I
H
e
1
I
I
L
BEKVECHTEN.
Di
F*
e oom uit het verre land.
doen of
EEN VROOL'JKE SNUITER
opwinding in
- 14
brief
naar
stond
dit
zei
bli
eei
koi
In
gr<
hel
de
teli
mii
oei
hel
bei
I
wal
aar
ven
one
ber
nor
een
lam
sch
die]
van
E
Ath
die
bijn
bov
tot
daa
half
vlal
geb
behi
Asc
In
zal
Fou
plat
ban^
eers
gelij
gevi
O
bod,
hom
staa
zake
milli
lang
zijn
bodi
spot
O
vissi
nu aan een
weg- is en dien je nog nooit
Zij, d
ondei
„oom Harry” gaan spelen," riep
!=cr. of we ook allerlei avonturen
„L
Do<
f
mail
een grapje' bedoeld
Anders met hun verjaardagen kon
Harry altijd zulke fijne brieven schrijven
van pythons, die hij gezien had of van kro
kodillen, en eens had hij geschreven van een
tijger, dien hij op zijn rubberplantage dood
geschoten had en van een klein bruin beertje,
dat uit de wildernis in zijn tuin verdwaald was.
Zulke brieven schreef oom Harry meestal,
maar deze was heel anders, doch toen vader
dien avond thuis kwam, legde hij den kinderen
uit, wat er moest hebben plaats gehad.
Waarschijnlijk had oom Harry
Jan geschreven, dien hij in de
den kruidenier gestopt had en
den kruidenier, die nu
komen.
Het was een
oom Harry wel
Er was
uitzicht.
Hoewel de kinderen hun oom nog nooit ge-
ziep hadden, beschouwden ze hem als 'n soort
held en verlangden vurig naar den tijd, dat hij
eindelijk over de groote zeeën zou komen en
hun van het vreemde eenzatne leven zou ver
tellen, dat hij daar al dien tijd geleid had; en
van de vliegende visschen en de haaien, waar
hij al zoo dikwijls over geschreven had.
Maar na een poosje was de brief vergeten;
het werd vacantie en de kinderen mochten bij
hun grootouders logeeren, die in een oud huis
in een klein dorpje woonden. De dagen vlogen
et regende dat het goot. En dat nog wel
op 'n vrijen Woensdagmiddag! Jan en Lies
en Anneke hadden alle spelletjes ge
speeld, die ze hadden kunnen bedenken, toen
Jan opeens een idee kreeg.
„Laten we
hij uit, „en
beleven!”
De anderen vonden het best en even later
stelden ze wilde beesten voor, die onder het
uitstooten van vreeselijke geluiden uit de dicht
begroeide wildernissen van achter de kasten te
voorschijn kwamen, terwijl het ge-pief-paf van
het kleine speelgoedgeweertje en de opgewon
den kreten van den jager de kinderkamer vulden.
„Hè, ik wilde, dat ik werkelijk oom Harry
was,” zei Jan opeens. „Stel ft voorzoo ver
weg te wonen en zulke vreeselijke opwindende
avonturen te beleven!"
„Ja," zei Lies. „Maar wat heb je
oom, die zoo ver
gezien hebt!"
„Ik ga naar buiten kijken,” zei kleine Anneke
opeens, „naar de menschen op straat.” En ze
klom op een stoel en drukte haar neusje tegen
het vensterglas, dat droop van den regen. „Er
komt bijna niemand voorbij; het is zoo nat.”
De straatsteenen glinsterden vochtig en de
regendruppels kletterden er op neer als zilveren
schoentjes van dansende feetjes. Zoo nu en dan
ging er een taxi voorbij of snelde iemand onder
een druipende paraplu haastig voort.
„Daar komt de postbode," riep Jan opeens.
