I n p o R R E i^STUDIE r* t -t CT-1 n I. kan t (Foto: VF. is I Dit ;w s e n e n Li t r i i u u 9 >t n s n r :t n s. P d n e n n e I I H H „Ik moet erkennen, mijnheer Parry,'' zei in specteur Kempstone den volgenden ochtend tegen den specialist, ,,dat de vingerafdrukken inderdaad van één en dezelfde „persoon" waren. Het was anders buitengewoon handig van hen bedacht, om willekeurige vinger afdrukken op hun gummihandschoenen aan te brengen en die opzettelijk op een of twee voor werpen achter te laten! We hadden tot den jongsten dag kunnen zoeken naar den dader, als u zijn truc niet hadt doorzien Parry glimlachte gevleid. „Maar nu de kwes tie van dat „kort-lang" en „lang-kort", mijn heer Kempstone. U weet wel, wat ik bedoel. Hoe zit dat nu eigenlijk? Is u daar al achter?" „O ja! We hebben „Korte Dick" vannacht nog een verhoor afgenomen en hem zóó in het nauw gebracht, dat hij op het laatst maar bekende. Hij werkte met „Lange Toon" in een soort gescheiden compagnonschap. Ik bedoel het zoo: ze hadden eikaars methode ge ruild. „Korte Dick werkte op de manier van „Lange Toon”, en deze weer op de wijze van „Korte Dick Tot hun samenwerking behoorde ook, dat zij zich opzettelijk lieten zien, alvorens er vandoor te gaan. Hierdoor leidden ze ons natuurlijk nog meer op een verkeerd spoor, te meer, daar de heeren vooraf met hun kornuiten een prachtig kloppend alibi in elkaar hadden gezet!" alles wist men heel nauwkeurig in de omgeving van „Korte Dick en „Lange Toon”, maar men wist daar niet, dat er dag en nacht twee rechercheurs zaten achter de portières in de kamer, waarin het bewuste bureautje stond Drie dagen en drie nachten waren er echter reeds voorbijgegaan sinds „Pepita Sanchez" haar flat had betrokken, zonder dat er iets bij zonders was gebeurd. Inspecteur Kempstone en Parry begonnen dan ook al te wanhopen aan het welslagen van hun ingenieus in elkaar gezet plan, toen de rechercheurs den vierden nacht op de gang zachte, sluipende voetstappen hoorden. Even later werd de deur van de kamer zachtjes geopend en drong 'n lichtstraal, scherp als een mes, een ondeelbaar oogenblik door de duisternis. De straal schichtte eenige ©ogen blikken in verschillende richtingen heen en weer, om dan te blijven rusten op het bureautje, waarin de collier van „Pepita Sanchez" was geborgen. Een donkere gestalte sloop er heen en begon op meesterlijke wijze, zonder ook maar eenig geluid te maken, 't slot te forceeren. Toen begon hij een methodisch onderzoek der laden. Hij liet alles liggen zooals het lag en stak alleen een étui, waarop de naam van een bekend juwelier stond, in zijn zak. Daarna gooi de hij den inhoud der laden zonder eenige reden dooreen. Vervolgens sloop hij op zijn teenen naar de deur, bleef daar staan en trok een stoel om. Ingespannen luisterde hij. Klaar blijkelijk wilde hij zich laten zien, alvorens te „vluchten” Op dat oogenblik echter sprongen de recher cheurs achter de portières vandaan en over meesterden den inbreker na n korte worsteling. „Bonsoir, „Korte Dick"," plaagden zij hem v. d. Sommen, Bussum). toen. „Dat was niets voor jou. om zoo’n wan orde op het bureau te makenZoo werkt „Lange Toon” gewoonlijk Neen, neen, houd die gummi handschoenen aan..." (dit. toen de ander moeite deed ze af te stroopen). „Om die handschoenen is het juist begonnen, begrijp je...” Pepita Sanchez, „de Zuidamerikaansche mil- lionnairsdochter” die in werkelijkheid nie mand anders was dan een onbekend actricetje, dat de politie tegen een royale vergoeding in dit speciale