t 1 i - 7 - en deze week 1" op. greep den knop. Hij niet aan zou kalm en er en om was was, geen )or ;ou ms het rt i or an en en ?n, de |ds ral op •en ‘g. *r- an »n. ad er ?ef en on •en di- de ng eel ast >an en ?rs ?n- re- se- In ?n- te te- tig liet an- tij’ 'OU ?ed ee- goed va] mij niet twee jaar links hetzelfde viertal bedienden kunnen uitvoeren, blijven. den neer in er van pani- de pen, ze aan den nu niet denken! Nu al zijn gedachten houden bij I voor den directeur. Hij zouden ze zouden ze boekhouder „O., eh! Warders!” Sir John keek op, en Warders zag aan zijn oogen, dat zijn belang- gewekt. „Een goede week, ge stelling reeds was gewekt. „Een goede week, ge loof ik, is het niet?” „Ja, Sir John." Warders legde de papieren op het bureau van zijn directeur en bleef rechts naast hem staan. „Indien ik me goed herinner, is deze week nog beter dan de vorige. En die Was al zoo goed.” „Ja, ik geloof het ook," zei Sir John. „Het gaat goed. Warders! Eens kijken hoeveel was buitenkant, in de gang, op den grond viel. Hoe forceerde men een slot. gauw, hoe forceerde men een slot? Hij keek om zich heen, zag niets waarmee hij het kon doen. Geen tijd., geen tijd na te denken. Zeven en vijftig seconden het? Nu waren het er nauwelijks nog veer tig! De ramenkon hij door de ramen er uit? Neen, onzinde ramen waren te hoog. Zijn nekhij zou zijn nek breken. Brrr! Hij duwde tegen de deur. Gek, die hij dat gaf natuurlijk niets. Hij moest juist leven maken! Kalm blijven, doodkalm. Hij had nu nog maar dertig seconden. Dertig.... waar deed dit hem ook weer aan denken? Van de cel van dert veroordeelde. Twintig seconden. Het slot forceeren.. met zijn zakmes.. Het mes brak af, het stuk bleef er in zittenKalm nukalm nu.. Had hij dit niet voorzien? Tien seconden nog maar.. Zeven., vijf.. Plotseling hooide hij voetstappen, haastige voetstappen op de gang De bediendenHij kon niet meer uit de kamer, waarin hij met den dooden directeur was Hoort, nu bonsden ze op de deur. In verband met hetgeen hij door de telefoon had gezegd, hem vindenDaar hoorde hij den hem vindenDaar hoorde hij den roepen: „Blijf niet staan gapen daar! Ga mijnheer Warders waarschuwen Warders lachte, idioot, waanzinnig! „Ga War ders waarschuwen!" En hij was in de kamer, en de baas lag naast hem, vermoord.... Ze schenen nu iets zwaars gehaald te hebben, want hij hoorde duidelijk doffe slagen op het paneel van de deur. Het gaf meeHij zag het wijken.. Nu zouden ze hem vinden.. Wat moest hij doen? Had hij dit niet voorzien? Hoe had hij zoo stom kunnen zijnHij rukte aan zijn haren, begon als een bezetene te gillen. Dertig schreden van de cel van den terdood- veroordeelde naar het schavotHij schreeuw de de woorden uit, en op hetzelfde moment week de deur en drongen een naar binnen. „Warders! Mijnheer Warders!" riep de boek houder ontzet. Warders boog zijn hoofd. Een ijzige kalmte overviel hem. Dezelfde ijzige kalmte als toen hij de daad nog moest bedrijven. „Ik heb hem gedood,” zei hij eenvoudig. „Ik ben zijn moordenaar." het verleden week?” Hij opende de lade aan zijn rechterhand haalde er eenige papieren uit. Het onderste van was de orderstaat van de vorige week, daaronder lag de revolver. De oude man boog zich onderzoekend voorover. Het was nog niet eens het werk van één seconde om de revolver •e grijpen. Nu1 De knal kon op het bediendenkantoor worden gehoord. Het is verwonderlijk eenvou dig, om iemand te dooden, dacht Warders. De directeur had zich bijna niet bewogen, en nu zat hij daar, onderuit gezakt in zijn arm- Zes weken later legde Warders de dertig schreden af van de cel van den terdoodveroor- deelde naar het schavot.... ren. Miss Burton, zijn secretaresse, zou waar schijnlijk nog niet terug zijn. Iemand zou haar kantoor komen binnenrennen, zijn deur open gooien en zijn naam roepen. Dan zou hij ver stoord van zijn papieren opkijken. „Voor den duivel kan dat niet wat kalmer? Wat is er aan de hand? Staat de boel in brand?" Dat zou hij vragen. Verder zou hij naar ge lang der omstandigheden handelen. Het moei- lijkste zou dan voorbij zijn. Natuurlijk als de balans werd opgemaakt, zou alles duidelijk zijn. Dan zou er heelemaal niets geheimzinnigs meer aan het