1
L
si
F
I
I
I
Hi
Een
De
I
<?b
T<
teru
aan
was
uur
niet:
kaai
kon
zou
ging
T
ning
lie
liet
brie
hoe
naa
ben
verl
ren
S
een
wer
hun
dat
te 1
I
Dai
hoe
gen
Zij
vrii
Sin
Bk
h/MF)
w
f )1
II
-
„Ja! Daarom heb ik jou gevonden!”
ze.
Ik
Dick:
Ik wilde
aan
De
den.
oord
den
ver
sm
A: „Mijn motto is altijd: Wat waard is ge
daan te worden, is waard goed gedaan te
worden.”
B: „Dat heb ik vaak gemerkt als je je als
een idioot aanstelde.
„U werkt veel te hard,” zei de dokter.
„Ik weet het," zei de patiënt, „maar het is
de eenige manier om aan alle „gemakkelijke
betalingsvoorwaarden" te voldoen!"
Boekencolporteur (tot keukenmeid): „En wat ook een
voordeel is, juffrouw, in al onze kookboeken komt een
spoorboekje voor, zoodat als u uw dienst wilt verlaten,
u niet naar een spoorboekje hoeft te zoeken
Vrouw (een hoed uitzoekend, tot haar man): „Wel, wat
denk je van dezen?”
Man: „Vreeselijk, lieve! Je eene oog is heelemaal niet
te zienNooit zal je ons mannen een hoed zien dragen,
die ons zoo dwaas staat!”
Hospita (tot kostganger, slachtoffer van een gasontplof
fing): nAls u zoo roekeloos met het gas omspringt, kan
ik u hier heusch niet houden
„Jij hebt je heele leven naar fouten ge
zocht riep het jonge vrouwtje geërgerd uit.
Hij (zün gast goedennacht wenschend in zijn land-
huidje): „Tusschen twee haakjes, het plafond zit wat los.
Als het vannacht soms naar beneden mocht komen vallen,
probeer dan maar niet, het weer in orde te maken, want
dan laat ik morgenochtend wel even iemand komen om
er naar te kijken!”
„Denk je, dat de spreker voldoende vuur
in zijn speech had gelegd?"
„O ja! De eenige fout was, dat hij niet ge
noeg van zijn speech in het vuur heeft ge
legd!"
„Je wilt me
Zij: „Waarom ga je toch altijd voor het
raam staan, als ik zing?"
Hij: „O, de buren mochten eens denken,
dat ik je sloeg!"
Zoon: „Vader, mag ik een nieuwen auto koopen?"
O.Wer: „Koop er maar een paar ineens.. ik word
niet graag iedere week lastig gevallen over een auto.”
aan die vrouw
Oniieiwijzeres„Als jullie in een tram zitten en alle
plaatsen z(jn bezet en er komt een dame binnen, wat
doen jullie dan
Do leerling „Roepen, dat het vol is
Luus vertelde haar ervaringen op het ge
maskerd bal.
„Dick probeerde mij te kussen!" zei
„Hoe durfde hij!" riep haar moeder uit.
„Hij durfde ook niet. Ik durfde!” ant
woordde zij.
A: „Ik speel niet graag met iemand, die
niet tegen zijn verlies kan!”
B: „Ik eigenlijk ook niet, maar ik doe het
toch nog liever dan met iemand, die wint!"
Zij: „Ben jij het, Eduard
Hij„Ik zal het je direct zeggen lieve. Even in den
spiegel kijken 1”
Verliefde jongeling (een beschrijving gevend
van zijn verloofde, die vermist wordt)„Haar
oogen lijken wel diamanten, haar neus is
sprekend die van de Venus van Milo, haar
mond is net een rozeknop, haar tanden lijken
paarlen en Kaar....”
V eldwachter: „Ja, ja, maar hoe ziet ze er
nu uit?"
„Ik ben heel veel
verschuldigd!"
Jan: „Is dat je moeder dan?"
Dick: „Neen, mijn hospita!"
Oude dame: „Je wilt me dus wijsmaken,
dat jij de eenige overlevende bent van zes
schipbreukelingen en dat je zes weken lang
slechts van een paar schoenen hebt geleefd.
Maar waarom ben jij dan in het leven ge-
bij het weg- bleven, terwijl alle anderen zijn gestorven?”
De zeeman: „O, omdat ik veel grootere
schoenen droeg!"
Verslagen bokser: „Eerst sloeg hij myn neus byna in
mijn gezicht, toen gaf hü een geweldige linksche tegen
m(jn kaak e i toen herinnerde ik me niets meer
Teleurgestelde echtgenoote„Nou, dat vond je toch zeker
wel goed, dat je je niets meer herinnerde?”
Direct aan het begin der pauze had hij zijn
plaats verlaten en daarbij gevoelig op de
eksteroogen getrapt van een heer, die aan het
einde van zijn rij zat. Zonder excuus te
vragen, liep deze echter door....
Toen hij terugkwam, vroeg hij evenwel:
„Mijnheer, heb ik u zooeven
gaan op de teenen getrapt?"
De ander, die meende, dat er nu een ex
cuus zou komen, antwoordde vriendelijk: „Ja,
mijnheer, maar het is niets erg hoor...."
„Dat weet ik," antwoordde de ander.
Daarom vraag ik het ook niet.
alleen maar weten, of ik aan de goede rij
was.
De inbreker (aan de telefoon): „Ben jij daar, Jan? Laat
dat kleine autotje maar thuis en kom met een verhuis
wagen