H
p
M
I 4
I
i
HET KONDNKLUK LUSTHUDS
’T L00 TE APELDOORN
L
I
‘1
rx
OP HET EIND DER ACHTTIENDE EEUW
Boulegrin met des Konings Thuyn: op den voorgTond het boulegrin;
Jflv’
De I
maal
dubbele balustrade; daarachter „het groote vlies
den achtergrond „Arcus triumphalis" en
Het oud Kasteel: op den voorgrond de weg naar het groote bassin;
rechts de tuin bij ’t oud Kasteel; op den achtergrond de „vleugels
van 't Hof".
s Konings Cabenet: in het midden „fonteijn van glaucus daaromheen
acht rustplaatsen, die een strandstoelvorm hebben; daar weer omheen
de doolhof met op alle vier hoeken torens der „rondgaande berceau".
De cijfer-fonteinen-cascadesop den voorgrond de cijfer-fontein met
van de vissertjes”. Op
„het wilde bos".
De Dolfjjnen-Sprong op de Bassecour. Op den voorgrond de groote kom met de vier
spuitende dolfijnendaaromheen de gazonslinks en rechts op de hoeken het wacht
huis en de stallenachter het hek, (dwars) „Allee en groote weg voorbij 't Hof" en
rechtuit „allee naar Apeldoorn" (dus de tegenwoordige Paleislaan).
achter de hekken ’s Konings Fonteijnelinks naast den doolhof, rond
gaand terras van ’t groote park met de fontein van Venus.
Trapcascades achter 't Hof. Links van de trappen ingang tot de Koningins-
grot; rechts ingang van de Koninklijke Baden; boven aan weerszijden
van de trappen het riviergodinnetje en de tuingod.
l