geval zijn. Daar zou hij. Warders, wel voor zorgen. Hij wist wel een manier om de fraude, die hij had bedreven, in de boeken op naam van zijn directeur te brengen, en er bovendien nog ilink wat aan te verdienen! Niemand zou er ooit achter komen, dat hij het gedaan had. Ook daar had hij zijn voorzorgsmaatregelen voor geno men. Hersens, voorzichtigheid, en oog voor kleinigheden, daar kwam het op aan! Nou alles was gereed. Niets kon verkeerd gaan! Warders bekeek zich aandachtig in den spie gel boven den schoorsteenmantel. Hij zag er heel gewoon uit. Waarom ook niet? Als men een doodeenvoudig karweitje gaat ondernemen, en iederen stap, dien men zal doen, vooraf nauw keurig heeft overwogen, waarom zou men dan zenuwachtig zijn? Hij trok zijn das recht, streek met zijn hand over zijn haar en drukte op het schelknopje. Precies twaalf uur. „U heeft gebeld, mijnheer?” vroeg zijn secre taresse. Warders had de papieren voor zich, en toen zij binnenkwam keek hij nauwelijks op. „Ik zou graag de lijst van den portier willen hebben, miss Burton. En als u terugkomt, wilt u me dan tegelijk alle correspondentie brengen van de firma.... eh...." Warder keek met ge fronst voorhoofd naar de papieren op zijn tafel „van ....de firma Slackers." Ziezoo, prachtig, dat hem dit nog op het laat ste moment te binnen was geschoten! Nu ze de correspondentie ook moest opzoeken, bleef ze nóg langer weg. Hij wachtte tien seconden, eer hij zijn handschoen begon aan te trekken. Miss Burton was nu ver genoeg weg en de weg dus veilig. Warders ging de kleine zijgang in. Dertig schreden naar.. Neen, daar aan hetgeen hij moest doen. Ziezoo, hij stond de deur van het kantoor van tikte. „Binnen „Wilt u even den orderstaat van inzien, Sir John?” Alles was in orde. Er was geen enkele duiding, waarom Warders zijn plan niet Nu goed opletten, gegaan, voorbereid zekerd Hij ging naar de deur en hield hem los in zijn hand! Eén moment staarde bij naar de pen, waaraan de knop aan buitenkant nog zat. De pen wipte op en het gat, verdween heel langzaam, terwijl hij naar keek. In 'n plotselinge opwelling schen schrik greep hij onhandig naar maar duwde ze door het gat, zoodat GEZICHT OP BOUILLON (BELGISCHE ARDENNEN). stoel, zijn linkerarm slap neerhangend, zijn rechterhand plat op de papieren. Op het kleed vormde zich reeds een kleine, donkerroode vlek. De rechterhand om de revolver, en de wijs vinger om den trekker leggen was slechts het werk van twee seconden. Ziezoo, dat was ge beurd. Hij had zich nergens voor te haasten. Bedachtzaam, methodisch! Bloed. Denk aan het bloed! Brieven op het bureau? Ja. Geen bloed er op of zoo? Neen. Alles was in orde.... Nu het voornaamste: de telefonische oproep. Warders kuchte een paar keer om den juisten, eenigszins schorren klank in zijn stem te krijgen. „Goeden morgen, Warders," zei hij luid, en hij wist, dat hij de juiste intonatie te pakken had. Toen nam hij den hoorn van het toestel wachtte. „Centrale, Sir John," hoorde hij. „Centrale, juist," antwoordde hij, de stem van den ouden man imiteerend. „Luister nu naar hetgeen ik je zal zeggen en in de rede. Gedurende meer dan lang heb ik de aandeelhouders links en rechts bestolen zooveel ik maar kon. Als de balans is opgemaakt over een paar weken zal het aan het licht komen. Dit geeft niet, want ik zal er niet meer zijn. Mijn laatste kans óm er tusschenuit te springen is vandaag mislukt en ik zie geen uitweg meer. Ik zit aan de tele foon met een revolver in mijn hand en indien je vijf seconden langer wacht, dan.... Warders grijnsde. Hij wist, dat hij volkomen veilig was. Het meisje aan het andere einde van den draad zou niet durven wachten tot zij het schot hoorde Nu zou het geval zijn niet te stuiten verloop hebben. Hij had echter zijn zeven en vijftig se conden om naar zijn eigen kantoor terug te keeren en zich in de papieren op zijn bureau te verdiepen. Hij wierp een les was laatsten blik om zich heen. Al- stil, heel gewoon, behalve dat., dat.. Maar wat er in den stoel zat, kon hem nu geen kwaad meer doen. Het waS erg handig te werk Nu voorzichtig zijn! Hij moest op alles blijven. Zijn succes was nu ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1931 | | pagina 7