het 1 naar ce I L J schavot Dertig schreden van H leen maar zijn tegenwoordigheid van geest te bewaren. En dat kon hij uitstekend, Saul Warders! 1 EEN COMPLEET VERHAAL I UI 3 kl i j i- H DE PLACE DU CARROUSSEL TE PARIJS. - 6 - L< Je op hi naast is de was 1 ha< dir tlin ad hac me kle Vi zij 1 J heb! u n- van Iron keer in. Daar kon dus van hij ^ltifcfllfclfli!fUlIU(iUl'klllMll»! iU iLi i! de voornaamste al zijn moeilijk- kwestie van ver- Zi ste corr nóg- hij j Burt veili; W Dt aan hetgi de d tikte, inzia Ali duidi kunn blijvf „O Wan stellij loof Ja Raat het v Hij haald van i daarc zich eens te gr De wordt dig, De nu zi nadacht, voelde van bevrediging zoo handig had de moord ook rei scl ka go stc du aa: I lar lijl de zijl me we f gaa V •gel gev doo ied< keu zen’ met scht P „1 tare zitten. Daarom aangetrokken! Indien er et was ongetwijfeld een uitstekend, een volmaakt plan. Als hij de onderdeden er van eenmaal had uitgevoerd, had hij al maar zijn tegenwoordigheid van papier, dat hij in het kantoor zou soms op het worden. Zijn afwezigheid zou worden opgemerkt. Vijftien seconden, nadat hij zijn kantoor had verlaten, zou hij bij den direc teur binnen zijn. Die zou, tien tegen één, alleen zijn. Maar er op rekenen mocht hij natuurlijk niet. Hij moest er op voorbereid zijn, dat er iemand bij Sir John kon wezen. Voor dit geval zou hij den baas den wekelijkschen orderstaat laten zien. Die was dit keer juist erg hoog. Sir John zou dus in zijn schik zijn, maar zijn plan zou Warders dan niet kunnen uitvoeren. Doch dat gaf niet. Het was niet goed om overijld te werk te gaan, en fouten te maken. Want dit was een geval, waarbij één fout fataal kon zijn. Men moest altijd zorgen een tweede kans te hebben. Alles vooraf overdenken. Precies weten, hoe in elk denkbaar geval te handelen. Alles voorzien. De rest was eenvoudig. Nu als Sir John alleen was. Natuurlijk zou Warders niet vergeten de deur achter zich te sluiten. Dat mocht hij onder geen voorwaarde vergeten! Dan zou hij zeggen: „Zoudt u den wekelijkschen orderstaat even willen inzien, Sir John?' En dan? Hij, Warders, moest met alle kansen rekening jrouden. Het zou één op de duizend zijn, dat de baas hem niet direct te woord zou staan. Maar als die eene, duizendste kans zich voordeed, dan kon Warders zijn plan ook niet uitvoeren, dan diende hij het uit te stellen tot een volgende gelegenheid. Want hij had slechts vier en een halve minuut om zijn daad te vol brengen. Hij mocht dus geen risico nemen. Beter het dan op een anderen keer nog eens te probeeren. Tot zoo ver was alles in orde. Aangenomen, dat alles goed ging, zooals Warders het ver wachtte, dan zou Sir John direct de rechter lade van zijn bureau openschuiven om de cijfers der vorige week te vergelijken. Dat deed hij altijd. Dan zou de baas dus over de rechter la van het bureau gebogen zitten en Warders zou rechts van hem staan. De geladen revolver lag onder de papieren in de rechter la. De baas had die revolver daar liggen sinds de laatste staking. Telkens als hij over zijn plan hij een bijna artistiek gevoel in zich opkomen, omdat hij het bedacht. Maar bovendien was noodzakelijk in het belang van zijn eigen veilig heid, en dat kon niet van iederen moord worden gezegd. Het was zijn secretaresse, die hem, toen hij zijn kantoor binnenging, vertelde, dat ook zijn laatste proefneming uitmuntend was geslaagd. „Sir John heeft ongeveer twintig minuten ge leden opgebeld, mijnheer,” zei het meisje. „Hij vroeg of u er was. Hij zou u graag na drie uur even willen spreken als u gelegenheid hadt." „Sir John?” had Saul verbaasd gezegd. „Ik dacht, dat hij niet op kantoor was." „Hij heeft ook ergens anders opgebeld, mijn heer. Ik denk in het restaurant, waar hij zijn lunch gebruikte.” „O. Ben je vroeg O, wacht eens even! Als Sir John eens vroeg, waarom hij een handschoen aan zijn rechter hand had? Warders moest een handschoen aan heooen. Hij kon geen vingerafdrukken riskeeren. Nu hij zou zeggen, dat hij zijn vinger had gewond, en dat een enkele handschoenvinger hem te lastig was, omdat die nooit goed bleef had hij dus een handschoen dan nog iets gebeurde, waardoor hij zijn plan niet ten uitvoer kon brengen, dan zou hij den volgenden keer een andere reden voor het dragen van den handschoen moeten verzinnen! Maar het zou nog drie