VOOR DE JEUGD
„K
t
r
1
r
V
Op zoek
insectenkundi-
w
een
i de wereld
een expeditie van
om te zien, hoe
beneden hangt?" vroeg
een spottend,e uitdrukking
„Den anderen kant boven
HET ZONDERLINGSTE INSECT DER
WERELD.
naar de Grylloblatta in het
Rotsgebergte.
Verscheidene van mijn jeugdige lezeres
sen en lezers zouden misschien denken, dat
de grylloblatta een of ander dier is, dat
slechts in de verbeelding bestaat, indien
zij er een afbeelding van zouden zien. Het
is dan ook een zeer zonderling insect, dat
slechts op een of twee zeer afgelegen
plaatsen van de wereld aangetroffen
wordt.
Er is
af, maar zit in onszelf en we moeten het
zooveel mogelijk aankweeken door tevre
denheid en goedheid. Als we dat doen, be
hoeven we geen hoefijzers vart den weg op
te rapen. Die kunnen we dan gerust laten
liggen voor den een of anderen armen
drommel, die er misschien nog een paar
centen voor krijgt als hij het verkoopt
„Dus u hebt heelemaal niet gemeend
wat u daarnet zei, toen die spijker eruit
viel en toen ik het ijzer onderstboven op
hing?" vroeg Tom verbaasd.
„Welneen, jongen," antwoordde zijn va
der, „ik heb je maar wat voor den gek
willen houden omdat je nog zoo dwaas
was eraan te gelooven!"
Tom keek bij deze woorden wel een
beetje sip maar hij begreep, dat zijn vader
gelijk had. Als hij hem zonder meer had
gezegd, dat een hoefijzer geen geluk aan
bracht, zou Tom hem misschien niet heele
maal hebben geloofd; nu zijn vader hem
er zoo’n beetje mee voor den gek had ge
houden, besefte hij opeens zelf, hoe dwaas
hij zich had aangesteld. Het is nu eenmaal
een goede manier om wat afkeurenswaar-
dig is, in een bespottelijk daglicht te
stellen!
gen van Banff, Alberta (Canada) vertrok
ken naar het Moraine-meer, waar men
denkt, dat aan den voet van een groot ijs-
plateau, de grylloblatta leeft. Indien het
gezelschap slechts één grylloblatta aan
treft, zal het zijn moeiten reeds zeer be
loond achten.
Daar slechts weinig menschen de gryl
loblatta hebben gezien, is het zeer moeilijk
hem te beschrijven. Men zegt, dat hij het
midden houdt tusschen een krekel en een
kakkerlak.
De grylloblatta is een dier uit het ijs-
tijdperk, misschien de eenige diersoort, die
uit dezen verren tijd nog in leven is. De
aarde was toen van de eene pool tot de
andere met ijs bedekt en slechts de zon
derlingste diervormen konden er toen
op leven.
Als een gevolg hiervan kan ook de
grylloblatta slechts bij zeer lage tempera
turen in het leven blijven. Indien men hem
in een vertrek zou brengen waar de ther
mometer meer dan tien graden boven nul
zou aanwijzen, zou het dier van de hitte
sterven.
Wil men het in leven houden, dan zou
men het een plaatsje moeten geven in een
ijskast of koelkamer. Hoe kouder de om
geving is, hoe prettiger hij het vindt.
Indien er dan ook niet om het Moraine-
meer en in enkele andere gedeelten van
het Rotsgebergte het gansche jaar door
zoo n geweldige koude heerschte, zou de
grylloblatta al duizenden jaren geleden
met zijn mede-dieren uit het ijstijdperk
zijn omgekomen, zoodra deze periode uit
de geschiedenis van onze aarde haar einde
vond.
Het insect is eenige jaren geleden voor
het eerst ontdekt door dr. F. M. Walker
uit Toronto, de hoofdstad van (Jntaria,
Canada.
HET HOEFIJZER ALS GELUKS-
SYMBOOL.
ijk eens, vader!" riep Tom, terwijl
hij opgewonden de studeerkamer
van zijn vader binnenrende, „ik heb
een hoefijzer op den weg gevonden. Betee-
kent dat niet geluk?"
„Dat denkt men tenminste,” antwoordde
zijn vader, het hoefijzer aannemend. „Men
gelooft het al duizenden jaren lang. Men
heeft het hoefijzer bijna even lang als een
gelukssymbool beschouwd als de swastika,
dat een der oudste symbolen op dit ge
bied is.
Als je een reis zoudt maken door Tur
kije, Tom, zou je het zonder twijfel zien
hangen boven den ingang van de tenten
der stammen, die in de onbeschaafde ge
deelten van dit land wonen terwijl men
het ook aan de leemen hutten ziet gespij
kerd van de niet-geciviliseerde stammen
in Egypte.”
„Dan zal ik het ook boven onze huis
deur hangen om eens te zien of het wer
kelijk geluk brengt.”
Zijn vader ging mee
Tom het bevestigen wilde.
„Hé, pas op, jongen! Wat doe je daar
nou?” riep zijn vader met voorgewende
teleurstelling uit. „Je houdt het onderst
boven!"
„Geeft dat dan wat?" vroeg Tom ver
baasd.
„Of dat wat gééft? Maar natuurlijk,
jongen. Begrijp je dan niet, dat al het ge
luk eruit zal vallen als je het ijzer met den
open kant naar
zijn vader met
in zijn oogen.
alsjeblieft!”
„Daar heb ik nooit aan gedacht," zei
Tom, snel het ijzer omdraaiend. „Ach, nou
valt er een spijker uit!"
„Dat is jammer en beteekent ongeluk!
Iedere spijker vertegenwoordigt een hoe
veelheid geluk en hoe meer erin zitten, hoe
meer geluk het ijzer aanbrengt. Neen, het
heeft geen zin om den spijker er weer in te
doen, Tom. Als er eenmaal een uitgevallen
is, heeft een gedeelte van het geluk het
ijzer verlaten."
„O, maar er zijn er nog vier over,” zei
Tom berustend. „Dat is dus nog voor een
heelen tijd geluk genoeg. Maar hoor eens,
vader, moeten we eigenlijk niet probeeren
zooveel mogelijk hoefijzers te verzamelen
zoo lang we ze nog krijgen kunnen? Er
zullen spoedig bijna geen paarden meer
langs den weg zijn en ik geloof niet, dat
het veel zal uitmaken als we een autoband
als gelukssymbool ophangen!”
Wie weet, Tom," zei zijn vader lachend.
„De menschheid is zeer bijgeloovig en zelfs
zoo'n prozaïsch, onromantisch ding als een
luchtband kan misschien mettertijd ook
wel een geluksteeken worden.Er zul
len altijd wel dwaze menschen gevonden
worden, die eraan gelooven! Als jij er ech
ter maar nooit aan meedoet, hoor jongen!
Want het is erg dom om te meenen, dat
een of ander voorwerp geluk zou aan
brengen. Het geluk kómt niet van buiten-
■o
z. -
BS'
I
In het wereldberoemde Dierenpark van Hagenbeek te Stellingen bij Hamburg. Twee spelende
zeehonden: een moeder met haar jong.