Kaart 1: Vogelrichtlijnengebied (LNV, Den Haag). Het donkergrijze gebied is het Nederlandse deel van het beschermde vogelgebied, aangewezen bij Europees besluit. Het Vlaamse - westelijke - deel van het Zwin is 'vogelvrij' gebied. Kaart 2: Zwinstreek (NCI, Brussel). Voorbeeld van het Zwin als grensgeval in de Vlaamse beeldvorming: het houdt op bij de grenspalen 368 en 369. Vogelperspectief Stel je vliegt als vrije vogel langs de kust, denkt ha! een foerageergebied en je landt in het rijke Zwin, vervolgens blijk je onwetend in het Vlaamse deel te zitten, wat helaas betekent dat je volgens de kaart geen bescherming geniet van de voor jou goedbe doelde Vogelrichtlijnen uit 'Brussel', je zit aan de verkeerde kant van de lijn; is dit een grensgeval? Staatsrechtelijke vereisten en andere belangen hebben hier klaarblijkelijk roet in het eten gestrooid en tot deze merkwaardige opdeling van het Zwin geleid. Eenzelfde soort grensgeval is te zien op een kaart uitgegeven door nota bene het Nationaal Geografisch Instituut van België 2004 (kaart 2). Het is een speciale Zwinstreek Kaart waarop het Zeeuwse deel van het Zwin terra incognita lijkt; vanuit het kleurrijke Vlaamse deel komend is het Zeeuwse deel een levenloze vlakte. Habitat Is er dan geen samenwerking? Zeker, de Internationale Zeedijk (1872) die het Zwin omarmt, vormt een goed voorbeeld. De illustere namen van Willem en Leopold, verleend aan de daardoor ontstane polder leveren het bewijs van royale samenwerking. Een ander voorbeeld van recentere datum is het overleg tussen Nederland en België over de Ontwikke- lingsschets voor het Schelde-estuarium tot 2010 die uitge werkt wordt door een gezamenlijke projectorganisatie Proses20io. In dit plan wordt voor de scheepvaart op Antwerpen een derde verdieping van de Schelde aangekondigd; daarnaast wordt 600 hectare nieuwe estuariene (getijden)natuurontwikkeling in het plan voorzien. Het verlies aan natuurlijke waarden dat in de afgelopen decennia is opgetreden moet hersteld worden en beheersing van de risico's die toch aan de uitdiepingen kleven is nodig. Ook de Europese Vogel-, en Habitatrichtlijn maakt nieuwe natuur gewenst. In een brief van minister Veerman (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) aan Gedeputeerde Staten van Zeeland werd de noodzaak van 600 hectare buitendijkse natuur nog eens bevestigd en weten schappelijk onderbouwd. Volgens een bericht van 22 september 2005 in de PZC heeft Veerman ver zekerd dat de 600 hectare in het eerste beheersplan Habitatgebied Westerschelde 2008-2014 worden opgeno men. Provinciale Staten van Zeeland hebben genoe gen genomen met de onderbouwing van de plannen en een positief besluit genomen. Het Vlaams-Nederlands overleg is daarom van belang omdat als onderdeel van deze 600 hectare getij dennatuurontwikkeling voorstellen zijn gedaan om het Zwin opnieuw in te richten en uit te breiden. Het bestuurlijke overleg hierover vindt plaats op bewindsliedenniveau maar het streven is dit in de toe- 26 Zeeuws Tijdschrift 2006/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 30