ONZE GELUKKIGE BUURVROUW,
HET BEWONDERENSWAARDIGE ZEELAND
Vlaamse kunstenaars in Zeeuwse kunstenaarsdorpen
Ed ga rd Tytgat, Tussen Veere en Vlissingen (Kleverskerke)1932, aquarel op papier, 35
x 51 cm, particuliere collectie. Met dank aan Galerie De Vier Gemeten, Middelburg.
Zeeland, in het bijzonder Walcheren, wordt van oudsher bezocht door kunstenaars die
zich verlustigen in de weidse schoonheid ervan en er ai dan niet met regelmaat tot
creatieve uitingen worden geïnspireerd. Nederlands 'Gouden Eeuw' trok vanaf haar
nadagen Belgische beeldende kunstenaars die na hun academietijd de Hollandse barok-
kunst met eigen ogen wilden zien. Hoewel de reis naar het zuiden, richting Frankrijk of
Italië geliefder was, gold een studiereis naar het land van Ruysdael en Cuyp voor land
schap- en marineschilders bijna als een must. Niet zelden reisden zij - zeker na lezing
van Charles de Costers La Zélande (1847) - over Zeeland. Na de opkomst van de kun
stenaarskolonie, rond 1830, werden Zeeuwse plekjes een doel op zich.
Francisca van Vloten
De kunstenaarskolonie als verschijnsel was in de eer
ste helft van de negentiende eeuw ontstaan, toen de
kunstenaars, vooral de schilders, naar buiten begon
nen te trekken. Zij werden daarbij zowel gedreven
door het verlangen naar een eenvoudiger, natuurlijker
bestaan als de wens het academisme in de kunst van
zich af te schudden. Afgezien daarvan was het leven
op het land relatief goedkoop. Met de opkomst van het
en plein air schilderen werd het landschap van achter
grond tot onderwerp van hun werken.
Franse en later ook buitenlandse schilders trok
ken naar Barbizon in de bossen van Fontainebleau
en het iets zuidelijker aan een rivier gelegen Grez-
sur-Loing, vervolgens naar plaatsen als Pont-Aven
en Concarneau aan de kust van Bretagne, waar het
bestaan nog primitiever en ruiger was.
In navolging van Barbizon ontstonden op veel
plaatsen in West-Europa kleine of grotere kolonies van
kunstenaars, in het Engelse St. Ives bijvoorbeeld, het
Duitse Worpswede, het Hongaarse Nagybanya, het
Russische Abramcevo ten noordwesten van Moskou,
het Deense Skagen en in Nederland in Oosterbeek,
Katwijk, Laren, Domburg en Bergen.
Domburg
Hoewel Domburg zich pas omstreeks 1903 werkelijk
tot een kunstenaarskolonie begon te ontwikkelen,
brachten Belgische kunstenaars als Emile Claus,
Camille Van Camp en Euphrosine Beernaert er in
de jaren zeventig van de negentiende eeuw al enkele
of meer zomers door. Zij logeerden met vele andere
gasten in het bij Domburg gelegen buitenverblijf
30 Zeeuws Tijdschrift 2006/1-2