„Zoo'n arme oude stakket! Hij moet er op uit
weer of geen weer.I"
„Ik wilde, dat hij me een brief uit het sprook
jesland bracht,” zei kleine Anneke, terwijl ze
naar den postman keek, die met een zware
tasch op zijn rug hekje in, hekje uit ging.
„En mij eën brief van den kabouter-koning,”
zei Lies.
„En mij een langen brief van oom Harry,”
zei Jan verlangend.
De postbode stak plotseling den weg over en
kwam op hun huis toe en even later bracht het
keukenmeisje ’n groote enveloppe in de kinder
kamer.
„Een brief voor jongeheer Jan,” zei ze.
„Wat!" riep Jan verwonderd. „Stel je voor,
dat hij van oom Harry is!”
Maar toen ze gretig den brief openden, deden
de drie kinderen een vreemde ontdekking. De
was vijf weken geleden op de bus gedaan
den datum te oordeelen, die bovenaan
- en de inhoud luidde als volgt:
„Geachte Heer Gelieve me de volgende
artikelen zoo spoedig mogelijk te zenden. Met
de meeste hoogachting, Harry Denning.”
Er bij ingesloten was 'n heele lijst van groen
ten en fruit. Sommige dingen hadden heel
vreemde namen, zooals mango's en li-chee.
Ze keken elkaar eens verbaasd aan.
Harry Denning was natuurlijk hun oom Harry,
maar waarom probeerde hij nu, hen zoo voor
het lapje te houden? Ze vonden het niet erg
leuk als het werkelijk als
was.
oom
den brief,
„Hij heeft
huis kwam.”
Den heelen middag zaten de kinderen voor
het raam van de kinderkamer naar hun oom
uit te zien, evenals ze indertijd naar den post
bode uitgekeken hadden, die oom Harry’s brief
gebracht had.
Er gingen veel menschen voorbij en eiken
keer dachten ze, dat hun dappere oom kwam.
Taxi na taxi reed door hun straat; in iederen
auto kon oom Harry zitten
Maar hij kwam niet. Het was al lang na drie
uur en Moeder had al thee gezet en nog kwam
hij maar niet. Wat kon er gebeurd zijn?
Maar eindelijk kwam er een groote auto aan
snorren, die voor de deur van de buren stopte.
Een man keek uit het raampje een groote,
gebruinde man juist zooals een aardige oom
uit een ver, vreemd land er uit zou kunnen zien.
Plotseling hoorden ze vaders stem achter zich.
„Wel, daar is Harry,” riep hij. „De chauffeur
heeft voor de verkeerde deur gestopt!”
De kinderen hoorden hem al niet meer. Ze
holden de trappen af naar den auto. De een
had zijn arm te pakken, de ander zijn jas en
ze trokken hem den auto uit en het huis in.
Oom Harry zei later, dat dit het mooiste wel
kom was geweest, wat hem in zijn heele leven
was ten deel gevallen en geloof maar, dat het
drietal een prettige vacantie gehad heeft in het
kleine dorpje bij hun grootouders, want hij ging
met hun mee en heeft hun natuurlijk heel wat
mooie verhalen van zijn leven in het verre,
vreemde land gedaan!
vreemde vergissing en wat zou
aan Jan hebben willen vertellen?
voorloopig geen verjaardag in het voor
een brief aan
enveloppe voor
een brief aan
in Jans bezit was ge-
om en eindelijk waren de koffers gepakt en den
volgenden dag zou het drietal afreizen. Maar
plotseling werd er een telegram gebracht. Het
was van oom Harry, doch het vreemde van al
les was, dat het uit Holland afgezonden was.
Zou het mogelijk zijn, dat hun held niet langer
mijlen en mijlen ver weg was?
„Kom vanmiddag ongeveer drie uur,” luidde
het telegram.
Er heerschte een geweldige
huis dat kun je begrijpen!
„Dit is natuurlijk de verklaring van
die nooit gekomen is,” zei vader,
toen zeker geschreven, dat hij naar