weken duren, eer de balans werd opgemaakt en zijn fraude aan het licht zou komen. En in drie weken tijds kon hij nog heel wat bedenken. Hij was nogal vindingrijk. Maar als er geen storing kwam op het laatste óogenblik, dan zou alles verloopen zooals hij het zich had voorgesteld. Nu de mededeeling, die hij door de telefoon zou doen. Er zou geen seconde mee verloren gaan. Als de baas opbelde, werd hem altijd di rect geantwoord. Wat zou het meisje aan de telefoon-centrale doen, als zij de jobstijding hoorde? Misschien zou ze flauwvallen. Zooveel te beter! Maar aangenomen, dat zij het minst waarschijnlijke deed en dat zij kalm bleef. Dan zou zij naar het bediendenkantoor gaan en alarm maken. Voor alle zekerheid had Warders daarom den afstand tusschen de telefoon-cen trale en het bediendenkantoor nauwkeurig ge meten; het zou minstens twee en zeventig se conden duren eer ze er was, al liep ze hard. In ieder geval zou hij dus zeven en vijftig secon den voorsprong hebben om zich in veiligheid te stellen, want hij zou binnen vijftien seconden te- i ug zijn in zijn eigen kantoor. Zeven en vijftig seconden voorsprong hij hoefde dus niet overijld te werk te gaan. er zeker van, dat het sir John was?” vroeg de procuratiehouder twijfelend. „Heeft hij gezegd, dat hij het was?” „Neen, dat niet. Hij vroeg alleen, of hij met Ransacks Ltd. sprak; en zonder er bij te den ken, antwoordde ik direct: „Ja, Sir John, met het hoofdkantoor." Ik herkende zijn stem on middellijk." „Dat zal wel,” antwoordde Warders. „U spreekt zoo vaak met hem door de telefoon.” Hij ging zijn kantoor binnen en sloot de deur achter zich. De proefneming was uitstekend ge slaagd. Er was nu geen enkele reden meer, waarom hij zou aarzelen het plan uit te voeren op de wijze, waarop hij het bij zichzelf had vastgesteld en herhaalde malen gerepeteerd. Het overige betrof slechts kleinigheden. Hij wist nu, dat hij de stem van Sir John zóó uitstekend kon nabootsen, dat zelfs zijn secretaresse, die den directeur dagelijks verscheidene malen door de telefoon sprak, overtuigd was, met hem te heb ben gesproken. En dat was schrede naar de oplossing van heden! De rest was slechts een trouwen en tegenwoordigheid van geest. In zijn geest had hij hetgeen hij doen zou, al wel honderd keer overdacht, zonder ooit één fout te hebben gevonden. In de eerste plaats de wijze, waarop hij het kantoor van Sir John zou binnengaan en het weer verlaten, zonder dat iemand hem zag. Dat was al heel eenvoudig. Een zijgang verbond zijn kantoor met dat van den directeur. Warders had de proef genomen. Het duurde niet langer dan vijftien seconden om van het eene kantoor naar het andere te loopen. Het was slechts een kwestie van een twirftig, dertig schreden. Waar deed dit hem aan denken? Aan iets, dat hij vaak in de cou ranten had gelezen. O ja.... Brrr! Niet erg prettig om daar juist nil aan te denken! „Van de cel van den terdoodveroordeelde naar het schavot is niet meer dan dertig schreden.” Zooiets schreven die idiote verslaggevers altijd. Eigenaardig, dat hij daar nii aan denken moest. Maar daar mocht hij zich niet door van de wijs laten brengen. Daar was hij veel te kalm, veel te zakelijk voor. Hoe hij naar het kantoor van den directeur zou gaan, stond dus vast. Nu zijn secretaresse. Hij zou niet langer dan vier en een halve minuut wegblijven. Dat had hij verschei dene keeren nagerekend door, als de directeur weg was, naar diens kantoor te gaan en daar een generale repetitie van zijn daad te houden. Hij zou miss Burton naar den portier sturen, om de lijst van de zieken en telaatkomers. Die Nog iets anders? Voetsporen op de zijgang! Een knoop, een den directeur mocht vergeten? Dat allemaal niets beduiden, want hij kwam wel tien keer per dag bij den baas kantoor! Wat zou hij nu doen, als hij weer op zijn kan toor terug was, voordat de verschrikkelijke tij ding hem zou worden medegedeeld? Hij zou maken, dat er papieren op zijn bureau gereed lagen, die hij zoogenaamd kon zitten bestudee- keek hij iedere week een niemand iets ongewoons in zien. Miss Burton zou minstens vier en een halve minuut wegblijven. Hij zou direct na haar weg gaan, en het roode lampje boven de deur aan steken, ten teeken, dat hij niet gestoord wilde dus door niemand

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 6