1 I was De Het is an den keken. het gezicht is heelemaal verbrand, alsof hij J aan zee in de zon heeft gele- i dooden man bij me aan mij geboeid. Haal sloten werd. Eén draai met den sleutel in de handboei en hij zou vrij zijn! Er was niets of niemand, die hem kon be letten door het raampje te klimmen en niet langs de loopplank naar een andere cou- hem uit. Hij had geen crimineele pé te gaan. Hij begon de zakken van man hij ze „Kom,” zei hij, kwasi nonchalant, „ik moet nu weg. Goeden dag, env Hij deze gedachte niet af, want de trein reed juist een sprong op, duwde den dooden man opzij, eenige zoodat hij het raampje kon openen. Zijn weer over zijn angst gesproken. Je kon im mers nooit weten, wien je voor hadt! „Wilt u wel gelooven, dat ik eigenlijk hoe hij het blij ben, dat ik gepakt ben? Het was heusch geen leven zoo!" De rechercheur knikte maar gaf geen antwoord. George Walsh keek hem aan, en zag, dat hij zoo wit zag als een doek. Hij scheen met moeite adem te kunnen halen. „Mankeert er iets aan?” vroeg George Walsh. De ander schudde zijn hoofd. roepen trok al spoedig de aandacht van een kruier. „Ik heb hier een in de coupé. Hij zit de politie even." Tot den agent, die na eenige oogen- blikken verscheen, zei hij: „Ik moest hem naar A. brengen en hij sterft onderweg naast mij. Ik heb den sleutel van de boei verloren. Doe even de deur open en. In een paar seconden had de agent George Walsh uit zijn onaangename po sitie bevrijd, en toen hij op het kaartje zag, met wien hij te doen had, was hij een en al hulpvaardigheid. „Er zijn maar een paar formaliteiten noodig, mijnheer," zei hij. „Er moet even een proces-verbaal opgemaakt worden en.... maar enfin, u weet er natuurlijk alles van. De doode zal ik naar het bureau van den stations chef laten brengen. Daar kunnen ze hem dan straks wel weghalen,” George Walsh loosde een zucht van verlichting. Alles marcheerde best. Ter wijl hij met den agent in een taxi naar het politiebureau reed, werd hij zelfs bijzonder spraakzaam. Hij vertelde, dat die arme duivel van een George Walsh, die nu zoo plotseling overleden was, zich den heelen zomer in een badplaatsje had weten te verbergen. Niemand had hem daar opgemerkt. Tot hij opeens door een toeval, dat moest hij eerlijk toege ven op de gedachte was gekomen, rechercheur, dat ik zal krijgen? Er dat zijn einde naderde, den sleutel zijn verzachtende omstandigheden, weet gens verstopt? Moest hij de gevangene die in de kamer u. Ik verdiende haast niets, mijn vrouw van een doode blijven? De ironie van en kinderen hadden honger.... Eén kind lot deed hem grijnzen, was er nog hard ziek óók. Daar zullen ze toch wel rekening mee lang kunnen ze me geven, niet waar?” „Ja, en overtuiging. „Mag ik een ken? Dat kalmeert me een beetje.” „Gaat uw gang. Neen, ik bedank, ik rook liever een pijp.” George Walsh leunde achterover, sigaret en het gevoel, dat hij zich nu laten gaan, dat hij niet meer hoede behoefde te zijn, gaf hem dadige rust. In al de zes hij zich voor R V spijt kwamen in hield op en werd bleek. De jonge politie- hij wilde zich alweer in agent was voor de deur gaan staan, i neer- zei: gedachte hem ijlings gissen, niets,” zei hij. „Het gaat wel weer over; Ik zal zien, of ik een oogenblikje kan slapen." De trein snelde voort; boomen, huizen en telegraafpalen vlogen voorbij. Het eene station na het andere lieten zij ach ter zich. George Walsh begon zich een zaam te voelen; hij vond, dat de ander lang genoeg geslapen had.- Hij kuchte eens, gaf een hevigen ruk met zijn arm waaraan zijn handboei bevestigd was. De politieman rolde zwaar tegen hem aan. George Walsh veerde overeind. Wat beduidde dat? Hij wilde de handen en het gezicht van den man naast hem be tasten, maar voelde, een verwensching mompelend, dat hij aan den rechercheur vast zat. Hij wilde opstaan, om te zien, op welke wijze hij aan den- politieman naast hem vast gemaakt was, toen hij zich opeens bedacht. Het gevoel van be rusting, dat over hem gekomen was, toen hij gearresteerd werd, was opslag ver dwenen. Hij zag in den dood van zijn bewaker een kans op vrijheid. Er was ieder vreemd niemand anders in de coupé.... de re- gezicht wantrouwend gade te slaan, had chercheur had^toegezien, dat de deur ge- hem half ziek van spanning en