1 P (VRIJ NAAR HET ENGELSCH) door FIOR DALISO het Gele Huis Korte inhoud van het voorafgegane i voort. Zijn kin was op hij hield zijn handen en Tubbs in de richting van het moeras ging en later weer terugkwam, is hij door sommige perso nen twee maal gezien, waaraan ik het te dan ken heb, dat ze mij een vrij nauwkeurig signa lement van hem konden geven. Ik heb dit oogenblikkelijk naar alle politie-commissaris- sen in de buurt doen telegrafeeren en tevens heb ik alle bootstations gewaarschuwd. Zoo- als ik reeds zei, is het dus slechts een kwestie van tijd; bij wijze van spreken is hij reeds in onze macht. Het is werkelijk jammer, dat u de moeite heeft genomen om hierheen te Ro men, mr. Tubbs. Ik zelf voel me zelfs een beetje teleurgesteld, want hoewel ik in ieder geval de eer zal hebben den misdadiger te hebben gevonden, vind ik de heeie zaak toch naar mijn zin te eenvoudig. Er was werkelijk geen talent voor noodig om dit zaakje op te knappen, mr. Tubbs! Ik houd meer van geval len, waarbij je je moet inspannen, die inge wikkelder zijn; dan geeft het ook meer vol doening, als je je doel hebt bereikt. Maar aan den anderen kant is het toch maar goed, dat ze Scotland Yard gewaarschuwd hebben, ziet u, want u hebt er geen idee van, hoe dom de politie hier te werk gaat. Ze hadden het nooit voor elkaar gekregen en als ze ooit te weten waren gekomen, wie de moordenaar was, dan zou hij tegen dien tijd allang het land zijn uitgeweest! Maar overigens.... veel te een voudig naar mijn smaak!" De inspecteur lachte zelfvoldaan antwoordde: ,,U hebt gelijk;het blijkt een zeer eenvoudig geval. Ik geef u toe, dat ik dacht, dat er meer achter zat. maar als u den dader hebt. dan hebt u hem en dan valt er verder niet over te praten. Maar nu we eenmaal toch hier zijn, nu wacht ik toch maar tot de zaak heele- maal haar beslag heeft gekregen. Wat zeg jij, Brown? We zullen nu maar wachten, totdat John vrij wordt gelaten. Misschien vinden we nog wel iets te doen....” Ik knikte gretig van ja en mr. Baxter zei: „O, maar ik kan óók nog niet weg! Wij van Scotland Yard moeten alles tot in de fi nesses afwerken. Voor de man gearresteerd is en heeft bekend, moet ik mijn onderzoek voortzetten. Daarom ga ik, hoewel ik voor mij zelf weet, dat het totaal overbodig is, toch nog John Franklin is gearresteerd, verdacht zijn oom, bij wien hij inwoonde, vermoord te hebben. Zijn vrienden Tubbs en Brown gaan naar hem toe om hem te helpen en den geheimzinnigen moord te ontrafelen. John vertelt hun, dat zijn oom vroeger nogal een avon tuurlijk leven had geleid en dat hij soms nogal eens on hebbelijk was tegen personen uit zijn omgeving. Met John was hij echter altijd goed, en ook na hun ruzie onder het diner waren zij des avonds weer goede vrienden ge worden. Voorts vertelt John, dat zijn oom lijdende was aan een soort indigestie en dat hij daarvoor onder be handeling was van dokter Sgaar. Deze was echter kort geleden vertrokken en nu behandelde een anderen dokter hem. Terwijl zijn oom in Johns armen overleed, zei hij met een gebroken stem: ,.De sigaren! De sigaren!” Hoewel John dit duidelijk meent gehoord te hebben, ,ge- looft hij soms achteraf, dat zijn oom „Segaar! Segaar I" heeft geroepen. Indertijd heeft zijn oom kwestie gehad met iemand die Segaar heette, en deze had gezworen zich op Johns oom te wreken, al moest hij er ook de heeie wereld voor afreizen. John twijfelt daarom of zijn oom „De Sigaren” of „Segaar!” heeft gezegd. Hij heeft van zijn twijfel aan de politie geen mededeeling gedaan, daar hij overtuigd was. dat zij het toch een verzinsel van hem zou vinden. Tubbs en Brown gaan nu naar het Gele Huis, waar Tubbs een diepgaand onderzoek instelt. Hij ontmoet er inspecteur Baxter van Scotland Yard, die ook een onder zoek komt instellen. Van Baxter hooren zij, dat men in het moeras een paar schoenen van John heeft gevonden. Daar ze echter nat waren, moeten ze er na den moord ge bracht zijn, daar het voor den moord niet meer heeft ge regend. Op Johns andere schoenen treft men echter geen sporen van vocht aan, zoodat men niet begrijpt hoe hij die schoenen daar gebracht heeft, De meid zegt, dat zij om ongeveer drie uur des nachts iemand van de gestalte van Mr. Beddoes om het huis heeft zien sluipen. Tubss constateert, dat Mr. Beddoes is gedood door een slag met een vuist met een ring eraan. Opeens zag Brown, dat Tubbs iets van den kraag der smoking van den doode nam en het zorgvuldig achter de kast van zijn horloge verborg. Hierna werd Blake aan een verhoor onderworpen. Deze vertelde, dat mr. Beddoes en