E
HET GEHEIM VAN HET GELE HUIS
(VRIJ NAAR HET ENGELSCH)
door FIOR DALISO
uwdlllllll
in zijn stoel, zijn
met
OP
een
DE
■Maar
u
DE BOULEVARD MET STRANDHOTEL TE VL1SSINGEN.
i
i
t
I
Bi
dat is juist het bewijs voor de juistheid van
mijn theorie. Iedere geestelijke afwijking is
een bepaalde vorm van concentratie. Juist
door die concentratie sluit men al het andere
uit, dus ook de goede overwegingen, die ons
zouden kunnen beletten, de verkeerde daad
te volvoeren. Concentratie is in zekeren zin
hetzelfde als obsessie. In beide gevallen
staan de hersens slechts voor bepaalde affec
ties open. Ik ben dan ook stellig overtuigd,
dat een handig advocaat dokter Sgaar zeker
had vrijgekregen.
Toen wij Woeton naderden, sloeg hij den
weg naar het station in.
„Ik heb er meer dan genoeg van," zei hij.
„Wil je deze papieren, die ik uit het schrijf-
buerau van dokter Sgaar heb genomen, aan
inspecteur Baxter overhandigen? En doe John
mijn groeten en wensch hem maar het beste
van me. Hij zal den schrik over het gebeurde
wel spoedig te boven zijn. Ik ga met den
eersten trein naar huis."
Met een hartelijken handdruk namen wij
afscheid
Baxter was tamelijk in zijn wiek geschoten
toen hij mijn verhaal had aangehoord.
„Dat had ik nooit durven denken,” zei hij
en bekende toen eerlijk, het een mooi stukje
werk van Tubbs te vinden. „Ik weet natuurlijk
niet, welke methoden mr. Tubbs bij zijn werk
volgt, maar het is knap van hem! Ik beken
eerlijk, dat ik heel wat kostbaren tijd heb ver
spild door een verkeerd spoor te volgen en
dat ik mij leelijk heb laten beetnemen door
de redeneering van de plaatselijke politie over
die schoenen.
„Is die vreemdeling nog aangehouden?"
vroeg ik, doelend op hetgeen Baxter had ver
teld betreffende een vreemden man, die in
Woeton in de buurt van het Gele Huis was
gezien.
„Ja," zei hij. „We kregen hem in Balsow.
Het was een schoolmeester uit Amerika, die
jarenlang hier in de buurt heeft gewoond. Hij
had echter een onweerlegbaar alibi...."
John werd natuurlijk nog denzelfden dag
ontslagen. Hij was echter de eerste dagen
zoo overspannen toen hij de gansche toe
dracht van de zaak had gehoord, dat ik be
sloot eenigen tijd bij hem te blijvenToen
ik hem verliet, had hij juist het Gele Huis
te huur doen slaan. Hij verkoos er niet te
blijven wonen en verhuisde naar Londen....
Toen wij even later door het moeras onder
weg naar huis waren, teekende het eerste
morgengloren zich reeds tegen den hemel af.
Het beloofde een mooie dag te worden.
„Dat is echt weer een van die gevallen,
waarvan de rechtbank zeer waarschijnlijk zou
hebben gezegd, dat de daad begaan werd in
een staat van geestelijke abnormaliteit,” zei
Tubbs, nadat wij eenigen tijd zwijgend naast
elkaar hadden voortgeloopen. „Ik geloof niet,
dat er één rechter bestaat, die dokter Sgaar
zou hebben durven veroordeelen!”
„Maar hij had toch de volle beschikking
over zijn geestelijke vermogens, toen hij de
daad beging?" vroeg ik verbaasd. „Eigenlijk
was zijn daad toch jarenlang zorgvuldig voor
bereid!”
„Dat is zoo," antwoordde Tubbs.
SLOT.
Korte inhoud ran het voorafgegane
John Franklin is gearresteerd, verdacht zijn oom, bij wien
hij inwoonde, vermoord te hebben. Zijn vrienden Tubbs
en Brown gaan naar hem toe om hem te helpen en den
geheimzinnigen moord te ontrafelen.
