Deze familie heeft een behoorlijke steen bijgedragen aan de ontwikkeling van de cartografie in Nederland. Verschillende leden hebben gedurende tientallen jaren veel zeer nauwkeurige kaarten geproduceerd van Walcheren, Zeeuws-Vlaanderen, Lopiker Waard en ook zeker Tholen. Niet alleen op basis van eigen metingen werden de kaarten vervaardigd. Ook een heel stel oudere kaarten werden door hen, al dan niet verbeterd, gekopieerd. Hoe komt het dat deze familie ook op Tholen actief is geweest? En wat hebben zij hier vervaardigd? Familieachtergrond De Zeeuwse stamvader van deze familie is Abdias Hattinga. Naar alle waarschijnlijkheid is hij in Sneek opgegroeid en was predikant van beroep. In 1694 wordt hij, wonend in Leeuwarden, beroepen in Midwolde en Leek in de provincie Groningen. Twee weken later huwt hij Maria Thielenius, dochter van een aanzienlijk Zeeuws geslacht. Al hun vijf kinderen worden te Midwolde geboren. In 1702 wordt Abdias be roepen door de Nederduits Gereformeerde Gemeente te Sluis en hij neemt het beroep aan waardoor een ver huizing naar het verre Staats-Vlaanderen noodzakelijk wordt. Waarom hij koos voor het verre Sluis, dat blijft gissen. Waarschijnlijk zag hij in dat de goede contac ten van de familie van zijn echtgenote kansen bood. In februari van datzelfde jaar vertrekt hij met zijn gezin naar Sluis. Abdias werd mede door zijn echtgenote een aanzienlijk man in het achttiende-eeuwse Sluis. Willem Tiberius Het gezin bestond uit drie dochters en een zoon, Willem Tiberius, in wiens ontwikkeling flink werd geïnvesteerd. Hij gaat in 1718 medicijnen studeren in Leiden, en niet zonder succes. Onder leiding van de bekende professor Herman Boerhave promo veert Willem op 18 januari 1724 op zijn onderzoek in Marseille naar verbreiding van de pest aldaar. Hij is dus opgeleid tot arts, maar de belangstelling voor de cartografie was al eerder ontstaan en tijdens zijn studie in Leiden gevoed door het volgen van geometri sche en wiskundige vakken. Die interesse was gewekt doordat zijn vader Abdias zich al kort na zijn komst in Sluis bezig ging houden met het indijken van stukken land. Willem Tiberius zal van jongs af aan betrokken zijn geweest bij het meten van de nieuw verworven gronden. Abdias Hattinga. Collectie Oudheidkundige Kring 'De Vier Ambachten'. In 1725 vestigde Willem Tiberius zich als legerarts op het fort van Lillo. Ongetwijfeld heeft hij daarvoor ge kozen omdat het voor hem bekend gebied was. Zodra hij daar aankwam ging hij zich bezig houden met het verzamelen van kaarten van het gebied. Van sommige oude kaarten vervaardigt hij kopieën. Die zullen niet altijd even nauwkeurig zijn geweest en daarom bracht Willem Tiberius er verbeteringen in aan op basis van metingen die hij zelf deed om zo nauwkeuriger kaarten te kunnen maken. Er zijn aanwijzingen dat hij reeds in 1724 of 1725 een kaart heeft gekopieerd. De oudste, nog bestaande, kaart van zijn hand is een kopie van een kaart van Santvliet vervaardigd in 1737. Het jaar daarop kopieert, en verbetert, hij een platte grond van Lillo. De kaartenproductie van Willem was bescheiden maar die van zijn beide zonen was evenwel zeer omvangrijk. David Willem Kort na zijn komst in het fort van Lillo maakt Willem Tiberius kennis met de plaatselijke predikant David Coutry. Deze predikant heeft een dochter Anna Maria die de belangstelling trekt van Willem Tiberius. Zodra zij 18 jaar is trouwt het echtpaar in de kerk van het fort. 26 Zeeuws Tijdschrift 2016 4 In Lillo worden vier kinderen geboren. Alleen twee zonen David Willem (1730) en Anthonie (1731) blijven in leven. Zij worden door hun vader onderwezen op het terrein van de landmeetkunde en het tekenen. Vooral de oudste van de twee is een ongekend talent en begint op heel jonge leeftijd al kaarten te tekenen van gebieden die zijn vader opmeet. Op veertienjarige leeftijd produceert hij al een fantastische kaart van Tholen en Sint Philipsland (pagina 28-29). Ongekende details zijn te zien die niet eerder door een cartograaf aan het papier waren toe