1D1E 'VIUIUKJ&ODIDIË IM/KNkI l I f I i h Nieuwe lezers beginnen hier: 7) ei vrouw,” mijn hebben, en nu, direct. pei EEN SCHITTEREND PLEKJE IN DE DUINEN VAN KOUDEKERKS (Zeeland). 2 zijn te hij eei hij Mc lo en dei 1 wa Vt vai da] wa zw wc ge vo pu va Mi die to st< vo je de ik In la: <11< dt la in Fi Bi h( VI df er ta Mi scl vei ge: zal de zc m de in de de g« do dr bh ke M; op gr Z1J ro ei o: ir IV m in de richting1 van dat daar vlak bij klein lampje met dat lampje aandraaien geluid voortbrengt, neer als een „Ik ben degeen, die wat te zeggen heeft, en niet jij, denk daaraan,” viel Francis hem in de rede. „Je kunt beter doen wat ik zeg, en wel zoo gauw mogelijk. Ik heb geen tijd te verspil len. Open je safe in den muur en geef me de juweelen, die er in zijn." „De juweelen!” riep Brown uit. „Maar hoe weet je „Ik weet meer dan je denkt,” antwoordde Francis. „Maar vergeet niet, dat ik hier niet ben gekomen om je tekst en uitleg te geven. Je moet direct doen wat ik je vraag, anders kon ik wel eens ongeduldig worden en korte metten met je maken. Op hulp behoef je niet te rekenen. De detectives zitten elkaar in je werkkamer bakken te vertellen en je bedienden liggen allemaal net als je secretaris op één oor. Ik ben hier gekomen voor die juweelen en ik moet ze hebben. Krijg ze dus onmiddellijk!" „Maar je zeije zei bij je derde bezoek en dit is pas het tweede,” hijgde Brown. „Ik ben van gedachten veranderd,” verklaarde Francis. „Vooruit krijg die juweelen." Hij richtte de revolver op Brown zijn hoofd angst. Hij klom uit zijn ledikant en de financier rilde van zijn bed, maar moest zich aan vasthouden om niet te vallen. „Die juweelenwaren van zei hij. „Wat zou dat? Ik wil ze Jij kunt wel weer nieuwe koopen! Misschien kun je dezelfde wel weer terugkoopen, als je ze in de gaten houdt. Het is omdat ze zooveel waard zijn, dat je er geen afstand van wilt doen en niet omdat ze eens aan je vrouw hebben toebehoord! Met zulke smoesjes behoef je bij mij niet aan te komen, Brown! En denk er aan, ik word het wachten moe!” Brown bezat niet meer den moed om nog iets te zeggen! Hij wankelde door de kamer naar den muur, waar zich de safe bevond. Francis volgde hem op den voet, de revolver dreigend op den man vóór hem gericht. Hij zat zelf in duizend angsten en wenschte vurig, dat het avontuur achter den rug was. „Maak wat voort,” commandeerde hij. „Ikik haast me al,” antwoordde B^own. Hoewel hij zich werkelijk haastte, schoot hij toch niet erg op. Hij vergiste zich met de combinatie van het slot en moest de letters opnieuw instellen. Met alle geweld deed hij Saul Brown is een groot „financier”, die schatten verdient met allerlei ondernemingen van IwijFelachtig moreel gehalte en zwendelparlijen. Hij heeft een laag karakter en is laf; hij is steeds bevreesd voor zijn leven en heeft zich daarom omringd met een stoet van bedienden, wien hij fabelachtige salarissen betaalt, en een secretaris, die in laagheid niet voor hem onder doet. Op het oogenblik, dat het verhaal begint, zit Brown met Francis, den secretaris, in zijn werkkamer. Na eenigen tijd laat hij Francis vertrekken en blijft zelf nog wtrken. Hij is zeer on rustig en heeft het gevoel, dal hij bespied wordt. Dit is inder daad het geval, want plotseling ontdekt hij een gedaante in de kamer, gekleed in een vuurrood cosluum en gemaskerd, terwijl een revolver dreigend op hem wordt gericht. Brown herkent „De Vuurroode Man”, wiens metier hel is de rijkste burgers te bestelen, en dien de politie niet overmeesteren kan. „De Vuurroode Man’- deelt Brown mede, dal hij van plan is hem driemaal te bezoeken en hem financieel te ruïneeren, om de vele menschen. die door Brown benadeeld zijn, te wreken. Alle voorzorgsmaatregelen, die Brown zal nemen tot zijn be scherming, zullen volkomen nutteloos zijn. De financier is mach teloos zich te verzetten. Wanneer eindelijk de secretaris weer terugkomt, brengt ook dit geen hulp voor den financier, want „De Vuurroode Man’’ heeft Francis evenzeer in zijn macht en legen de dreigende revolver vermogen de beide mannen niets. „De Vuurroode Man” neemt een kostbaar gobelin van den muur, scheurt het in reepen en bindt er Francis mee aan zijn stoel vast, terwijl hij Brown met zijn revolver in bedwang houdt. Dan verlaat hij hel huis, zonder door de bedienden opgemerkt te worden. Buiten doel hij zijn rood costuum uit en verbrandt hel. Oogen- blikkelijk nadert een groole auto; hij stapt er in, verkleedt zich en beveelt den chauffeur weer naar hel huis van Brown te rijden, waar hij wordt aangediend en ontvangen als Denis Roach, een jongeman, dien de millionnair verwachtte. Brown weet echter niet, dat Denis Roach en „De Vuurroode Man” een en dezelfde persoon zijn. Op deze manier is „De Vuurroode Man’’ ongemerkt tegen woordig bij hef onderhoud, dat Inspecteur Troman met Brown heeft en komt zoo op de hoogte van alle