/Hl I I III X. DIE EEIXI XVEKKED IX I4EXSCDEX, I- •s h r t, at Het is steeds den juisten het wakker worden te brengen door (Foto B. 1. P.) FOTOSTUDl E - 15 - des middags was. den juisten tijd n e g IS at in ar It. •n et d. )k t- ae ik er ze er er o- in an )r ie te re rs b- •n iHiEir tijdszintuic daar weten, zij in te at 1» at te et bijvoorbeeld heeft de tactiek, om hel eerste ge deelte van den af te leggen weg zoo langzaam mogelijk te loopen. Hierdoor spaart hij zijn energie voor den eindspurt. Maar hij moet nu wel precies weten, hoe lang hij langzaam kan loopen, en wanneer hij beginnen moet zijn tem po op te voeren. Bij bekende kampioenen, zoo- als Nurmi, Peltzer en anderen, berust hun succzs hoofdzakelijk op deze tactiek, die hun echter niets helpen zou, indien zij voor het tijdstip, waarop zij hun tempo moeten versnellen, geen zintuig of gevoel hadden. Zonder twijfel is het bij andere sportieve prestaties hetzelfde. De jongleur, de trapeze-kunstenaar moeten hun tijdzin bijzonder sterk ontwikkelen. Kinderen bezitten slechts in zeer onvoldoende mate tijdzin.. Vaak zijn zij niet eens in staat om te schatten, of iets twee of vijf minuten duurt! Waarschijnlijk komt dit, omdat zij nog te weinig oefening hebben. In het eerst hielden de geleerden het tijds- zintuig voor het gevolg van een onbewuste ge- dachte-werking. Het kon zijn, zoo beweerde men, dat het aanbreken van den dag, het ru moer op straat of andere, met het komen van I n Londen leeft een tijds-phenomeen. Het is I een zekere Bill Jenny, die de zorg heeft voor de 1050 klokken, welke het Savoy- Hotel, in de Engelsche hoofdstad, rijk is. Hij moet er voor zorgen, dat ze steeds den juisten tijd aangeven. „Niets bijzonders," zult u waarschijnlijk zeg gen. „Daar zie ik ook kans toe!’’ Jawel, maar Bill Jenny zet de klokken gelijk zonder daarbij een horloge of een andere klok te raadplegen. Hij heeft een gevoel voor tijd, dat hem in sta.it stelt op ieder uur van den dag of van den nacht I recies te zeggen, hoe laat het is. Op de minuut, op de seconde af! Een vergadering van psychologen heeft eens een interessante proef met hem genomen. Hij werd geïsoleerd in een zaal gezet en nu en dan, met cngelijke tusschenpoozen, vroeg men hem, hoe laat het was. Bil! Jenny antwoordde „uit het hoofd” en toen hij ongeveer veertig maal had geantwoord, bleek, dat hij zich geen enkelen keer had vergist. Hij voelt den tijd in zich! Er zijn meer menschen, die tot op zekere hoogte dit gevoel voor tijd hebben, en die ten naaste bij kunnen zeggen, hoe laat het is zonder dat zij daarvoor zon of sterren, of een uurwerk behoeven te raadplegen. Maar voor zoover ons bekend is, heeft niemand dit gevoel, dit zintuig, zóó sterk, zóó zuiver als Bill Jenny. Wat zegt de wetenschap van een dergelijk tijds-gevoel in den menseb? De psychologie heeft zich met deze „wonder lijke gevallen” bezig gehouden en vastgesteld, dat de prestaties der zintuigen afhankelijk zijn van bij de geboorte medegekregen gaven op dit gebied. Van grooten invloed is echter ook de oefening. De waardevolste resultaten op dit terrein dan ken wij aan den bekenden onderzoeker Frobe nius. Gedurende 250 nachten nam hij met vijf personen van verschillenden leeftijd proever, met betrekking tot hun tijdszintuig. Onder deze personen waren er, die zelf reeds dérgelijke proeven hadden genomen, en anderen, die dit voor den eersten keer op aanwijzingen van den onderzoeker deden. Opvallend bij de resultaten, die Frobenius kreeg, is dat een bepaalde graad van vermoeid heid bij zijn sujetten geen rol speelde. Een dame sliep drie weken lang in het geheel niet. Toen ging zij om ongeveer één uur des nachts slapen en beval zichzelf, om vier uur weer te ontwaken. Ofschoon zij door het vrij willige waken doodmoe was geworden, werd zij precies vijf minuten vóór vier uur we,er wakker. Bij een andere proef sliep iemand vier en twin tig uur niet en ging toen slapen met het bevel om na een uur wakker te worden. Ook deze proef gelukte. Frobenius verwijderde uit de kamer der slapenden ook alle klokken, die mo- gfelijk door hun tikken oorzaak konden zijn geweest van een onbewust aftellen der seconden. Maar ook toen werden de slapenden op den vooraf bepaalden tijd wakker. Volgens het oordeel van Frobenius is het absoluut on verschillig of zich in de kamer van de proef persoon een klok bevindt, die door haar tikken of slaan den tijd markeert; of de klok goed of niet goed loopt; of dat er heelemaal geen klok is het tijdszintuig van zijn sujetten func- tionneerde steeds zóó nauwkeurig, dat zij nim mer te laat wakker werden. Wel is waar bestaat het gevaar, dat men onmiddellijk vast inslaapt, indien men niet direct na het wakker worden opstaat. Vaak probeerde Frobenius ook zijn proef personen op een dwaalspoor t_ hun vóór het inslapen niet te zeggen hoe laat het was. Zij wisten vaak niet eens, of, het tien uur des avonds of twaalf uur Maar steeds kwamen zij op wakker! Niet alleen echter in verband met het slapen heeft men kunnen vaststellen, dat de mensch over een tijdszintuig beschikken moet; ook door andere verschijnselen heeft men dit kunnen na gaan. Bij den athleet, die record op record sta pelt, speelt het tijdszintuig naast andere func ties eveneens een belangrijke rol. De hardlooper den jongen dag verbonden verschijnselen de slapenden wekken. Het onderbewustzijn zou deze verschijnselen dan in zich opnemen, ver werken en den slapende wekken. Dat dit echter niet het geval is, bewees Frobenius. De mensch ontwaakt ook, indien hij volkomen geïsoleerd wordt van licht, geluiden, klokken of andere, den tijd bepalende, voorwerpen. Uit het bovenstaande blijkt dan ook onom- stootelijk, dat sommige menschen over een tijdszintuig beschikken, dat, onafhankelijk van uiterlijke omstandigheden, steeds in hen werkt. Deze menschen hebben dus meer dan vijf zin tuigen, zooals dit ook het geval is met hen, die ever een tastzin beschikken. De wetenschap spreekt in dit verband ook reeds van een bij zonder druk-, warmte-, koude- en pijn-zintuig, van een evenwichtszintuig en van een, tusschen het gehoor- en t druk-zintuig liggend, vibratie- zintuig. Over hoeveel zintuigen beschikt U? Het is in teressant, zich op dit gebied eens te „testen", daar slechts weinige menschen nauwkeurig over hoeveel en welke! zintuigen werkelijkheid beschikken!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 15