Nanda Runge, Veilig, 2005, Chinese inkt op papier, 29,7 x 42 cm maken. Ik koos ervoor om te beginnen met een aantal gezamenlijke activiteiten, die zowel sociaal als artis tiek van aard zijn. Eind dit jaar kunnen we allemaal terecht in een gastatelier in Goes, in een pand waar een aantal van ons permanent werkt. Dan krijgt ieder een ruim de gelegenheid om eikaars werk te leren kennen. Daarna vindt een tentoonstelling plaats van kunstwerken die al dan niet net tot stand zijn geko men. Het werkproces staat voorop; het resultaat hoeft niet exposabel te zijn.' Het klinkt nogal verwonderlijk, dat uitgerekend kunstenaars, van wie toch bekend is dat het solisten zijn, zich verenigen. Dit is dan ook het actieve destillaat van een grotere groep die betrokken was bij de zomera- telier workshops, zo wordt bevestigd. Bovendien kende Zeeland al eerder kunstenaarskringen. Wat nu, anno 2005, opvalt, is het zelfbewustzijn van deze mensen die weten dat ze elkaar nodig hebben om hun werk te ontwikkelen, en naar buiten te brengen. Zijn de 'Zeeuwse Nieuwe' te beschouwen als de belichaming Economisch of maatschappelijk geëngageerd: Zeeuwse Nieuwe onder de loep Zeeland oefent al sinds mensenheugenis een grote aantrekkingskracht uit op kunstenaars. Mondriaan, Toorop en vele anderen kwamen er voor de rust, het licht en de leegte. Ideale omstandigheden om artis tieke geesten in beweging te zetten. Maar deze karak teristieken zetten nou niet echt aan tot een economi sche opvatting van het kunstenaarschap. Interessant, dacht ik, om deze stelling eens te toetsen bij de Zeeuwse Nieuwe. Dat kunstenaars zelfstandig ondernemers moeten worden als het aan de overheid ligt, is niets nieuws onder de zon. Velen, vooral in de verstedelijkte gebieden, van de opleving van het Zeeuwse kunstleven? Of is deze nieuwe formatie niet meer dan een handige pr- tool van eagere kunstenaars die zich realiseren dat ze zich wel moeten bundelen, willen ze hun carrière in de provincie van de grond krijgen? 37 Zeeuws Tijdschrift 2006/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 41