s I i E W a* i T r ‘t. v u en van OP DE REEDE VAN TEXEL. --mt»'** y*-» «>-■ uffwfatfyy; Ö5 nam naar den jonge- zijn klee- behandeld de van dat ik van nam ver en voordat we kolen te laden h ff een stoel >4 en de trap op naar waar hij hem, op bevel bank neerlag. uw hut, kapitein?” riep Farring verwonderd uit. „Hij zal heusch wel weer bij komen. Kijk, ik dacht, dat hij zijn hoofd al bewoog „Maak een draag hem voorzichtig. Stegg dit keer een slagen door hem aan naar mijn beetje voort, Farring.... Ik ben bang, dat grooten flater heeft ge boord te brengen." De matroos, die niet langer aarzelde nu hij de bevelende stem van den kapitein hoorde, nam den bewustelooze op, en droeg hem naar het dek kaartenkamer, Seton, op een „Je kunt je gang gaan, Farring!” En Farring, hoewel hij brandde nieuwsgierigheid, gehoorzaamde, Alleen gebleven, ging Seton op naast de bank zitten en keek aandachtig naar de gestalte, die voor hem lag. Er kwam een vragende blik in zijn oogen, terwijl hij nadenkend langs zijn kin streek. Toen boog hij zich langzaam wat voorover en nam een van de koude handen in de zijne. Hij keek er naar: ze was erg vuil en dwars over de knokkels liep een groote schram, maar hierdoor scheen de verbazing, die zich in de oogen van den kapitein weerspiegelde, slechts grooter te worden. Hij nam een spons en veegde er mee over de slapen en het voorhoofd van den jongen. Dit scheen hem een beetje tot bewustzijn terug te brengen, want hij bewoog zijn hoofd eenigszins en zuchtte diep. Een kreet ont snapte bijna aan de lippen van Seton. Hij boog zich dieper over den ander heen; voorzichtig tilde hij het hoofd wat op..,, en toen deed hij verbaasd een stap achter uit. Al zijn twijfel was geweken. Het eerste, vage vermoeden, dat hij had gekregen in het donkere vooronder, en dat hij had getracht van zich af te zetten, drong zich nu sterker dan tevoren aan hem op, met dit verschil, dat het nu geen vermoeden meer was, doch zekerheid. Verschrikt keek hij de patrijs poort uit; toen wendde hij zijn blikken weer naar de gestalte op de sofa. Opnieuw zag hij, dat hetgeen hij eerst vermoed had, waar heid was; het was geen verbeelding van hem, want in het linkeroor, dat naar hem toege keerd lag, ontdekte hij een.... diamanten knopje. Zachtjes stak hij zijn hand uit, haalde het knopje uit het oor en borg het op in zijn zak. Een paar minuten later kwam het meisje tot bewustzijn, streek met de handen over haar oogen als probeerde ze het drukkend gevoel, dat op haar hersens woog, weg te vagen. „Oom Bernard,” mompelde ze. „Ik ben zoo moe. ik ben zoo lang weg geweest. Jimmy Forrester zal zijn pak terug willen hebben. ik heb het maar geleend om er hebben niet graag moeilijkheden; voor dat soort broekjes hebben we hier geen plaats, kapitein! „Geef me de lamp eens, Farring. Stegg heeft den boel zeker weer verknoeid!” merk te Seton geërgerd op Hij had over het al gemeen een hekel aan ronselen, maar als ze de bemanning aanvulden met zoo'n broekie van niks, dan moest hij zich beheerschen om niet onredelijk kwaad te worden. Terwijl hij zich over de kooi heenboog, liet hij het licht op het gezicht van ling schijnen. Te oordeelen naar ren, moesten ze hem wel ruw hebben. Zijn kraag zat bijna op zijn borst en het dasje was niet meer te bekennen. Nadat Seton even gekeken had, trad hij weer ach teruit. Er was een zonderling licht in zijn blauwe oogen. „Farring, breng dien jongen hut." „Naar „Dat is een vraag, waarop ik zelf geen antwoord kan geven. We zijn net vertrok ken. hebben pas onze reis aangevangen." „Bedoelt u.... bedoelt u, dat ik er ner gens af kan?” riep zij uit, van de bank springend. „Niet eer voordat we een haven binnen- loopen om kolen te laden en als dit niet dringend noodzakelijk is, zullen we het zeker niet doen. Ik