De Spaanse bevelhebber Mondragon. Angst begint het leven van de eilandbewoners te be heersen, want elk moment kunnen ze geconfronteerd worden met rovende en brandschattende rebellen. Hoe vreselijk het leven voor de Tholenaren is, staat in de briefwaarmee op 26 augustus 1572 vanuit Oud- Vossemeer een bode naar Brussel wordt gestuurd. Daarin wordt er op gewezen dat het dorp zo vaak wordt geplunderd en dat de mensen zo bang zijn 'datter nyet één lantman ofte inwoonder op sijn bedde mochte slapen.' Om te voorkomen dat de boeren hun oogst niet durven binnenhalen willen de schepenen van het dorp dat Brussel soldaten stuurt om hen te bescher men. Alva stuurt inderdaad vijftig soldaten, maar van beschermen lijkt amper sprake, als je leest dat de Spaanse soldaten doodgemoedereerd in Oud- Vossemeer de dorpspomp afbreken en die meeslepen naar het garnizoen in Tholen, waar ze hem voor zich zelf in gebruik nemen. En echt veiliger wordt het niet op Tholen. Dat blijkt in mei 1573 als geuzenhoofdman Jeronimus de Rollé met een leger van zo'n duizend man het eiland onveilig maakt. Eerst worden Sint-Maartensdijk en Poortvliet overvallen en geplunderd, waarna de opstan delingen een aanval op het havenhoofd van Bergen op Zoom doen. Vervolgens beginnen ze een belegering van de vesting Tholen. Maar ook deze tweede aanslag mislukt. De Spaanse bevelhebber Mondragon komt met soldaten uit Bergen op Zoom en Breda de benarde vesting Tholen te hulp en doet op 8 mei met succes een tegen aanval. Het leger van De Rollé wordt verpletterend ver slagen door de Spanjaarden, achthonderd man sneuve len en de rest slaat op de vlucht. Onder de slachtoffers bevindt zich aanvoerder De Rollé. Begin november van hetzelfde jaar volgt een derde poging. Willem van Oranje heeft inmiddels berichten gekregen dat de Spaanse soldaten door de Thoolse burgerij worden gehaat. Want het garnizoen blijkt uit een bandeloze bende te bestaan, waaraan ze niet alleen inkwartiering moeten verlenen, maar daar naast draaien ze op voor de kosten die het werk aan de vesting meebrengt. Veel vermogende Tholenaren zijn de stad al uitgevlucht, omdat ze vrezen dat de soldaten hun hele bezit zullen roven. De achterblijvers leven in armoe en angst. De tijd lijkt dus rijp voor een nieuwe poging om de stad in te nemen. Arend van Dorp, gouverneur van het prinsgezinde Zierikzee, ramt in de nacht van 13 november met een groep van veertig mannen de Waterpoort open. Ze doden de op wacht staande Spaanse soldaten en de voorhoede trekt de stad in. Maar de achterhoede aarzelt te lang waardoor de gealarmeerde Spanjaarden er in slagen om de geuzen opnieuwen weer met zware verliezenterug te slaan. Zo blijft Tholen in Spaanse handen. Spaanse furie en Pacificatie van Gent Dat de magistraat van Tholen uiteindelijk de zijde van de Prins kiest, is niet omdat de vesting alsnog wordt veroverd door de geuzen, maar doordat het koninkrijk Spanje in de loop van de jaren zeventig bankroet raakt als gevolg van de vele dure oorlogen. In het najaar van 1576 slaan daarom overal Spaanse huursoldaten aan het muiten omdat ze al heel lang geen soldij hebben gekregen. Ook de soldaten in het nog maar enkele maanden eerder door Mondragon veroverde Zierikzee verlaten die stad. Hun terugtocht loopt via het eiland Tholen. Zowel in Sint-Annaland als in de stad Tholen 12 Zeeuws Tijdschrift 2016 4 sluiten de daar aanwezige soldaten zich bij de muiters aan. Zodoende blijft de vesting Tholen achter zonder Spaanse bescherming. Maar in Tholen wil dat niet zeggen dat men zich nu meteen in het kamp van Willem van Oranje meldt. De Thoolse magistraat blijft trouw aan de Spaanse koning. De muitende soldaten trekken via Brabant naar Antwerpen. In die stad komt de onvrede tot een uitbarsting in de beruchte Spaanse furie, die vanaf 4 november 1576 door Antwerpen raast. Drie dagen lang wordt de stad grondig geplunderd en deels in brand gestoken. Daarbij vallen er duizenden doden onder de burgers. De Spaanse furie heeft grote gevolgen, want nog diezelfde week besluiten in Gent de verte genwoordigers van alle gewesten om gezamenlijk de muitende soldaten te verdrijven. Bovendien verklaren de afgevaardigden van Holland en Zeeland dat ze zich nu officieel onder het gezag van Willem van Oranje stellen. Dat besluit gaat de geschiedenis in als de Pacificatie van Gent. Nieuwe heerser, nieuwe godsdienst De enige twee Zeeuwse steden die op dat moment nog Spaans gezind zijn (Goes en Tholen) komen bij de Pacificatie automatisch onder het gezag van stad houder Willem van Oranje. Tholen is de laatste der Zeeuwse steden die zich ook officieel onder het gezag van de prins stelt. In april 1577 reist er een delegatie af naar Dordrecht om er met de vertegenwoordigers van de prins een 'satisfactieverdrag' te sluiten. De delega tie bestaat uit baljuw Gregorio del Plano, rentmeester Jacob van Gelre en burgemeester Marinus Colle. Zij stellen aan de delegatie van de Prins voor om in het verdrag een verbod op te nemen op het 'heimelijk of openbaar prediken van de nieuwe religie'. Daarmee gaat de andere partij natuurlijk niet akkoord: ook in Tholen zal godsdienstvrijheid gelden voor de aanhan gers van het nieuwe geloof. Daarna komt snel de grote omslag, want onder de bevolking blijkt het nieuwe geloof veel aanhang te hebben. Het volgende jaar al wordt baljuw Del Plano afgezet en met hem het complete stadsbestuur. Begin oktober 1578 wordt de Onze Lieve Vrouwekerk op ta melijk gewelddadige wijze 'gezuiverd' van alles wat er herinnert aan de katholieke eredienst en overgenomen door de gereformeerden. De kanunniken verlaten de stad nadat ze al eerder het kerkzilver in Antwerpen in veiligheid hebben gebracht. Maar nu raken de Thoolse katholieken in de verdrukking. In de stad hebben ze geen kerk meer, daarom gaan ze in Halsteren (en later in een schuilkerk in Lepelstraat) naar de mis. Daarmee is de realiteit dat de ene onvrijheid van gods dienst wordt ingeruild voor de andere. Pas in de Franse Tijd krijgen de Thoolse katholieken weer een kerk. Belegeringsmunt uit 1573. Gemeentearchief Tholen. 13 Zeeuws Tijdschrift 2016 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2016 | | pagina 7