c 1 <1 TL i J t»’ iA A 1C VOOR EEN WINKEL IN KYELANG (HIMALAYA). Hij HOOFDSTUK VI. knielde opnieuw (Wordt vervolgd). 3 zijn die had de ’ij )e- ir- ira in ae- ier an len nd, st el- ro tte te tu rn- w m 'de ijn al, in de, de ze am sar re mt dg en me lu id, !T- :n, en iet tit el hij aal en de uitdruk- den notaris veranderde bij den naad neer, stukjes zou langzaam en plotse- Shaw had den vagen om den hoek een ge was. er bij neer, kreeg zijn, zakmes en stukje glas los, dat met de punt zijn dan de plek tusschen den de tafel. Hij vond het zelf vreemd, dat naar kijken moest, en dat zijn zoon zonderlinge wijze door zelfs net alsof hij zien zicht te zien was geweest, dat hem met groote, verba’asde oogen had aangestaard. Hij stond op en ging naar de eetkamer, maar eenige oogenblikken later keerde hij weer terug, overtuigd, dat zijn verbeelding hem parten moest hebben gespeeld. Hij trad op den haard toe en vestigde zijn oogen op de plek, die zoo n bijzonder fascineerenden invloed op hem scheen uit te oefenen. Plotseling fronste hij zijn wenk brauwen en keek strak naar een naad tusschen twee planken op den grond. Daar had hij iets glasachtig schitterends ontdekt, en hij bukte zich om te zien wat het Hij knielde peuterde een naar beneden in den naad had gezeten. Hij stond op en bekeek het in het licht van een der kaar sen. Het was een wigvormig stukje glas, waar van de eene kant geslepen en boogvormig was. De vorm, en vooral de ronde geslepen kant, deed vermoeden, dat het van een horloge- glas was. Zonder te weten waarom, verbond hij het in zijn gedachten onmiddellijk met het horloge, dat inspecteur Slane hem had laten zien, en dat de initialen van John Bratsch vertoonde. Het volgende oogenblik begreep hij echter, dat er geen verband tusschen kon bestaan. Het stukje glas, dat hij in den naad tusschen de planken had gevonden, kon niet afkomstig zijn van het horloge, dat Slane hem had laten zien, want hij herinnerde zich positief, dat het glas van het horloge heel was geweest. Hij pakte het stukje echter toch in zijn zakdoek en om te zien of hij nog meer kunnen vinden. ding zag hij het toebrengen van den fatalen slag; zag hij hoe het slachtoffer stervend op den grond ineenkromp. Zijn blikken dwaalden langs den grond, tot ze bleven rusten op een plek tusschen de eiken tafel en den haard. Mis schien was het hier, dat de man was gevallen, nadat hij door Elliott was neergeveld. Shaw vroeg zich verbaasd af, wie de man kon zijn geweest en welke eigenaardige speling van menschelijke gelijkenis hem aan het slachtoffer verbond. Wat was de beweegreden geweest, dat deze naar het huis was gegaan, waar hij zijn on geluk had ontmoet Shaw keek nadenkend om zich heen, zich afvragend of hij ergens een aan wijzing kon ontdekken, die eenig licht op het mysterie kon werpen. Op alle voorwerpen in de kamer lag het stof bijna een duim dik; de lucht scheen er van vervuld en maakte het moeilijk om behoorlijk adem te halen. Hij ging naar het raam en schoof het n eindje open, onderwijl een paar keer diep ademhalend. Toen draaide hij zich om en keek opnieuw naar de plek tusschen de tafel en zelf niet, maar keek opnieuw den haard. Hoe het kwam, wist hij hij kon de gedachte niet van zich afzetten, dat het slachtoffer op deze plek ter aarde was gevallen. Hij deed een paar stappen naar voren, zijn blikken nog steeds op den grond gericht. Hij ontdekte echter niets bijzonders en een der aan gestoken kaarsen nemend, begaf hij zich naar de hall. De vlam Spoedig vond hij er een, dat veel kleiner was dan het andere en dat diep in den naad tusschen de beide planken zat. Weer probeerde hij het met zijn mes los te wroeten, maar t kleine stukje glas was moeilijk los te krijgen en herhaalde malen viel het van de punt van zijn mes. Plotseling bleef hij onbeweeglijk zitten, steunde, terwijl hij op den grond knielde, met zijn linkerhand op den grond, terwijl hij het mes in zijn rechterhand had. De mouw van zijn uitgestrekten linkerarm was iets opgeschoven, waardoor de moedervlek boven zijn pols zicht baar was. Dat gebeurde altijd, wanneer hij zijn arm uitstak zooals nu, maar hij gaf zich nooit de moeite het te voorkomen als hij alleen was. Nu had hij echter het gevoel, dat hij niet langer alleen was. Het kraken van een plank had hem de zekerheid verschaft, dat er iemand in zijn nabijheid was. Shaw keek op. Jarvis Reef boog zich over hem been, en diens kleine, schitterende oogjes waren strak op de moedervlek gevestigd. Verward kwam Shaw overeind, king in de oogen van op slag. „Goeden avond, mr. Shaw," zei hij vriende lijk, en niets in den klank van zijn stem of in den blik van zijn oogen verried, dat hij de moedervlek had gezien. „Zocht u iets?” van de kaars flakkerde onrustig en wierp grillige schaduwen op den grond en langs de muren, toen hij het kleine hokje onder de trap naderde. De deur stond open, en zijn weer zin met geweld overwinnend, ging hij naar I binnen. Een zucht van verlichting ontsnapt» I hem. De afschuwelijke overblijfselen, die hij nauwelijks eenige uren geleden nog had zien liggen, waren nu verdwenen. Het leek echter wel, alsof er nog steeds een griezelige, geheim zinnige sfeer in het hokje heerschte. Er bevon den zich verscheidene boeken, papieren en in strumenten, waarmee Shaw zijn vader vroeger dikwijls bezig had gezien. Wat deze er echter mee had uitgevoerd, had hij nooit begrepen. Hij had vage herinneringen aan kaarten, teekenin- gen en allerlei kaballistische teekens, die fantasie als jongen hadden geboeid, maar zijn vader, zwijgzaam als deze was, nooit verklaard. Alles in het vertrek was overhoop gehaald, waaruit Shaw afleidde, dat inspecteur Slane een grondig onderzoek had ingesteld. Hij nam de kaars, die hij zoolang op den grond had gezet, en keerde naar de zitkamer terug. Hij had nooit precies geweten, wat hij eigen lijk had verwacht in het huis te zullen vinden, maar nu het tot hem begon door te dringen, dat zijn bezoek inderdaad vruchteloos bleek, kwam er toch een gevoel van teleurstelling over hem. Niet wetend, wat hij nog verder in het huis zou hebben te zoeken, zette hij zich op een der krakende stoelen. Een windvlaag deed de gordijnen voor het raam, dat Shaw geopend had, opwaaien, waar door de vlammen der kaarsen allerlei spook- acntige schaduwen op den grond en de wanden wierpen. Verstrooid keek Shaw er naar, verbeelding den vrijen loop latend. Nu en gingen zijn blikken naar haard en hij er telkens fantasie er op werd opgewekt. Het was kon, hoe Opeens was het beeld, dat zich aan zijn geestesoog had voorgedaan, verdwenen. Terwijl hij overeind kwam van zijn stoel, werd hij zich plotseling van een zonderlinge gewaarwording bewust. Hij keek naar de deur, die toegang gaf tot de eetkamer. Terwijl zijn verbeelding hem het drama van den moord levendig voor oogen had getooverd, scheen ze ling te zijn opengegaan en indruk, dat er heel even v

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 3