fc
mir
i
L3
3e JA
PF
Uitga
V'1
I-
V1
ui i1i r |i i
Pd
1
Pd
f
Beladen echtgenoot„Ja, lieve, hij zit onder mijn vlindemet.”
T
ik niet doen,"
onschuldig op aangezien
Lid
we een
mijn trompet.
5
PAS OPt
den
L*. hond K
van het badplaats-orkest„Ik kan niet spelen voor’
onderkomen hebben. Ik heb al mijn bagage in
Dame: „uw man
Echtgenoote van
een rijke landrot."
Echtgenoote van den nachtwaker
gisteravond je kamertje aan dien
niet, dat hij ook nachtwaker
is geloof ik een arme zeeman?"
tn den zeezieken passagier: „Neen, hij is integendeel
de duizenden Meijers, die er
Angstige moeder (als de trein aankomt)„Heb je Pietje daar bij je, vader?"
Huisvrouw„U heeft mij een rekening
gezonden over de maand Juli en we zijn
die heele maand uit de stad geweest.”
Slag-er: „Het spijt me mevrouw, maar
waarom heeft U het me niet verteld
„Het spijt me, Jan, maar toen ik
man verhuurde, vertelde hij me
was.
Schilder: „Dat schilderij ga ik onder den naam Meijer naar de tentoonstel
ling zenden."
Vriend: „Dat zou
„Waarom niet?”
„Nou, denk eens aan
zullen worden.”
Verontwaardigde gast: „Dat is onbehoorlijk om mij
voor een nacht logies f 5.in rekening te brengen ter
wijl ik op het biljart heb geslapen.”
Hotelier: „Het is juist zeer billijk, mijnheer. Het ge
bruik van het biljart kost f 1.50 per uurl"
Bezoeker: „Zeg eens, is die waarschuwing voor dat hondje?"
Eigenaar: „Ja. Anders zouden ze misschien op hem trappen."
■f ‘3