zenuwen gemaakt. Hij voelde zich bijna opge lucht nu, alsof er een geweldige last van zijn schouders was genomen. En bovendien: zóó donker zag het er voor misdaad begaan. Op zijn hoogst konden Hij begon de zakken van den politie- ze hem een paar jaar geven wegens ver- man te doorzoeken. Twee, drie keer zocht hem daar te zoeken, duistering. hij ze door. Zonder resultaat evenwel. T Toen hij zich op zijn gemak naast den Toen zocht hij den vloer af. Maar hij zag dienstdoenden inspecteur nogmaals detective had neergezet en het gezoem den sleutel van den trein hem wat kalmer had ge- zich maakt, uitte hij zijn gedachten tegen den bonsde, alsof het ander. „Wat denkt u, EEN KORTE VREUGDE. Z^leorge Walsh begon zich juist wat veilig te voelen in het kleine, verge ten badplaatsje, toen hij zich de aan alles een eind makende woordenGeorge Walsh, ik arresteer je!" hoorde toevoegen. Een kort oogenblik dacht hij er over, zich los te rukken gn het op een loopen te zetten, maar één blik op den breed geschouderden, zwaar gebouwden re chercheur, hield er hem van terug. Hij liet zijn armen slap langs zich neervallen en zei met een zucht: „Vooruit dan maar. Er is niets aan te doen. Ik zal maar mee gaan." „Dat is het verstandigste,” zei de an der grimmig. „Kom mee, maar loop een beetje door. We moeten den trein van twee uur dertig halen." In gedachten verzonken liep George Walsh met den politieman mee. Per slot van rekening had ook de gevangenis voor hem zijn goede zijde. Zijn voortdurende waakzaamheid had zijn zenuwgestel on- dermijnd. De noodzakelijkheid, bij iede- ren hoek om te kijken en i In het politiebureau legde hij voor den - een van de handboei niet. Hij liet verklaring af, en toen deze op schrift weer op zijn plaats vallen. Zijn hart was gesteld, onderteekende hij ze met i zou bersten. Had de zijn linkerhand. En hij vertelcTe verder, die wellicht geweten had, werd vertrouwelijk. Toen hij zich opricht er- te, en den jongen politieagent aankeek, was gebleven, bemerkte het hij opeens, dat deze hem wantrouwend Hij stond op, aanzag. Hij schrok even, maar herstelde duwde het doode lichaam opzij en zocht zich spoedig. houden? Levens- met zijn vrije hand onder de kussens. toch in geen geval Tevergeefs! Tranen van woede en Is het voor den eersten keer, dat uzijn oogen en hij wilde zien aiweer in agent was voor de deur gaan staan, en de laatste,” antwoordde hij met doffe berusting naast den doode neer- zei: „Nog niet, mijnheer. Ik kan me ver- sigaret opste- zetten, toen een gedachte hem ijlings gissen, maar daar wil ik dan de gevolgen deed opspringen. Dat hij daar niet eerder van dragen. Ja, er is iets, wat me niet be- aan gedacht had! Alles was nog niet valt," 'vervolgde hij, zich nu tot den in verloren! specteur wendend, die verrast had opge- Opnieuw begon hij de zakken van den keken. „In de eerste plaats: mijnheers kon ander te doorzoeken. Hij haalde er I op zijn bevel tot inhechtenisneming van zichzelf wekenlang een wel- uit, een paar kaartjes, waarop gedrukt gen. En bovendien is hij links, zooaïs ik maanden, dat stond: „L. D. Vokker, rechercheur van zag, want hij teekende het proces-verbaal de politie verborgen had politie", wat geld en een paar brieven, met zijn linkerhand. En nu zal een link- moeten houden, had hij met geen mensch Zijn eigen papieren stak hij in de zakken sche een arrestant nooit aan zijn linker- van den ander. hand boeien! Dat zou hem veel te onge- Toen begon hij er over na te denken, makkelijk zijn! En een échte rechercheur zou aanleggen, om zijn rol zou ook niet zooveel praten als hij deed. van rechercheur Vokker zoo goed mo- Neen hoor, ik geloof niet, dat hij van de gelijk te spelen. Als hij het bevel tot in- politie is." De inspecteur was nu opge- begrijpend, hechtenisneming en zijn kaartje liet zien, staan. „Mag ik het bevel tot inhechtenis- zou de politie wel niet meer twijfelen, neming nog. eens zien?" vroeg hij. „Daar dacht hij. Wat zouden ze met den man zal wel een signalement van uw arrestant naast hem doen? En wat.Hij maakte in staan." George Walsh gaf het papier met een station binnen. George Walsh zucht over, want hij begreep, dat hij zijn uren geleden heroverde vrijheid kwiit was. I 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1929 | | pagina 12