John steeds hun schoenen in het kastje in de hall zetten. Daar ze nog al vaak in- en uitloopen, staan er steeds gepoetste schoenen voor hen klaar om die aan te trekken als ze thuis komen. Het is Blake’s taak te zorgen, dat er steeds gepoetste schoenen staan. Blake heeft na den moord een paar vreemde schoenen in het kastje gevonden, die een maat grooter zijn dan die van John. Hij heeft ze voor de politie verborgen gehouden. Tubbs onderwerpt ze aan een nauwkeurig onderzoek. Voorts vertelt Blake, dat er sinds den moord een kistje met sigaren wordt vermist, die mr. Beddoes op advies van dr. Sgaar als een soort slaapmiddel rookte. Tubbs stelt hierna nog* een onderzoek in in den tuin van het „Gele Huis” en des avonds, als hij en Brown zitten te eten, komt inspecteur Baxter die ook heeft gehoord van John, dat mr. Beddoes bedreigd werd door een zekeren Segaar. vertellen, dat ze den dader bijna hebben. Na het verhaal van dien Segaar te hebben gehoord, was hij in de logementen van Woeton een onderzoek gaan instellen. Hij zegt het jammer voor Tubbs te vinden, dat deze dit spoor heeft verwaarloosd. kijken ,,Als u het goedvindt, gaan wij met u mee," zei Tubbs. „Graag," antwoordde Baxter. „Zullen we een auto nenlen of geeft u er de voorkeur aan te loopen?" „Laten we maar gaan loopen....” Baxter zweeg even en keek nadenkend met gefronst voorhoofd voor zich uit. „0, wacht eens, mr. Tubbs, het spijt me, maar ik bedenk zoo juist, dat ik vanavond nog iets anders te doen heb. Ik moet nog even mijn rapport opmaken. Mis schien kan ik het wel zoover krijgen, dat mr. Franklin vanavond nog naar zijn huis kan gaan. Ik zal mij even met mijn onmiddellijken chef van Scotland Yard in verbinding stel len Dusehhet spijt mij „Verontschuldig u niet, mr. Baxter," ant woordde Tubbs. „Ik begrijp het volkomen. Ik dacht er niet zoo gauw aan, dat u onder heel andere omstandigheden werkt dan wij.... Wij zijn slechts amateurs en. Baxter glimlachte. „Natuurlijk, natuurlijk," zei hij. „Voor u is hef slechts tijdverdrijf en daarom lang zoo erg niet, als u eens mistast zooals nu.... Wij zijn tenslotte de specialis ten, nietwaar?" Tubbs* glimlachte slechts toen hij den in specteur de hand ten afscheid reikte. En hij lachte nóg, toen hij mij vroeg. „Heb je er bezwaar tegen om de wet te overschrijden, Brown?" Ik lachte nu ook. „Dat hangt er van af of de overtreding al of niet van ernstigen aard zal zijn. „Een klein inbraakje en misschien nog wel huisvredebreuk op den koop toe,” zei Tubbs. „0, meer niet? Dat is juist een speciale liefhebberij van me," antwoordde ik. „Goed,” zei hij. „Trek dan iets warms onder je regenjas; ik heb het niet op de manier, waarop de wolken zich na zonsondergang op elkaar gestapeld hebben!" Hij stak zijn hoofd buiten het raam en snoof diep. „Dat wordt regen, zoo stellig als twee maal twee vier is. Maar wat doet de lucht van die hei een deugd aan je longen, hè?" „Welken kant moeten wij uit?” vroeg ik, toen we het hotel verlieten. „Denzelfden weg als altijd," antwoordde mijn vriend. Zwijgend liepen we zijn borst gezonken en ineengeklemd op zijn rug. Telkens schokten zijn schouders op en neer en ik herinnerde k heb dit niet gedaan, maar ben direct een onderzoek gaan instellen in die richting en ik heb daar zeer merk aardige resultaten mee behaald. De heeie zaak draaide er om, om het zoo eens te zeggen. En, wat het mooiste is, het lag onmiddellijk voor de hand, mijnheer! Natuur lijk heeft mr. Beddoes niet van sigaren ge sproken, maar van Segaar! Dat was de man, die hem bedreigde en die heeft hem dan ook vermoord, zoo zeker als twee maal twee vier is! En.... ja, u zult opkijken: maar ik ben hem al op het spoor ook! Hij vertoeft hier in de buurt en het zal geen dagen meer duren of hij bevindt zich in handen der politie.... Na een ingesteld onderzoek kwam ik tot de ontdekking, dat er op den morgen na den moord een vreemdeling in het dorp was ge zien. Een haveloos gekleede man, met een verweerd gezicht, waaraan volgens de men- schen, die hem gezien hebben, duidelijk was te merken, dat hij zoowat in alle windstre ken moet hebben geleefd. Hij sprak tamelijk vloeiend Engelsch, maar daarom tóch met een vreemd accent. Sommigen beweer den, dat hij er Amerikaansche uitdrukkingen doorheen gooide. Door mijn onderzoek heb ik tevens vastgesteld, dat hij geïnformeerd heeft aan een paar voorbijgangers, wie er woonde „in dat groote huis" daar bedoel de hij het Gele Huis mee. Daar de man eerst DE „SLUFTERBOLLEN” OP TEXEL. maar eens in de buurt van

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 2