije tijd had. Zo maakte hij na de avondmaaltijd altijd een wande ling. In de negentiende eeuw was wandelen een pas sie van velen. Leidse studenten vertraden zich suf, dus wekt het geen verbazing dat hij daarover het eerst iets aan Veth meldde. 'Wandelingen die mooi zijn heeft men hier niet. 't heeft veel van Dordt, er is vlak aan de stad een goede aanleg, zelfs vrij wel en eene wande ling naar Noordgouwe is ook dragelijk, schoon verwij derd van de schoone streken van Goes.' Die wandel partijen naar Noordgouwe bleven uiteindelijk niet zonder resultaat, want daar raakte hij op vrijersvoeten met zijn Johanna. Naast wandelen was Moll gewend te schermen en paard te rijden. Die sporten kon hij in Zierikzee kenne lijk niet beoefenen. 'Nu troost ik mij met het billiard en speel vast zaterdags avond mede pot.' Ook ging hij dikwijls naar concerten die regelmatig in Zierikzee gegeven werden. Voor de muziekkenner Moll moet dat niet altijd even aangenaam zijn geweest want vol gens hem was er 'Niemand die zijn partij speelt maar ik ga er heen. i. om in stand te houden iets, wat niet moest bestaan. 2. om mijn fatsoen. 3. om eens uitte- gaan'. 4. om de meisjes eens te zien; en als men dan er een treft, die aardig is, en een blooten hals heeft dan kan men zich ligt een half uur best amuseeren.' Vervolgens geeft hij Veth een beschrijving van hoe hij zijn zondag doorbracht. 'Ik stond over 9 op, ont beet comfortable lang, verschoonde mij met wasserin- gen als een Arabier, las een en ander [op dat moment las hij George Sand die hij zeer bewonderde: 'God wat schrijft die vrouw een stijl! Wat heeft zij grootsche idéés.'] en wandelde begunstigd door het heerlijke weer, dat zich gunstig voordoet door het gezelschap van de schutterij, de muziek en vele dames. Daarop naar de kroeg, eten, wandelen, en toen na mr. Kroef, waar ik affreus lang heb zitten babbelen, daarop naar huis.' Overigens zijn hier geene schoonheden Dat de vrijgezel Moll geïnteresseerd was in vrouwelijk schoon stak hij voor Veth allerminst onder stoelen of banken. Bijna de helft van de brief draait er om en enkele geschikte en minder geschikte huwelijkskandi daten passeren de revue. 'Zijn er philistijnen er zijn ook meisjes. Zijn er ook philistijnse meisjes? Helaas dat geloof ik wel Maar bij Jacob Boeije zijn twee zusjes een niet lelijk; die zijn wel. Bij mr. Kroef mijn curator zijn er drie. Een die lelijk, een die niet mooi, en een die wel mooi is. De laatste is de jongste 20 jaar. Zij is niet zonder charmes. Als gij daar een lief gezigt, mooi haar, goede hals, prettige taille voor wilt T. Hillibrand. Stadhuis te Zierikzee, ïgde eeuwse prent. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee. 48 Zeeuws Tijdschrift 2002/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 50