OBHEIMZINNIOÏ HOTS HET A 7 DOOR JAMES YLLI J B daa voo schi we L Bro - 2 weer Rollasson ontvangen?” vroeg gat van 0t I"' i'" i"' INI I'" I'" i van ze op soo het tect Brc een briefje, zakenkweslie wél het dat wet blij! wai hij den in c een kon tact Swi zijn twe der nu Rah B hij lunc E jonc env „pe: was niet Hij stond plotseling op. „Trek je jas aan, ouwe jongen, en laten we weggaan," zei hij. „We zullen eerst gaan di- neeren en dan naar de voorstelling van „Co lonne” gaan. Dat moet een bijzonder goed stuk zijn,” weer op het I Er bestaat zooiets; men wordt geregeld midden in den nacht, om een uur of drie, wakker en is dan in staat het verleden, het heden en de toekomst te overzien met een helderheid, die niets minder dan verbazingwekkend is. Iets dergelijks was ook een eigenschap Brod en den volgenden nacht bracht hij weer in practijk. Het denkproces concentreerde zich dit keer op de „Scottish Inn” en de handelende per sonen van dit drama verschenen de een na den ander in vlugge opeenvolging voor zijn geest, en marcheerden als het ware langs de zoldering aan hem voorbij. Rollasson en zijn geschiedenis de Howards en hun verhaal de echte mevrouw Ranger Culley met hetzelfde verhaalEr was iets eenvormigs aan hetgeen zij hadden verteld, het geen er op scheen te wijzen,' dat al hun ver halen ontstaan waren door een en dezelfde oorzaak. En die oorzaakdie oorzaak? In de duisternis en de rust van zijn slaap kamer dacht Brod na en nóg eens na en toen het eerste licht van den nieuwen dag de lucht begon te tinten, vermoedde de detective, dat hij wist, zij het ook slechts vaag, wat er achter de geheimzinnige geschiedenis van de „Scot tish Inn” zat. En toen wierp hij zich op zijn Lisser drukte op een van de vele knopjes aan Brods bureau. Deze nam intusschen zijn telegram-boek en schreef: „Indien u voldaan bent, telegrafeer dan wat is overeengekomen. Brod." Hij adresseerde het telegram aan Rollasson en sloot het in een envelop, toen de jongen zijn kantoor binnentrad. Hij gaf hem order naar het telegraafkantoor om den hoek „te vliegen", nam toen de telefoon en vroeg den directeur van het telegraafkantoor te spreken. Er zijn dingen, die voor een oningewijde on mogelijk schijnen, doch die voor een bekend detective tot de gewoonste zaken van de wereld hooren. Hieronder valt ook de mogelijkheid, om een telegram vóór alle andere verzonden te krijgen. Een verzoek in dien zin aan den directeur van het telegraafkantoor was in Brods geval voldoende. De detective legde den hoorn toestel en keek Lisser afwezig aan. „Het is nu elf uur. Het zal niet langer dan een kwartier duren voordat het telegram te Glendale is, want alle andere telegrammen worden nu opgehouden. Dat beteekent, dat Rol lasson het om half twaalf in zijn bezit moet hebben. Waarschijnlijk, daar reken ik tenminste op, zal hij direct antwoorden. Dat beteekent dan weer, dat wij op zijn laatst om twaalf uur antwoord van hem kunnen hebben, want ook zijn telegram zal vóór alle andere worden ver zonden naar de directeur mij heeft beloofd. Misschien komt het echter niet voor één uur aan; misschien niet voor twee uur, doch langer dan tot drie uur wachten we niet op zijn ant woord.” „En wat wil je dan doen?" „Dan? Wel, als we dan niet iets definitiefs van hem hebben gehoord, danwel, dan zullen we zien!” Lisser streek nadenkend langs zijn kin. „Rahal was vanmorgen hier, voordat je kwam,” zei hij toen. Brod werd opeens een en al aandacht. „Ha," zei hij. „En heeft hij nog bijzonderheden aan gaande zijn geval medegedeeld?" „Alleen dat hij met geen mogelijkheid in con ti) Nieuwe lezers beginnen 'nier: Edgar Rollasson, een vooraanstaande persoonlijkheid in de zakenwereld, komt den leider van een beroemd Londensch detective bureau John Brod bezoeken. Hij vertelt deze, dat zijn broer Dick drie dagen tevoren met zijn vrouw en kinderen naar het plaatsje Glendale in Schotland is gegaan en zijn intrek heeft genomen in het hotel de „Scottish Inn”. Voor een zeer belangrijke kwestie, die zonder hem niet kan worden afgewiitkeld is zijn onmiddellijke terugkomst echter noodzakelijk. Rollasson heeft zijn broer dienovereenkomstig getelegrafeerd, ontvangt echter de gekste telegrammen. die klaarblijkelijk niet van Dick af komstig zijn, waardoor hij de overtuiging krijgt, dat deze tegen zijn wil wordt opgehouden in het hotel. Midden in dit onderhoud komen Lilly en Jim Howard bij den detective binnenstormen en vertellen, dat hun vader en moeder ook in de „Scottish Inn” worden vaslgehoudenHei echtpaar Howard had zich met zoon en dochter naar Glendale begeven om daar eenigen lijd te verblijven- Den morgen na hun aankomst echter ontvangen broer en zuster aan hef ontbijt een briefje, waarin hun ouders mededeelen, dat zij door een zake;; kwestie van den vader genoodzaakt zijn naar Londen terug te keeren Het briefje is oogenschijnlijk