doek toevertrouwd maar zij voldeden Wolter uiteinde lijk niet als motief. Hoewel zich in Laren een kunste naarskolonie had ontwikkeld en hij deelde in de vele activiteiten op kunstgebied, begon hij te reizen en zijn motieven aan de grote rivieren in ons land te zoeken. Een tijdlang werkte hij op een kleine woonboot. In de periode 1908-1914 verbleef Wolter vaak in Engeland, onder meer in het vissersplaatsje Polperro en de kunstenaarskolonie St. Ives, beide in Cornwall. Daar ontstonden kleurrijke en sfeervolle haven gezichten. Pointilleren vond de kunstenaar te statisch, diviseren lag hem wel. In eigen land exposeerde hij regelmatig en werd hij als een talent gezien. Oorlog Kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, verhuisde het gezin Wolter naar Amsterdam. Vanuit zijn atelierraam keek de schilder op de Amstel uit, het geen een hele cyclus Amstelgezichten teweegbracht. Samen met zijn eveneens in Amsterdam wonende oude vriend Simon Maris zou hij in zijn Amsterdamse periode les gaan geven in het schilderen naar levend mo del, zoals hij dat ook in Laren al had gedaan. Af en toe schilderde hij naakten en een enkele keer legde hij zich toe op (zelf)portretten. Rond 1920 kwamen pastellen en soms olieverven van het werk in confectieateliers, visfi- leerderijen en kristal- en diamantslijperijen tot stand. Vóór de oorlog uitbrak, heeft Wolter al in Zeeland ge schilderd. Omstreeks 1909 maakte hij de stemmingsvol belichte buitenstudie in pastel Zomeravond in Zierikzee, die in 1909 in krachtige kleuren in olieverf werd weergegeven. En in juli 1914 deed hij in Domburg met T H.J. Wolter, Panorama van de stad Tholen (1915) 48 Ze euws Tijdschrift 2016 4 twee schilderijen van Veere mee aan de nog net voor de oorlog gehouden Schilderijententoonstelling. Het waren de hoogtijdagen van de Zeeuwse kunstenaars kolonie die tijdens de Eerste Wereldoorlog geleidelijk ten onder ging. De criticus van de Middelburgsche Courant vond beide als Veere geëxposeerde werken 'matter' dan de twee gezichten op Veere die Theo Van Rijsselberghe had ingezonden. 'En toch is er vooral in het gezicht op den kerktoren veel moois', voegde hij aan zijn oordeel toe, 'door den lichtval onder de boomen en op den weg.' Het moet hierbij wel gaan om Wolters ongeda teerde, fijngevoelig gediviseerde olieverf Veere met Pieterskerk, en wellicht bij het tweede werk om een van zijn relatief kleine havengezichten of een van de twee vrijwel identieke eveneens ongedateerde schilderijen Gezicht op Veere, de een bij bewolkt weer op paneel, de ander bij zonneschijn op doek geschilderd. Het ver schil in prijs was groot: het ene Veere stond voor 600 in de catalogus, het andere voor 300. Door de oorlog gedwongen de jaren 1914-1918 in Nederland door te brengen, werkte Wolter afwisse lend in Amsterdam, langs de kust van de toenmalige Zuiderzee en in Zeeland. Tholen De jubilerende oude vesting- en havenstad Tholen ligt 9 km van Bergen op Zoom en iets meer dan 50 km van Antwerpen. Met de tram kon men sinds 1882 van Antwerpen over Bergen op Zoom tot aan het water van de Eendracht komen. Aan het betrekkelijke isolement kwam pas een einde in 1928, met de openstelling van een brug over de Eendracht. Hoe Wolter in 1915 en 1917 in Tholen kwam, is niet bekend. Waarschijnlijk vanuit Veere, dat herhaaldelijk door hem werd vastgelegd, en over het water. Volgens een van zijn kleindochters huurde hij eens gedurende enkele maanden een huis aan de Kaai in het stadje. Henk Wolter schilderde in 1915 een Panorama van Tholen vanaf torenhoogte. Over het dwarsschip van de Onze Lieve Vrouwekerk heen en over de vele rode pannendaken van de stadskern en de kleine spits van de stadhuistorendie het oudste carillon van Nederland herbergtkijkt men met de schilder mee op de Eendracht en het Noord-Brabantse land erachter. Het warme rood dat zindert op de voorgrond lijkt die zindering op te stuwen en naar de achtergrond van het doek te drijven tot zij als verzadigd boven het water en het Brabantse land hangt met als resultaat een prach tig staaltje luminisme. Het werk bevindt zich nu in de collectie van de gemeente Tholen. Een kleinere en iets andere versie van het werk schilderde Wolter in 1932 op paneel, als verjaardagscadeautje voor Hetty Siedenburg, het dochtertje van de kunsthandelaar Joop Siedenburg. Zou een criticus het schilderij als 'een fraai zonnig gezicht op de kerk van Tholen' hebben kun nen omschrijven? Dan heeft het gehangen op de tentoonstelling, die in 1917 in Veere werd gehouden, evenals Wolters Vaartgezicht met bootje overigens. Dat laatste werk is waarschijnlijk een paneel uit 1915 dat nu bekend staat als Scheepswerf bij Tholen. Het werd in 1988 geveild bij Sotheby-Mak van Waay. Met subsidie van de Vereniging Rembrandt kon het Streekmuseum De Meestoof in St. Annaland het verwerven. Op het in gedempte kleuren en grijstinten uitgevoerde paneel ziet men de scheepswerf van Van Duivendijk bij Tholen, de afgebeelde boot is een hoogaars. Tot de klantenkring van de werf behoorden kunstenaars: in 1929 en 1930 lieten respectievelijk Rudolf Schönberg en Isidoor Opsomer er een hoogaars bouwen. De haven van Tholen werd ook in 1923 door Wolter op paneel vastgelegd. Daarvoor gebruikte hij opnieuw heldere kleuren, wellicht beïnvloed door zijn weer op gevatte buitenlandse reizen. Dit schilderij bevindt zich eveneens in de collectie van De Meestoof, als aankoop van Mark Smit Kunsthandel in Ommen. Het is duide lijk dat Wolters liefde voor het water en voor Zeeland hem ook voor en na de Eerste Wereldoorlog naar plaatsen als Veere, Middelburg, Tholen en Zierikzee voerde. Daar legde hij landschappen, havens, stadsge zichten, markten en figuurstukken herhaaldelijk vast, onder de laatste enkele schilderijen van meisjes in Zeeuws kostuum. Halverwege de jaren dertig zou hij in Middelburg nauwkeurige aquarellen en pastellen maken die als voorbeeld dienden voor schoolplaten in opdracht. Bespiegeling Na de oorlog hervatte Henk Wolter zijn buitenlandse reizen. In Engeland, Frankrijk, Spanje en Italië werkte hij en plein air, vooral geconcentreerd op het zonlicht in al zijn schakeringen en de werking van licht en schaduw. Een ernstige ziekte in 1920 bond hem lange tijd aan zijn atelier, waar hij zich voornamelijk met figuurstukken bezighield. Zijn werkhouding kreeg 49 Zeeuws Tijdschrift 2016 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2016 | | pagina 25