Dialectkaart van 'zuinig'. 'oneerlijk' voor wel 22 bladzijden. 'Bescheidenheid' wordt nauwelijks gewaardeerd door de Vlamingen, er is slechts één blaadje waar men daar iets over terug vindt, terwijl 'verwaand' maar liefst 22 bladzijden toebedeeld krijgt. De reden voor deze grote discrepan tie ligt voor de hand. Mensen worden door negatieve karaktereigenschappen vlugger en dieper geraakt, en zijn bijgevolg ook veel sneller geneigd er met kritiek en kwaadsprekerij op te reageren. En net zoals een dichter in tijden van verdriet vaak de mooiste gedich ten schrijft, ontwikkelt een dialectspreker tijdens dergelijke emotionele momenten de meest sprekende uitdrukkingen. Leven gelijk beesten Opvallend is dat het inderdaad wel zeer vaak om uitdrukkingen gaat. Terwijl in voorgaande WVD- afleveringen vooral met concrete begrippen gewerkt werd, konden de auteurs in deze aflevering niet om de uitdrukkingen heen. Abstracte begrippen zoals karaktereigenschappen, gevoelens en gemoedstoe standen laten zich immers vaak niet met één woord vastleggen. Een mooi voorbeeld daarvan is het begrip 'gierig'. Hoewel dat woord voor iedereen duidelijk is, voelen de meeste dialectgebruikers de aandrang deze eigenschap te omschrijven, soms verbloemend, maar meestal om op die manier gradaties uit te drukken. Niet iedereen is immers in dezelfde mate gierig men kan ze gaarne zien, of geen gever zijn, sommigen komen van Oudenaarde, anderen gaan erin nijpen, er zijn mensen die nauw sluiten, of kribbebijten, men kan duiten schaven, moeilijk lossen, hard van afgaan of taai van trekken zijn, er zijn er die niet gauw lam meren, anderen sluiten lijk een peperdoos of zouden een kei het vel afdoen, men kan de rook uit de kave zichten of een cent in achten bijten, van sommigen wordt gezegd dat ze leven gelijk beesten of zelfs ver gaan van beestigheid, men kan ook doodgaan op een halve cent en tenslotte worden opgegeten van beeste- rij. Maar misschien is gierigheid hier een slecht voor beeld, want dat is nu net een eigenschap die voor de Zeeuwen niet van toepassing is. Echte Zeeuwen schijnen zich beter te voelen bij het zinnetje 'ons bin zuunig'. Op de dialectkaart kan men zien dat zuinig in Zeeuws-Vlaanderen ook het enige woord is dat er voorkomt. In het Belgische deel van Vlaanderen komt zuinig wel sporadisch voor, maar daar is het, gezien de overvloed aan andere dialectwoorden, duidelijk standaardtalige invloed. Overigens, zoals de Zeeuwen weten, is zuinigheid absoluut geen negatieve eigen schap. Dat is ook duidelijk uit de etymologie van het woord: het woord is verwant met zien en betekent niets anders dan 'goed toeziend'. Goed toeziend op zijn centjes, met andere woorden, en welke Zeeuw kan daar nu bezwaar tegen maken? 17 Zeeuws Tijdschrift 2006/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 21