John vertelt hun. dat zijn oom vroeger nogal een avon
tuurlijk leven had geleid en dat hij soms nogal eens on
hebbelijk was tegen personen uit zijn omgeving. Met John
was hij echter altijd goed, en ook na hun ruzie onder
het diner waren zij des avonds weer goede vrienden ge
worden. Voorts vertelt John, dat zijn oom lijdende was
aan een soort indigestie en dat hij daarvoor onder be
handeling was van dokter Sgaar. Deze was echter kort
geleden vertrokken en nu behandelde een andere dokter
hem.
Terwijl zijn oom in Johns armen overleed, zei hij
een gebroken stem: sigaren De sigaren!"
Hoewel John dit duidelijk meent gehoord te hebben, ge
looft hij soms achteraf, dat zijn oom „Segaar! Segaar!”
heeft geroepen. Indertijd heeft zijn oom kwestie gehad
met iemand die Segaar heette, en deze had gezworen
zich op Johns oom te wreken, al moest hij er ook de
heele wereld voor afreizen. John twijfelt daarom of zijn
oom „De Sigaren” of „Segaar!” heeft gezegd. Hij heeft
van zijn twijfel aan de politie geen mededeeling gedaan,
daar hij overtuigd was. dat zij het toch een verzinsel
van hem zou vinden.
Tubbs en Brown gaan nu naar het Gele Huis, waar
Tubbs een diepgaand onderzoek instelt. Hij ontmoet er
inspecteur Baxter van Scotland Yard, die ook een onder
zoek komt instellen. Van Baxter hooren zij. dat men in
het moeras een paar schoenen van John heeft gevonden.
Daar ze echter nat waren, moeten ze er na den moord ge
bracht zijn, daar het voor den moord niet meer heeft ge
regend. Op Johns andere schoenen treft men echter geen
sporen van vocht aan. zoodat men niet begrijpt hoe hij
die schoenen daar gebracht heeft. De meid zegt, dat zij
om ongeveer drie uur des nachts iemand van de gestalte
van Mr. Beddoes om het huis heeft zien sluipen.
Tubas constateert, dat Mr. Beddoes is gedood door
slag met een vuist met een ring eraan.
Opeens zag Brown, dat Tubbs iets van den kraag der
smoking van den doode nam en het zorgvuldig achter
de kast van zijn horloge verborg.
Hierna werd Blake aan een verhoor onderworpen.
Deze vertelde, dat mr. Beddoes en John steeds hun
schoenen in het kastje in de hall zetten. Daar ze nogal
vaak in- en uitloopen. staan er steeds gepoetste schoenen
voor hen klaar om die aan te trekken als ze thuis
komen. Het is Blake's taak te zorgen, dat er steeds
gepoetste schoenen staan. Blake heeft na den moord een
paar vreemde schoenen in het kastje gevonden, die een
maat grooter zijn dan die van John. Hij heeft ze voor
de politie verborgen gehouden. Tubbs onderwerpt ze
aan een nauwkeurig onderzoek. Voorts vertelt Blake,
dat er sinds den moord een kistje met sigaren wordt
vermist, die mr. Beddoes op advies van dr. Sgaar als
een soort slaapmiddel rookte.
Tubbs stelt hierna nog een onderzoek in in den tuin
van het „Gele Huis” en des avonds, als hij en Brown
zitten te eten, komt inspecteur Baxter, die ook hee‘t
gehoord •van John, dat mr. Beddoes bedreigd werd door
een zekeren Segaar. vertellen, dat ze den dader bijna
hebben.
Na het verhaal van dien Segaar te hebben gehoord,
was hij in de logementen van Woeton een onderzoek
gaan instellen. Hij zegt het jammer voor Tubbs te
vinden, dat deze dit spoor heeft verwaarloosd, want hij
is overtuigd, dat die Segaar de moordenaar is. Er is
namelijk den dag van den moord een vreemdeling in Woeton
gesignaleerd, die vroeg, wie er op het „Gele Huis” woonde
en die Engelsch sprak met een Amerikaansch accent. Zijn
arrestatie is slechts een kwestie van tijd volgens Baxter.
