T «I r I invloed gekomen is?’’ n n ik it t- en (Wordt vervolgd rf fs id er dt il- er :D 1, t- tr n n le r- ir 1. in Ik r- is e- ze ar :st er n d in X d et le d r, If er ik e- m ie rd rd r id 1” et SCHOONHEID EN TECHNIEK. De voetgang-ersafdeeling- pr»»z> J_ i ir i? J D 1_1 1-:J. 1::1. gemaakt. De brug werd in 1883 en het meisje namen zijn hoad naast zich EEN SCHOONE UIT ABESSINIE. - Abessinië, dat eigenlijk Habesj heet,was in de oudheid bekend onder den naam Aethiopië, een rijk in het Noord- Oosten van Afrika. Het is het vaderland van de koffie, die waarschijnlijk haar naam ontleent aan het landschep Kaffa. --s—-svan de beroemde Brooklyn-New York- bnig, <jje de eenmaal zelfstandige stad Brooklyn geleidelijk tot een voorstad van New York heeft - ---- VQOr hpf verkeer opengesteld .Over haar bouw deed men dertien jaar. hoe belangrijk deze transactie is. Maanden lang heeft hij ze voorbereid en juist nu we hem noodig hebben, nu blijft hij daar zitten ..Zoodat. om het maar eens precies te zeggen, uw broer óf gek geworden, óf onder een of Mijnheer Rollasson beet op zijn snor. „Ik heb hem natuurlijk weer getelegrafeerd. Vanmorgen pas kreeg ik op dit telegram ant woord: Indien je niet in staat bent, de aan gelegenheid alleen te regelen, laat het me dan weten, dan sein ik wat je doen moet. Ik wil graag deze week uit hier blijven!" „En wat antwoordde u?” „Dat ik. zooals hij zelf heel goed wist, zonder hem de zaak niet in het reine kón brengen, om dat hij ook dient te teekenen en dat hij me dus omgaand moest seinen, met welken trein hij naar huis zou komen. „En „Een half uur geleden ontving ik n telegram, dat hij in ieder geval tot Zaterdag bleef. En vandaag is het Maandag, en De bankier zweeg abrupt. De detective beet op zijn lip en staarde hem aan. „Om het kort te zeggen, mijnheer Rollasson. u is dus van meening. dat een ander voor uw broer antwoordt-? „Ik wéét niet, wat ik er van denken moet. Eerlijk gezegd, heb ik dit ook reeds gedacht, maar ik kan het niet gelooven. Ik begrijp niet, wat er met mijn broer is gebeurd! U weet mis schien, wat een flinke, geestelijk evenwichtige kerel het is! Als er ooit van iemand gezegd kan worden, dat hij van ijzer en staal is, dan is het van mijn broer. En dit geldt niet alleen voor zijn lichamelijke constitutie, maar evenzeer voor zijn geest, zijn wilskracht!" Brod dacht een oogenblik na. „Hebt u niet geprobeerd in verbinding te komen met zijn vrouw?” .Natuurlijk heb ik dat gedaan, maar van haar heb ik heelemaal geen antwoord gekregen!” „Ah!” De detective streek nadenkend langs zijn kin. „Ik geloof, mijnheer Rollasson," zei hij toen, „dat het een zeer bijzonder geval is, waarin u zoo onverwachts gewikkeld bent. gaat u zelf niet eens poolshoogte Waarom nemen?" „Omdat ik er geen tijd voor heb. mijn waar- dd! Ik kan de zaken hier niet in den steek laten en ik kan zonder mijn broer niets van belang beginnen. Hij weet nóg beter dan ik, moeder.. viel het meisje uit. Haar broer beduidde haar met zijn hand te zwijgen ..Indien je het mij wilt toestaan. Lilly, kan ik de kwestie misschien sneller en beter uitleggen.” zei hij en wendde zich tot den de tective. „Mijnheer Brod, drie dagen geleden zijn mijn moeder, mijn vader, mijn zuster en ik voor een paar weken naar de ..Scottish Inn" te Glendale gegaan." „Ah!” „Men wees ons onze kamers en omdat we natuurlijk erg moe van de reis waren de „Scottish Inn" ligt tamelijk afgelegen en is be trekkelijk moeilijk te bereiken gingen we allmaal vroeger naar bed dan gewoonlijk. Den volgenden morgen werden we wakker... dat is te zeggen, mijn zuster en ik We kleedden ons aan en gingen naar beneden, naar de veranda. „Ja. En toen?’ Mijnheer Rollasson boog zich nieuwsgierig voorover. „We zaten nauwelijks, toen er een bediende verscheen met n getypt briefje, dat oogenschijn- lijk door mijn vader was geteekend. Er stond in te lezen, dat hij den vorigen avond laat een telefonische boodschap had ontvangen, waar door hij genoodzaakt was geweest naar de stad terug te keeren en dat moeder besloten had met hem mee te gaan. Verder schreef hij, dat wij konden blijven of ook teruggaan, net zooals wij wenschten.” „Juist." stoelen aan en de jongeman plaats. De eerste legde neer en wendde zich tot den detective. „Ik hoop, dat wij mijnheer Rollasson niet storen,” zei hij beleefd. „Mijnheer Rollasson is eveneens hier in ver band met de „Scottish Innmerkte de detec tive glimlachend op. „Wat?” Mijnheer Rollasson aarzelde „Mijn broer Dick is schijnt iets met hem gebeurd te zijn," zei hij toen kort. „En vader een oogenblik er heengegaan en er anderen abnormalen „Juist!" „JaDe detective keek even nadenkend zijn assistent aan. Toen zei hij: „Ik kan na tuurlijk op het oogenblik nog niets zeggen, mijnheer Rollasson. Het beste zou zijn, indien ik persoonlijk een onderzoek kon instellen, maar evenals u, heb ik dringende zaken, die mijn aan wezigheid hier gebiedend noodzakelijk maken Als ik eensja, als ik Garron eens zond Dien kan ik hier, als het moet, wel voor een weekje missen. Want we dienen Hij zweeg plotseling omdat er getikt werd. Lisser stond op en maakte de deur open. Het was de secretaresse. „Er is een dame en een heer, diebegon zij eenigszins opge wonden, maar ze kon niet uitspreken, want achter haar om werd de deur opengeduwd. Een jongedame van ongeveer twintig jaar en een jongeman van omstreeks vier en twintig dron gen zich als het ware naar binnen. Het gezicht van den laatste stond heel ernstig; het meisje zag er erg opgewonden uit. Ze was kostbaar gekleed en was er zich blijkbaar niet van be wust, dat er een bezoeker in het vertrek aan wezig was, want ze trad recht op Brod toe en riep uit: „Mijnheer Brod, u moet iets doen! U moet! Ik had van het begin af aan iets tegen dat hotel. Ik had De detective was opgestaan; hij keek haar, even slechts, verbaasd aan en toen legde hij kalmeerend zijn hand op haar arm. „Mijn beste jongedame,” zei hij, „we willen alles doen, wat we kunnen, maar over welk hotel hèbt u het?” „Natuurlijk over de „Scottish Inn"!’’ riep de bezoekster uit. Mijnheer Rollasson schudde onderwijl ge haast den jongeman de hand, waarna het meisje zich om wendde en hem vluchtig, doch min of meer amicaal, groette. Brod keek aandachtig toe. Klaarblijkelijk kende mijnheer Rollasson de onaangediend binnengetreden bezoekers. Het waren Lilly en Jim, dochter en zoon van het in society-kringen zeer bekende echtpaar Howard-Reelink. Vroeg of laat zouden zij een fabelachtig fortuin erven en er had in de groote wereld van de millioenenstad aan de Theems geen gebeurtenis van belang plaats, waarbij zij niet tegenwoordig waren. Brod was met opmerkelijke kalmte wederom achter zijn bureau gaan zitten. Lisser bracht i

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 3