eeuw ging men waarde hechten aan het monumen tale karakter van het gebouwencomplex, hetgeen resulteerde in een ingrijpende restauratie. Het vierde (slot)hoofdstuk behandelt de jongste periode van na 1940. Na het bombardement op 17 mei wordt de Abdij herbouwd en keren de meeste provinciale instel lingen na verloop van jaren terug. Die hele ontwikke ling wordt ook mooi 'uitgelegd' in vier plattegronden op de schutbladen, die respectievelijk de toestand van ca. 1570, 1680, 1900 en 1975 weergeven. De Abdij van Middelburg is een ruim en kloek, zij het wat plechtstatig vormgegeven boek. Het project was nog een idee van de bekende M.P. de Bruin, levenslang Abdijpropagandist. Voor de totstandko ming is een speciale Stichting Abdijboek in het leven geroepen, met als voorzitter gedeputeerde Harry van Waveren. 'Het Abijdcomplex is nooit besloten geweest,' zegt hij in zijn door een enkel zetfoutje ont sierde 'Woord vooraf', 'maar met dit boek is ook haar (sic) geschiedenis voor een breed publiek toegankelijk gemaakt'. Het gaat daarbij toch óók om publiek met een iets bredere beurs, vooral wanneer men het boek na 1 oktober 2006 wil aanschaffen - het is dan weer tien euro duurder. Een dikke paperback had wellicht een groter lezerspubliek bereikt, maar dan hadden we wel een monumentaal boek gemist. Kleine, deels subjectieve puntjes van kritiek zijn er zeker. Plaatsing van het notenapparaat achterin is een garantie dat dit, behalve door enkele diehards, ongelezen blijft. Ook de archeologische onderzoekingen in de Abdij en directe omgeving, die toch óók deel uitmaken van de geschie denis van het complex, komen er opvallend bekaaid af. Desalniettemin: een aanwinst, dat Abdijboek. De culturele regressie van de klederdrachten Jeanine Dekker (eindred.), Katie Heyning (beeld- red.), De Zeeuwse streekdrachten 1800-2000. Zwolle: Waanders uitgevers i.s.m. Stichting De Zeeuwse Streekdrachten, 2005. ISBN 90 400 9105 6, 49,95. Paul Brusse en Willem van den Broeke, Provincie in de periferie. De economische geschiedenis van Zeeland 1800-2000. Utrecht: Uitgeverij Matrijs, 2005, ISBN 9°-5345-277-X, 49,95. Twee standaardwerken verschenen in én gewijd aan dezelfde periode. Beide beschrijven echter tegen overgestelde tendensen in de Zeeuwse geschiedenis: behandelt De Zeeuwse streekdrachten (van hetzelfde redactieduo als De Abdij van Middelburg) een onder werp van culturele regressie, namelijk de 'terugval' in isolationisme met de opkomst van de regionale en plaatselijke klederdrachten in de negentiende eeuw, Provincie in de periferie beschrijft de moeizame strijd om economische vooruitgang en modernisering in Zeeland in de periode tussen 1800 en 2000. Streekdrachten als signalen van culturele en eco nomische regressie - het algemene imago van Zeeland wordt al langer dan een eeuw in grote mate door de drachten bepaald, of men dat nu betreurt of niet. Ze vor men een toeristische trekpleister bij uitstek en dat heeft dan weer voor, zij het bescheiden, toeristisch-economi- sche opgang gezorgd. Zeeland kende in het verleden zo'n zestien verschillende streekdrachten; het boek volgt de ontwikkeling van al deze kostuums op de voet, met ruime aandacht voor de achtergronden van de ontwik kelingen in de streekdrachten - want in tegenstelling tot het bucolische imago van de Zeeuwse drachten waren ze opvallend dynamisch en steeds aan verandering onderhevig. De drachten, die zo'n sfeer belichaamden van standvastigheid, houw en trouw en overgeërfde onkreukbare deugden, zijn eigenlijk een recent en tamelijk vluchtig fenomeen, dat inmiddels vrijwel alleen een fossiel Nachleben kent in boerendansgroepen, folklo ristische manifestaties en toeristische promotie. In De Zeeuwse streekdrachten lezen we er alles over: deskundige auteurs als Han van den Broeke, Frans Dingemanse en Jan Zwemer portretteren de streekdrachten met al hun veranderingen onder invloed van de burgermode, de vervaardiging van en handel in stoffen en kleding, de betekenissen in het sociale verkeer op het platteland. 'Inzoomende' onderwerpen gelden de Zeeuwse streek- sieraden en het boerenzakmes; 247 kleurenfoto's en 136 zwartwitfoto's verluchten het geheel. Jammer is dat de auteursnamen niet ook bij de hoofdstuktitels staan, dat zou een hoop zoekwerk sche len. Ook is er wellicht sprake van een al te exclusieve 'folkloristische mentaliteit' bij verschillende auteurs. In de inleiding en de chronologisch geordende stuk ken over 'De Zeeuwse samenleving' zou misschien prominenter of meer helder uiteengezet moeten zijn dat, zoals de Zeeuws-Vlaamse geschiedenisstudent Jan de Putter eens raak zei, 'de burgerdracht niet uit de streekdracht is ontstaan, maar de streekdracht uit de burgerdracht', met lijnen naar de diverse economisch- en cultuurhistorische determinanten. 53 Zeeuws Tijdschrift 2006/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 57