Als de inspecteur vertrokken is. gaan Tubbs en Brown
nogmaals een onderzoek instellen in de omgeving van
het „Gele Huis”. „Misschien.” zegt Tubbs geheimzinnig,
„moeten we wel een inbraakje doen
Een gedeelte van den weg zij volgen dit keer een heel
ongewonen en betrachten de noodige omzichtigheid
leggen zij kruipend af. en Brown volgt zijn vriend zoo
dicht op de hielen, dat Tubbs hem. als hij opstaat, ge
voelig op zijn vingers trapt.
Eindelijk staan zij voor een garage, die behoort bij een
aan Brown onbekend huis. Tubbs forceert de deur en
constateert, dat aan de achterbanden van een driewieli-
gen auto, welke er staat, drie nokjes ontbreken, die te
zamen een driehoek vormen.
De beide vrienden besluiten den moordenaar die vol
gens Tubbs in het bij de garage behoorende groote huis
woont te overvallen, Zij bellen aan en de oude heer
die zich voorstelt als professor Carson, ontvangt hen in
zijn laboratorium als hij het doel van hun komst weet.
Als Tubbs hem dokter noemt, blijkt de oude heer wel
zeer verrast, maar hij hoort toch kalm toe. als Tubss ver
telt waardoor hij tot prof. Carson werd gevoerd.
Tubbs vertelt hem allé ontdekkingen, die hij deed een
roode haar op Mr. Beddoes’ smoking de schoenen in
het kastjeden achterband met de drie ontbrekende nok
jes en ten slotte, dat Mr. Beddoes had geroepen„Segaar
De Sigaren!" Dan vertelt Dr. Sgaar hoe hij tot zijn
daad kwam. Mr. Beddoes had zijn zusjes leven verwoest.
Uit wraak verwoestte nu Dr Sgaar. onder een aange
nomen naam. Beddoes' leven. Hij had echter spijt ge
kregen en wilde de vergiftigde sigaren terughalen. Daarbij
wilde Mr. Beddoes hem dooden. maar door een nood-
lottigen vuistslag had Dr. Sgaar hem. Beddoes, gedood.
en oogenblikje!" Hij stak zijn hand uit
naar den schoorsteenmantel en nam
een spuitje dat daar lag. „Het is ge
vuld," zei hij.
Ik weet niet, wat er in Tubbs omging, maar
wat mij betreft, de gansche geschiedenis leek
mij wel een nachtmerrie. Ik zag, hoe de dok
ter het konijn greep, de vacht in den nek uit
in het nekvel duwde.Bijna onmiddellijk
lag het dier stil. Het was dood. De dokter
vulde het spuitje opnieuw en keek toen met
een zonderlingen blik in zijn oogen naar mijn
vriend.
„Misschien wilt u mij toestaan, dat ik óók
wat neem," zei hij. „Het vermindert het lij
den wat,” voegde hij er glimlachend aan toe.
En opnieuw leegde het spuitje zich, maar dit
keer in den pols van den dokter.
Deze zette zich toen weer
hoofd achterover leggend.
„Er is eigenlijk iets grappigs aan de zaak,”
zei hij kalm, „het eenige bewijsstuk was na
melijk valsch.1"
„U bedoelt de roode haar?" zei Tubbs.
„Ja, dat heb ik nu ook begrepen!"
„Die moet indertijd aan mijn jas zijn blij
ven zitten. Ik heb die jas in geen weken ge
dragen," zei hij slaperig. „Toch ben je han
dig, jonge man! Handig! En de haar had mij
toch wel fataal kunnen worden, want er zijn
meer menschen op een valsch bewijsstuk de
eeuwigheid ingezonden
Tubbs knikte slechts zwijgend.Toen zei
hij: „Die haar was echter slechts één draadje,
dokter!"
De ander glimlachte en knikte. En dat was
de laatste beweging, die hij maakte
DE