vertrouwd. Deze kaart beschrijft in de legenda ook de heerlijkheden van Sint-Maartensdijk en Scherpenisse die in die tijd tot het bezit van Willem iv behoorden. Door de kwaliteit van de kaart wordt diens aandacht getrokken. Hij krijgt daarvoor een spoel- of koelvat ten geschenke en zijn vader een opdracht voor een andere kaart. Daarnaast komen de Hattinga's ook in contact met Johan Bodel. Deze Tholenaar wordt in die jaren voorzitter van de Raad van State en heeft dus bijzonder veel invloed op de oorlogsvoorbereiding. Inmiddels rukten de Fransen steeds verder op naar het noorden en komen er opdrachten om het gebied met de linies en forten goed in kaart te brengen. Veel van die op drachten kwamen door die contacten bij de Hattinga's terecht. Oorlogsgebied In 1741 wordt Hattinga overgeplaatst van het fort Lillo naar Tholen om daar garnizoensarts te worden in 's Lands Legerhospitaal. Hoewel dan een roerige peri ode aanbreekt in de geschiedenis laat het verblijf van de familie niet veel sporen na in de archieven van de stad. Op 21 mei van dat jaar legt Willem Tiberius zijn poorterseed af voor de schepenen en in oktober 1742 leveren zij hun attestatie in bij de kerk. Waar de dokter woont is onduidelijk. Er is (nog?) geen bewijs te vinden dat hij in de stad een huis had. Wel dat hij een dienst bode in dienst had en eigenaar van een Phaeton (koets met vier wielen) was. In 1743 verzoeken, en krijgen, zij seclusie van de weeskamer om in geval van overlijden van een van de ouders de weeskamer uit te sluiten. In mei 1747 worden de beide zonen op jonge leeftijd al tot poorters en burgers van Tholen benoemd wat als uitzonderlijk kan worden gezien. Door het Franse gevaar stromen de kaartopdrach- ten bij de Hattinga's binnen. Met name de grensge bieden met hun forten dienen met spoed in kaart gebracht te worden. David wordt al snel na de benoe ming van Willem iv tot stadhouder op 2 mei 1747 als zeventienjarige benoemd tot extraordinaris ingenieur in het leger. Tijdens het beleg van Bergen op Zoom wordt hij op Tholen ingezet bij de versterking van de vesting en de verdedigingslinies. De inname van Bergen op Zoom kunnen ze niet voorkomen. Vader Willem was in mei van dat jaar benoemd tot leger dokter op Zuid-Beveland, maar blijft nog op Tholen wonen. Ongetwijfeld zal hij tijdens het beleg als arts in het legerhospitaal aan het werk zijn gebleven. Helaas geven de Thoolse archieven weinig informatie over de activiteiten van de Hattinga's in dat rumoerige jaar. Op 25 september wordt Willem ernstig ziek en overge bracht naar het legerhospitaal in Goes. Na zijn herstel blijft hij daar en daarmee verlaat de familie Tholen voorgoed. Decennialang blijven ze nog kaarten produ ceren. Vanaf 1744 worden door de Hattinga's op grote schaal kaarten geproduceerd. Een minuutexemplaar houden ze zelf zodat ze meerdere kopieën kunnen blijven maken voor opdrachtgevers. bronnen Gemeentearchief Tholen, archief stad Tholen, 1330-1936: Resoluties van de magistraat van de stad Tholen; Kohieren van het familiegeld. Archief van nh kerk: Acta. Jaarboek 2014-2015 van de Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten te Hulst. Kaarte van het eyland van Tholen, Nieuw-Vosmaar, en Philipland. Opgemeten door Willem Tiberius Hattinga in de jaren 1743 en 1744 en door zijn zoon David Willem Hattinga in januari 1745 voor het eerst op kaart gebracht op veertien jarige leeftijd. Van deze kaart zijn vijf exemplaren bekend. Het nationaal archief bezit een minuut exemplaar dat dateert uit 1749 of later en dat niet geheel is ingevuld en een exem plaar dat voor Stadhouder Willem iv was. De Universiteits bibliotheek Leiden bezit het exemplaar dat bedoeld was voor Johan Bodel en via de collectie Bodel Nijenhuijs in de verza meling van de universiteit is beland. In het Zeeuws Archief berusten ook twee exemplaren. Deze laatste vier exemplaren bezitten eveneens een plattegrond van de stad Tholen. Foto: Gemeentearchief Tholen. 27 Zeeuws Tijdschrift 2016 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2016 | | pagina 14