ben daarom bang, dat u er nergens af zult kunnen. En daar we geen draadlooze aan boord hebben, vrees ik, dat u ook geen bericht naar huis kunt sturen." „Maar.... maar waarom.... hoe ben ik hier eigenlijk gekomen? Ik wilde toch niet „Ja, als ik heel eerlijk moet zijn, kan ik op die vraag alleen maar antwoord geven door u te zeggen, dat u dan maar niet in die buurt hadt moeten ronddolen gisteren avond. Ik begrijp werkelijk niet, hoe u daar terecht bent gekomen,” zei Seton. ,,U vergist u," riep Patricia uit. „Ik een rijtuig en de koetsier raakte dwaald.... hij reed me twee uur rond daarna was ik genoodzaakt, te voet verder te gaan. Ik ben bijna in het water gevallen en vluchtte daarom dat steegje in. Daar heb ben twee of drie verschrikkelijke kerels mij bedwelmd. Dat is de kwestie. Ik weet zelfs nü nog niet hoe ik aan boord van dit schip sloeg haar oogen ben gekomen en waarom ik hier ben." „Dat zal ik u zeggen. U bent geronseld, met geweld hier aan boord gebracht. We hadden mannen te kort en dan doen ze zulke dingen wel eens. Die kerels waren niet erg nuchter en het was al tamelijk laat ook en toen ze dan ook een jongen man zagen, die gekleed en geheel gereed was om naar zee te gaan, hebben ze je meegenomen, in een bootje gedragen en naar de „Nelly Fawsett” geroeid. Vanmiddag hoorde ik, dat een van de matrozen, die op die manier aan boord waren gebracht, nog niet tot bewustzijn was gekomen en daarom ben ik eens gaan kijken, wat er aan de hand was. Ik heb je uit het vooronder hierheen laten brengen, omdat ik vond, dat het daar geen plaats voor je was, omdat ik zag, dat je nog jong en van goede afkomst bent. Ik was overtuigd, dat het je daar niet goed had bevallen, als ik je er had gelaten.” Wordt vervolgd.) mee naar Lydia te gaan.... De koetsier is verdwaald geraakt, en ik. ik.” „Blijf stil liggen en slaap," beval Seton, haar voorzichtig terug duwend in de kussens, toen zij probeerde zich op te richten. En als een oververmoeid kind, niets vragend, ge hoorzaamde het meisje. Toen, voor het eerst gedurende zijn veel bewogen loopbaan, wist Seton niet wat hij moest aanvangen. Hij voerde het bevel over een schip geladen met contrabande, over een bemanning, die uit het uitvaagsel van de maatschappij bestond, bijeengeraapt op de werven en dokken van Londen, een staf van officieren, die hij niet verder kon vertrou wen dan hij ze zag en. een meisje! Hij dacht er nog over na, wat hij moest beginnen, hoewel hij schijnbaar druk aan zijn tafel zat te schrijven, toen Patricia wakker werd en verbaasd om zich heen keek. Een oogenblik bleef zij stil overeind op de bank zitten en keek te verbaasd voor woor den om zich heen. Toen viel haar oog op Seton, die aan de tafel zat. Hij keek even eens op en hun oogen ontmoetten elkaar. Hij lachte vriendelijk tegen haar op een manier, die alleen aan'zeelieden eigen schijnt te zijn. „Beter? Het heeft lang geduurd, eer je bij was, jongen,” zei hij. „Jongen....” Patricia wist het woord nog net bijtijds in te houden en neer. Jimmy Forrester’s kleeren waren bijna niet toonbaar meer, doch alleen het gezicht van deze mannenkleeren riep reeds de herinne ring aan een heele serie avonturen in haar wakker. „Waar ben ik?” vroeg zij met trillende stem. „Aan boord van de „Nelly Fawsett”, op het oogenblik in het Kanaal, op weg naar de Golf van Biscaye. Ik hoop, dat je op zee gewend bent?” Terwijl hij deze laatste woorden zei, keek Seton veelbeteekenend naar haar matrozencostuum. Patricia plukte er nadenkend aan. „Ik weet het niet," zei ze. „Om eerlijk te zijn, moet ik bekennen, nooit op zee te zijn geweest. Dit pak is van Jimmy Forrester. Hoe kan ik het spoedigst naar huis komen Seton glimlachte en schudde zijn hoofd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1929 | | pagina 4