door den vader geleekend. Als de beide kinderen daarop eveneens huiswaarts keeren, komen zij tot de ontdekking, dat de ouders in het geheel niet zijn teruggekomen. De derde, die een familielid aan de „Scottisch Inn” heeft moeten afslaan, is Mevrouw Ranger Culley, de om haar schoon heid beroemde echigenoote van den koperkoning en millionnair. Zij logeerde met haar man in het hotel en den eersten morgen was hij reeds verdwenen. Ook zij heeft een boodschap ontvangen, dat haar man voor zaken plotseling moest vertrekken en heeft, bij nader onderzoek, moeten ondervinden, dat hiervan niets waar was. Onder haar invloed besluit de heer Rollasson zélf naar de „Scottish Inn’’ Ie gaan om te zien, wal daar eigenlijk gebeurt- Hij spreekt met detective Brod af, dat hij een telegram zal sturen, zoodra hij iets weet. Is er niets verdachts aan het hotel, dan zal het telegram niets anders bevatten dan hef woord: „Kaas’*. Ontvangt Brod echter een telegram „Boter en kaasdan zal hij onmiddellijk hulp zenden- Hierna komt er op hel deteclive-bureau een telefonische mede- deeling van den heer Rahal, eigenaar van veie spoorwegen en stoomvaartlijnen, wiens broer op dezelfde geheimzinnige manier in de „Scottish Inn” is verdwenen. De secretaresse dient vervolgens weer 1 o aan. welke echter een andere dame blijkt ie zijn dan de Mevrouw Ranger Culley, van wie Brod een kwartier tevoren bezoek heeft gehad, hoewel er wel een kleine gelijkenis bestaat. Deze mevrouw R.C. kan zich echter identificeeren, zoodat twijfel aan haar persoon is uitgesloten. Zij vertelt, dat ook haar man, bij hun aankomst in de „Scottish Inn" plotseling schijnt te hebben moeten terugreizen. Zij heeft hem althans sindsdien niet meer gezien. In een courant kondigt de directie van de „Scottish Inn” aan, dat zij geen aanvragen voor logies meer in behandeling kan nemen na 12 Mei. Detective Brod besluit toch nóg iemand naar de „Scottish Inn’’ te zenden. De meest geschikte man hiervoor is Bland, dien hij opdraagt te onderzoeken, wat er van al de verdwenen men- schen is geworden. Een kwartier nadat Bland is vertrokken, wordt Brod door de Recherche opgebeld, dat Bland door onbekende op straat is Men heeft hem naar I hij een schedelbreuk heeft. Brod besluit Rollasson af te wachten. andere zij en sliep met een glimlach van vol doening om zijn lippen opnieuw in Om negen uur des morgens zat hij achter zijn groote bureau. Er waren ongeveer zeventien telegrammen dien morgen, maar een telegram van Rollasson was er niet. Hoe hij ook keek en keek, een telegram met het geruststellende woord „kaas” vond hij niet. Tien uur sloeg het en nog was het bewuste telegram er niet. Elf uur. Toen bracht een typiste hem het lang verbeide telegrafische bericht van Rollasson Snel maakte Brod het formulier open en las: „Klaarblijkelijk alles een vergissing. Alles is in orde en heel normaal. Rollasson.” Gedurende een paar minuten keek de detec tive naar het papier voor zich. Toen kwam Lisser binnen. „Bericht van hij. „In ieder geval een telegram met zijn naam er onder. Wat denk jij hiervan?” Lisser bestudeerde het telegram. Toen keek hij naar het ernstige gezicht van Brod. „Ik kan me voorstellen, dat jij met je „mis- dadigers-fantasie” nu nog de overtuiging koestert, dat alle „verdwenen” personen zijn geslacht, in vieren gesneden en opgehangen aan Mevrouw Ranger Cuiky de pijnboomen, die de „Scottish Inn” omgeven, zei hij toen. „Maar wat mij betreft, geloof ik thans meer dan ooit, dat de heele geschiedenis slechts een samenloop van toevalligheden is en dat alles in orde is.” „Daar kan ik niet zoo van overtuigd zijn,” zei Brod. „Ik heb Rollasson duidelijk gezegd, mij het woord „kaas” te telegrafeeren als hij bij zijn aankomst tot de ontdekking zou komen, dat alles in orde was. Dat heeft hij niet gedaan. Waarom niet?” Recherche opgebeld d.t Blend door een „Misschien omdat hij niet van kaas houdt en is aangevallen en bewusteloos geslagen. i i i r het Gemeente-Ziekenhuis vervoerd, daar Hij het telegram, dat hij Ï1U heeft' gestuurd, duitje- 1 nu de b'Hchien van ljjker vond," antwoordde Lisser lachend. „Onzin! Hij had zich aan onze afspraak moeten houden,” zei Brod. „Laat een jongen hier komen.” BIJ DEN SCHOENMAKER. Het gaat in het Zuiden heel wat gemoedelijker toe dan ten onzentde schoenmaker oefent er zijn beroep onder den blooten hemel uit, onderwijl profiteerend van zon en lucht, en de klant wel, die heeft den tijd in het Zuiden haast niemand zich en die wacht wel een paar uurtjes, gemakkelijk neergehurkt in de schaduw, tot zijn „stiefels van pieuwe zolen en hakken zijn voorzien. Het aardige „gevalletje”, dat zoo echt typeerend is voor de mentaliteit der bewoners van door blauwe luchten overhuifde landen, werd in een Al- baneesche stad op de gevo.elige plaat vastgelegd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 2