j <1 „F1 (41 *S li Ter (Wordt vervolgd) GEZICHT OP DE LONDENSCHE KADE MET KONINGSBRUG TE MIDDELBURG. v In niei De Zaa was fietj - van het u direct laten weten,” zei hun L J naar hem toe, legde haar arm om en drukte haar wang tegen de had zijn moeder beloofd, voor haar te zullen zorgen. Hij diende nog te wachten, tot zij zelf merken zou wat er in hem omging en het hem daardoor gemakkelijk zou maken er met haar over te spreken. „Kun je niet beter naar bed gaan?” vroeg hij, toen zij aanstalten maakte om nog te gaan naaien. „Je zult anders morgen geen half mensch zijn na al de emoties van vanavond. „Ik zal van jou droomen, terwijl je speelt in het orkest,” vertelde zij hem. „Terwijl je speelt als een engel en er uitziet als een prins!” „Droomen zijn bedrog!” antwoordde hij som ber, terwijl zij zich op haar kamertje terug trok. Maar diè droom werd binnen een week wer kelijkheid. Adolphe Meunier had niet opge schept en na een proef te hebben afgelegd, werd Sascha als violist aangesteld in de plaats van den ander, eveneens een Rus, die tijdens een twist met een champagne-flesch door zijn collega was geslagen. Het cabaret lag in de buurt van de Place Pigalle, en het salaris was veertig francs per avond, hetgeen heel schit- rend was vergeleken met hetgeen hij in de Rat Mort had verdiend. Maar de bezoekers waren niet wat men mocht verlangen; de uren waren lang en de atmosfeer was door rook en den geur van bier en wijn bezwangerd. Maar men kan niet alles in het leven hebben, vooral niet, wanneer men pas aan den aanvang van zijn carrière staat. Vera kreeg een nieuwe jurk van Sascha’s eerste verdiende weekgeld... Er was onder andere één slechte kant aan Sascha’s nieuwe betrekking: het maakte hun „Maar dan 'n heel mooien vorm van egoïsme,” merkte Vera vriendelijk op. „Nou, wat zeg jij er van, Sascha?” Sascha mompelde een bedankje. Een plaats in eeh orkest van een cabaret, al was het nog zoo n gewoon cabaret, kon toch in ieder geval tot wat beters leiden dan het ellendige baantje in de Rat Mort. Maar misschien was de plaats reeds ingenomen, meende hij. „Ik zal er zoo gauw mogelijk werk mziken en L„ - - - nieuwe vriend. Op het portaal, voor de deur, glimlachte hij tegen Vera en hield haar hand een oogen- blikje langer vast dan noodig was. „U gaat nog eens met mij soupeeren op een avond, nietwaar?” smeekte hij bijna. „Indien ik die betrekking voor uw broer krijg, zal ik van U een of andere belooning ontvangen, niet waar mademoiselle?” „Ik zal u erg dankbaar zijn," antwoordde zij, verlegen wordend door den blik uit zijn lachende oogen. „Waarom zult u mij niet met een weinig liefde beloonen?” vroeg hij fluisterend, zoo- dat Sascha het niet kon Hooren. „Wat is het leven zonder liefde, mademoiselle? Liefde maakt het leven eerst de moeite waard, nietwaar?" „Ik zal blij zijn met uw vriendschap en ik zal u de mijne schenken, monsieur,” antwoordde Vera, die eigenlijk eenigszins bang voor hem werd, maar die toch tegen hem lachte, zooals hij daar stond in het donker, terwijl er slechts een enkele straal licht door de openstaande deur op zijn zwarten hoed viel en op zijn bleek gezicht, waarin de donkere oogen glinsterden. „Als u mij niet anders geven wilt, zal ik er wel tevreden mee dienen te zijn,” antwoordde hij, zijn hoed afnemend en naar beneden gaand. In de kamer stond Sascha naar de leege kopjes en bordjes te kijken. „Ik mag dien knul niet!” gromde hij. „Waar om dringt hij zich in ons leven in?” „Hij wil vriendelijk zijn,” zei Vera. Ze vond het maar beter niet te vertellen, dat hij „een weinig liefde” wilde, want dat was natuurlijk dwaasheid en Sascha zou er maar weer boos over worden. „Ik begeer zijn vriendschap niet!” protesteer de Sascha. „Ik mag zijn manieren niet, en ik kan zijn zwarte oogen en de wijze, waarop hij naar jou kijkt, niet uitstaan. Ik begrijp niet. UIT HET MOOIE DORP ZOUTELANDEEEN DER BOVEN OP DE DUINEN GEBOUWDE VILLA’S waar hij al dat geld vandaan haalt. Waarom woont hij in de Rue Danton als hij in taxi's kan rijden? Waarschijnlijk doet hij dingen, die het daglicht niet kunnen verdragen. Ik veracht hem!” „Maar Sascha!” lachte Vera, „veronderstel eens, dat hij jou in dat orkest weet te krijgen...? Dat je door hem je groote kans kreeg... waar je altijd van droomt?” „Hij schept maar wat op,” beweerde Sascha. „Dat soort lui beweert altijd, dat ze alles kunnen!” Vera ging zijn schouder zijne. „Domme, oude beer,” riep ze uit. „Hoe komt het toch, dat je den laatsten tijd zoo slecht ge humeurd bent?” Een oogenblik dacht hij er over, haar te ver tellen wat de reden was van zijn booze buien; van zijn jaloezie, die hem iederen man deed haten, die vriendschappelijk met haar wilde worden; van zijn liefde, die hem er naar deed verlangen zijn armen om haar heen te slaan. Maar hij durfde het haar niet te vertellen en bovendien was er iets, dat hem deed vreezen, dat zij bang zou worden indien hij haar over die dingen sprak. Ze was nog zoo jong! En hij Montmartre zijden kousen verkocht tusschen negen en zeven uur des daags, zag hij haar al leen wanneer zij te bed lag en sliep, als zij tenminste niet op bleef om een kop soep te maken voor hem wanneer hij thuis kwam met zijn viool onder zijn arm, bang haar te zullen wekken en toch blij wanneer zij wakker was. Des Zondags waren zij tot des avonds samen en zij genoten er van door naar het Bois te gaan of een tochtje per boot op de Seine te maken. De weekdagen duurden echter lang tusschen deze feestdagen. kalme avondjes thuis onmogelijk; hun huiselijk leven werd er door vernield. In de Rat Mort moest hij des morgens om zes uur beginnen en had hij des avonds om zes uur, wanneer de markten werden gesloten, naar huis kunnen gaan. Nu, in het cabaret, begon hij om zes uur des avonds en speelde zijn laatste nummer om vier uur des morgens. Daar Vera in de Rue geen heilige, maar ik vind het toch prettig als ik mijn vrienden af en toe een dienst kan be wijzen. Het is een bepaalde vorm van egoïsme," zei hij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1930 | | pagina 4