ih Hhtf 'IH. 7 4 1 Ad' I tér 4 De vader van het meisje lederen avond thuis gebleven mynheer.... ik heb jubt mijn V( V( Voorbijganger„Lieve hemel! Waarom houden jullie ze niet tegen De jongen „Tegen houden Maar het heeft wel drie weken geduurd eer we ze zoover hadden Hij; „Ik zou wel met je willen dansen, maar ik heb vanmorgen vergeten mtfn „ijzer mout” te eten Kappersbediende: „Wat wenscht u vanmorgen, mijn heer? Scheren, knippen of pollisten „Je oudste zoon is een slechte jongen „Ja Ik heb altijd gezegd, dat hjj het witte schaap der familie was!” Onderwijzeres„Heb je weer gevochten Jantje: „Neen, juffrouw, we zijn verhuisd en ik heb de kat gedragen.” De heer: ,.U maakt uw tuin prachtig!” Het meisje: „Maar iï oudste jurk aan!” lUUMkCH, UU.1I1V moet mijn dochter nog een zoel „Dat komt in orde. Dat zal ik wel doen! „Willy. zou je, nu het Herstelplan is aanvaard, dat bezettingsleger niet naar hu is’zen den Conducteur „We vertrekken, dame!” Dame„Maar ik i geven Conducteur Hij (slachtoffer van motorongeluk): „Je zeurt u altijd! Ik ben een uitstekend echtgenoot, en dat kun je niet ontkennen! Ben ik de laatste veertien dagen ni-t ■r'* -• n i.i

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 16