maatregelen, die er tegen hem worden genomen. Hij biedt Troman, die gezworen heeft, „De Vuurroode Man” te pakken Ie krijgen, zelfs aan hem bij zijn pogingen tot arrestatie behulpzaam te zijn Na afloop van zijn bezoek gaat Denis Roach in zijn auto naar een partij, waar hij zijn verloofde, Betty Hayler. ont moet. Deze jongedame staal hem in al zijn ondernemingen bij. Zij overleggen, dat hel ’I besle is. dien avond reeds de juweelen bij Brown te stelen. Hel zal dan 't derde bezoek van „De Vuur roode Man’’ zijn, hoewel Brown niel weet, dat het tweede al gebracht is. Betty Hayler blijft in den auto buiten wachten, terwijl Denis Roach zich in zijn rood cosluum steekt. Daarna verschaft hij zich met behulp van Douph, zijn chauf feur. toegang lot het huis, zonder door iemand opgemerkt te worden. Inmiddels heeft Francis zich in zijn kamer in een vuurroode pyama gestoken, daar hij van plan is, vermomd als „De Vuur roode Man” de juweelen uit Browns slaapkamer te stelen. Hij heeft zijn plan zorgvuldig voorbereid, zpodal de verdenking nooit op hem. maar altijd op „De Vuurroode Man” zal vallen. Na zich overtuigd te hebben, dat alles rustig was, sloop hij weer terug naar zijn bed, waar hij zijn schoenen begon aan te trekken. Wan neer Brown zich den volgenden morgen mocht herinneren, dat „De Vuurroode Man” op bloote voeten was geweest, zou dit moeilijkheden kunnen geven! Na zijn schoenen te hebben aangetrokken, sloop hij weer naar de deur, opende ze op een kier, luisterde aandachtig en gleed toen als een schaduw de gang in. Eenige seconden later stond hij voor de deur van Browns kamer. Zijn hart klopte tegen zijn keel, maar hij aarzelde nu niet meer. Geruischloos ging hij de kamer in. Op den drempel bleef hij nog even staan, sloot de deur toen achter zich en liep op zijn teenen Brown zijn bed. Francis wist, een tafeltje stond met een een gele kap er op. Hij zou en als zijn meester dan wakker werd, zou deze op nog geen meter af stand van zijn bed in het zwakke schijnsel van het lampje „De Vuurroode Man” zien staan. En Francis wist, welke uitwerking dat op Brown zou hebben. Op den tast vond hij het tafeltje en het lamp je. Reeds strekte hij zijn hand naar het knopje uit om het aan te draaien, toen hij ze schielijk terugtrok als had hij ze in een wespennest ge stoken. Hij had geen roode handschoenen, zoo- als „De Vuurroode Man”! Eén oogenblik wist hij niet wat te doen en moest hij zich met alle geweld beheerschen om piet naar zijn kamer terug te ijlen. Maar hij wist, dat wanneer hij eenmaal daar zou zijn, hij niet meer den moed zou hebben om terug te gaan. En hij moest de juweelen hebben, omdat hij het geld dringend noodig had. Daarom besloot hij het te wagen zonder handschoenen, zich voornemend handen zooveel mogelijk in de schaduw houden. Alleen de zware ademhaling van Brown was hoorbaar. Opnieuw stak Francis zijn hand uit. Ditmaal vond hij het knopje en terwijl hij de revolver op het bed hield gericht, draaide hij het lampje aan. Het licht scheen precies op het hoofd van Brown, en andermaal bekroop Fran cis de bijna onbedwingbare lust om te keeren en de kamer uit te rennen. Hij likte aan zijn droge lippen, en deed een stap naar voren. Hij wist, dat Brown niet zou mogen schreeuwen, wilde zijn plan slagen. Aarzelend bleef hij even staan, aandachtig kijkend naar Brown. Het licht deed reeds zijn werking gelden. De finan cier bromde in zijn slaap en streek met zijn hand over zijn oogen. Toen rekte hij zich uit, geeuwde en deed zijn oogen open. Francis hield de revolver zóó, dat Brown ze in den gloed van het licht moést zien. Hij ver anderde zijn stem en sprak met een diep keel geluid zooals „De Vuurroode Man”: „Geen woord! Geen geluid of ik schiet! Op mijn woord van waarachtig, ik schiet De uitwerking op den financier was fataal. Al had zijn leven er van afgehangen, dan nóg zou Brown geen woord hebben kunnen uiten. Een waanzinnige vrees had hem in haar klau wen. Hij had zwaar geslapen en toen hij zijn oogen opende, terwijl zijn hersenen nog met de obsessie van benauwende droomen worstelden, zag hij, op nog geen meter van zijn bed de ge daante staan, waarvan hij veronderstelde, dat het „De Vuurroode Man” was. Eerst dacht hij, dat hij nog droomde. Toen zag hij, dat het werkelijkheid was. Een oogen blik was hij niet in staat zich te verroeren; daarop probeerde hij overeind te komen en op den rand van zijn bed te gaan zitten. Francis, die hem aandachtig gadesloeg en die zelf even bang was, oordeelde, dat nu de tijd gekomen was om weer wat te zeggen. „Houd je gemak,” waarschuwde hij. „Als je een beweging maakt of een dat mij niet aanstaat, schiet ik je hond! Kom overeind.” Brown slaagde er met veel moeite in overeind te komen, en merkte dat hij wat zeggen kon, al was het ook niet meer dan een zwak gefluister. „Wat....” begon hij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 2