1E1EW 1MIS1&1EK1EWIWC
B
l-ll öl
5
s
1 M r
L
k J
O
IV
w
f.
M
21
Li
1
-
«2
Vi
den
be
aa
Er
va
Jai
de
en
en
lie
ze
let
zo
g*
Li
zij
gr'
br
lie
hu
Stc
vo
de
he
ge
en
da
lai
Ei
be
zo
ha
de
w<
Als hij op zee was, was zijn eenig doel, zoo
veel mogelijk geld te verdienen, door de passa
giers uiterst zorgzaam ter zijde te staan.
Zoodra hij aan wal kwam, was zijn eenig
doel, het verdiende geld uit te geven om
vergetelheid te vinden en hij vond dien
tijdelijk althans in den drank. De vergetel
heid, op zulk een wijze verkregen, had niet
alleen zijn liefde voor Hetty, maar alle andere
verlangens in hem gedood. Zijn leven werd ver
deeld in: werken drinken, drinken werken.
Zoo was het hem gegaan, totdat het lot op
nieuw Purshill op z’n pad zond. Toen begon
Lington weer te denken, iets wat hij sedert lang
niet meer had gedaan.
Links: EEN BIJZONDERHEID. Een
donkerroode Amaryllis, die uit één
bol, drie stengels en elf bloemen
voortbracht. Boven: TWEE KATJES.
Op 't terras van een café-restaurant
te Vlissingen knipte onze fotograaf
dit aardig gevalletje. Het eene katje
bedient zich niet, zooals gebruikelijk
is, van een schoteltje om haar melk
te drinken, doch van een z.uigflesch,
die ze met groote behendigheid vast
houdt! Rechts: NOG EEN BIJZON
DERHEID: Een Clivia met twee
bloemtrossen van één moederplant
I J
zich gaf, in het gebeurde te berusten, het lukte
hem niet. Hij besloot eenigen tijd te gaan reizen;
mogelijk hielp dat. Hij ging naar San Francisco,
doch hij bracht er zijn tijd door met fuiven en
drinkgelagen en hoe langer hoe meer werd hij
er door meegesleept.
In goede oogenblikken nam hij zich voor,
weer te gaan schrijven; maar' bij het zien van
zijn pen en papier kwamen alle oude herinne
ringen weer boven en de vellen bleven blanco.
Toen het schrijven niet lukte, zocht hij een
ander middel van bestaan. Hij werd kantoor
bediende, reiziger en nog veel meer. Tenslotte
kreeg hij door toeval een baantje als hofmeester
op een schip, dat van San Francisco naar Yoko
hama voer. Hij maakte enkele reizen mee,
kwam toen op een andere boot en had reeds
verscheidene reizen gemaakt op de „Cress-
wold’”, toen Purshill er passage op nam.
Het was ditmaal een slechte overtocht; ver
scheidene passagiers waren ziek en eischten
veel van Lington's tijd. Van Purshill zag hij
weinig; deze bracht den meesten tijd op het dek
door en was maar zelden in zijn hut, hoewel
hij een der mooiste statiehutten van het schip
had. Altijd sinds hij op zee was had Ling
ton de uren geteld, tot hij weer aan wal zou
zijn om vergetelheid te kunnen zoeken; gedu
rende deze reis viel de tijd hem nog langer dan
anders en was het verlangen naar vergetelheid
grooter dan ooit. Het was haast niet te ver
duren, zóó in de onmiddellijke nabijheid Van
Purshill te zijn, wien het heel goed ging en die
geen zorgen had, terwijl hij zulk een ellendig
bestaan leidde; En bitter gaf hij Purshill de
schuld van al z’n ellende.
En toen terwijl hij het bed van den man
opmaakte, dien hij zoo haatte, kwam het denk
beeld bij hem op
Eerst trachtte hij het van zich af te zetten;
doch het was sterker dan zijn tegenstand, ster
ker dan zijn verlangen naar vergetelheid
sterker dan eenig gevoel, dat hij sinds jaren
had gekend.
Het was het plan, Purshill te dooden; de ge
volgen zou hij op zich nemen, dat kon nu een
maal niet anders, in elk geval had hij zich dan
gewroken.
Doch, al denkende, maakte hij andere plannen:
hij zou er voor zorgen, dat hij niet van
moord veftlacht zou kunnen worden.
Z’n vroegere fantasie kwam hem nog eens
te hulp en hij gunde zich geen rust, voordat hij
elk détail goed had doordacht.
Met alles, wat Purshill betrof, zorgde hij op
de hoogte te komen. Hij begon met diens
bagage in de hut te onderzoeken en hij kwam
tot de ontdekking, dat Purshill zeer welgesteld
was. Hij vond 50.000 dollars in bankbiljetten
en een credietbrief voor 10.000 pond van een
bank in Glasgow. In de kleerkast vond Lington
verschillende costuums, waarvan er enkele
marineblauw waren, iets wat zijn plan zeer in
de hand werkte.
r. James Purshill” luidde een der namen
I I op de lijst, welke de administrateur van
I het stoomschip „Cresswold” den hof
meester Lington overhandigde.
Er stonden nog tal van andere namen op.
allemaal van passagiers, voor wie hij gedurende
de reis te zorgen had; doch de eenige naam,
dien de hofmeester zag, was James Purshill.
Het kwam niet in hem op, dat het niet de
Purshill zou zijn. Voor hem bestond slechts één
Purshill in de wereld en vanaf het oogenblik,
waarop hij dien naam zag, was hij er zeker van,
dat de passagier van de Cresswold de Purshill
was, dien hij kende en als z’n grootsten vijand
beschouwde.
En inderdaad bleek het zoo te zijn. Hij moest
moeite doen, zich te bedwingen, toen hij zich
even later door Purshill als „hofmeester” hoor
de aanspreken.
Hij was benieuwd of de man hem zou her
kennen. Ze geleken als twee droppels water op
elkaar dezelfde lichaamsbouw, dezelfde kleur
van haar en oogen. Het eenige verschil tusschen
hen beiden was de kortgeknipte knevel van
Lington.
Er was echter alle reden, dat hij hem niet
zou herkennen, want wie zou verwachten, dat
een hofmeester op een mailboot eens een be
roemd Londensch journalist en veelbelovend
schrijver was.
Want dat was Lington, toen hij met Purshill
kennis maakte. Deze was agent van een theater-
onderneming en zij ontmoetten elkaar vaak in
den schouwburg en op diners, waar journalisten
en theatermenschen elkaar leeren kennen. En
toen werden beiden op hetzelfde meisje verliefd.
Ze heette Hetty Melling. Lington, meer idealist
dan z’n vriend, aanbad haar; ze werd het meisje
van zijn droomen.
Purshill, practischer aangelegd, vroeg haar
z’n vrouw te worden en zij trouwden. Dat was
voor Lington het eind van alles. Schrijven kon
hij niet meer; steeds dwaalden zijn gedachten
naar Hetty en Purshill af en hoeveel moeite hij