y L De [ijver, is de k be er de bn in aan mige r- p zichtigheid en kunde ge schieden. Bij het neerlaten van den last zal hij aandachtig de aanduidin gen van den laad- of los meester moe ten volgen, die met een voudige hand bewegingen zal aanduiden, hoe en op welke plaats de last gestouwd moet worden. Zooals men ziet, heeft de drijver van een kraan een secuur werk te verrichten, waar bij zijn aandacht geen oogenblik mag verflauwen. Men zou denken: hij zit er hoog en droog en goed om over de wereld, die hij beheerscht,te filosofeeren.Daar- voor heeft hij echter geen tijd en pas als de dagtaak geëindigd is, kan hij zijn fantasie den vrijen loop laten en wellicht maakt hij dan, in zijn verbeelding, de mooie reizen mede, die de schepen, welke aan den voet van zijn kraan aangelegd hebben, zeker ondernemen. ggen, an is. k blik k zijn stuur. nnen. t ge" k zijn k be en of k ver- Hij k ket- uiten Itevig moet pf hij It kan I zon- Ikwet- legin- Ikraan halen last, laaien Be ca- Ie loeten Imet |voor- 8. De last daalt in het ruim. 7. De windassen, waarop de cabine zich beweegt. 6. Het electrische schakelbord in de cabine.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1929 | | pagina 9