K
j
JH
w
s
1 M
e I
'L
LX
r-'i
-
I flO V
1 I
HUI
X
to
P.‘-
SS®-
- _x-
'u'EN: j
I BX»
om jij
AT
4* o'
i'
L'iT'
bij mij weg te halen!"
rz1
De vriendelijke oude dame: „Zoo, dus u is wereldkampioen schaken?
*T 1 1 «111 lx»» I 1 x J x 1mnnr
kampioen meer
kruiwagens
„Ja, maar
mijn huisje hebben kunnen stelen, ter-
er in zat te slapen
alle schoppen,
;rwijl je
van golf kan gaan
De zakenman (na den jongeman, die maar steeds om de hand van
zijn dochter bleef komen, de deur uitgegooid te hebben): „Kom niet weer
om mijn dochtermaar als je een betrekking zoekt als vertegenwoor
diger, kom dan maar eens bij me op kantoor!”
r
De beginner: „Ze zeggen, dat een man zóó veel
houden, dat hij zelfs zijn vrouw er door vergeet."
De veteraan: „Geloof dat maar niet je zoudt maar teleurgesteld zijn!”
„Ik moet honderd gulden hebben
zal halen!”
„Ha, gelukkigIk dacht, dat je probeeren wilde ze
De baasjWat Hebben ze
houweelen en kruiwagens gestolen terwijl je
er op moest passen?"
Nachtwaker: „Ja, maar wat ik niet begrijp is,
hoe ze
wijl ik i
en ik weet niet, waar ik ze vandaan
Zp: „Ik heb gisteren
gekocht, maar ze brandt heelemaal niet!"
De winkelier: „Nou, wil u het nóg spaarzamer
hebben
Zonderling, maar ik had altijd gedacht, dat een
athlèèt was!”
„Nou, wat is er hier aan de hand?"
lij noemt me een gemeenen Italiaan en ik
ben een Griek!”
w
een
Bi
STOM