geval haar diensten bewees woonde reeds eenige dagen in haar flat te Ken sington, een der deftigste buurten van Londen. Dank zij de door de politie zeer handig ver spreide geruchten en een paar berichtjes in de couranten, wist iedere „jongen van de vlakte", dat „Pepita Sanchez" slechts met één kamenier woonde en buitengewoon nonchalant met haar juweelen omsprong. Haar kostbaar parelsnoer in waarheid een colliertje van drie gulden vijftig, voor deze gelegenheid echter geborgen in een étui van een der bekendste Londensche juweliers lag bijvoorbeeld in een lade van haar bureau, waarvan het slot als het ware met een krommen spijker was te openen ongeduldig, „maar dat is toch onzin! Hier zijn nog een tweetal voorwerpen” hij wees naar het wijnglas en het bronzen beeldje „en daarop zouden wéér dezelfde vingerafdrukken zitten, doch ook bij deze diefstallen is de dader gezien en was het den eenen keer een korte, den anderen keer een lange man. U en alle andere vingerafdruk-specialisten mét u be weert steeds, dat er op de heele wereld geen twee menschen zijn, die dezelfde vingerafdruk ken hebben. Hoe verklaart u dan echter, dat we hier op deze voorwerpen, die door verschil lende personen zijn gehanteerd, wél dezelfde afdrukken vinden?" Parry dacht even na. „Ik begrijp de moeilijk heid, waarvoor u zich geplaatst ziet,” zei hij toen „Als ik u goed begrijp, zijn er minstens twee daders een lange en een korte en omdat de vingerafdrukken hetzelfde zijn „Ze kunnen niet hetzelfde zijn." viel Kemp stone hem geërgerd in de rede. „Het kan niet, volgens jullie eigen theorie niet. Twee men schen met dezelfde vingerafdrukken, dat is volgens jullie een onmogelijkheid! En aangezien deze afdrukken beslist van twee verschillende personen zijn ze zijn gecien, een korte en een lange kerel! moét u zich wel vergissen." „Dat is uitgesloten, beweerde Parry gede cideerd. „Kunnen er geen twee daders tegelijk aan het werk zijn geweest?" „Neen! Maar die vingerafdrukken. daarmee nu niets aan de hand zijn?" De aangesprokene glimlachte. „Niet, wat u denkt, mijnheer Kempstone.” zei hij toen. De mogelijkheid bestaat echter dat En Parry vertelde den inspecteur wat hij dacht, dat volgens hem mogelijk zou zijn. Toen hij uitgesproken was, zei Kempstone: „Het klinkt bijna ongeloofelijk, doch ik geef toe, dat het zou kunnen! Die boeven zij minstens even vindingrijk als wij, als ze niet nóg vindingrijker zijnHoe krijgen we echter zekerheid?" „Kunnen we geen val opzetten?” De inspecteur dacht even na. Opeens be gonnen zijn oogen te schitteren. „Ik heb een idee," riep hij toen uit. „We huren ergens een flat en laten door onze handlangers in de onder wereld het gerucht verspreiden, dat er een Zuidamerikaansche millionnairsdochter komen wonen, een echte zonderlinge, die haar kostbare collectie juweelen zóó nonchalant op bergt, dat ze als het ware slechts voor het grijpen liggen. Het zou me heel sterk verwon deren. als „Lange Toon” of „Korte Dick” op die mededeeling niet afkwamen. Dergelijke nieuwtjes zijn in een oogenblik door de heele onderwereld verspreid. We zorgen natuurlijk, dat er een paar mannetjes in de flat in hinder laag liggen enals het waar is, wat u denkt, mijnheer Parry, hebben we het geheim van de vingerafdrukken ontsluierd „Jawel, maar dan blijft er nog het raadsel van den langen en den korten dader!" zei Parry. „Ja, maar als we eerst maar „een dader hebben. Wie weet, welke ontdekkingen we dan nog doenzei Kempstone optimistisch!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 7