9
wij zijn nog- niet eens op de helft
geweest
weest
brief aan
RHENEN, in den Z.O.-hoek van Utrecht, bestaat hoofdzakelijk van landbouw, terwijl er ook nijverheid bedreven
wordt (steenfabrieken, sigarenmakerij). De omgeving van Rhenen is zeer fraai, zoodat er veel vreemdelingen-
bezoek is, vooral bij den Grebbeberg (zie de foto), die zich bij den Rijn tot 40 meter boven zee verheft. Rhenen
is een zeer oude stad. Reeds in een stuk van 855 wordt melding van haar gemaakt.
zijn naam wel twintig keer voorkomt in deze
maand, en wij zijn nog niet eens op de helft
Van John lees ik heelemaal niets....”
„Misschien schrijft Willy niet alles in haar
CULEMBORG.
Culemborg, dat men ook wel Kuilenburg noemt, is zeer gunstig gelegen in het midden van ons land, aan den
Lek en een drukken spoorweg. Van landbouwstad is ze geleidelijk fabrieksplaats geworden. Men treft er o.a.
talrijke sigarenfabrieken aan, houtzagerijen en vele klompenmakerijen. In 127! kocht Herbert van Beunchem
van den proost van oud-Munter te Utrecht een stuk land en bouwde daarop het kasteel Culemborg,waaruit toen
langzamerhand het dorp Culemborg onstond. Vermelding verdient zeker het feit, dat er in 1483 reeds een boek
drukkerij gevestigd was.
„H113OVU1C1i öviuijii w m iuvi uiivj ui nu»*
dagboek,’’ dacht mrs. Mortimer hardop.
„Kom, vrouw, dat is niet mooi om dat van
Willy te denken. Je weet even goed als ik, dat
Willy niets voor ons verborgen houdt. Ze heeft
alles over Dick neergeschreven, waarom zou
ze het dan ook niet over John doen? Neen, dat
mag je niet van haar denkenO, kijk eens,
hier, op gisteren: Dick heeft mij gevraagd met
hem te willen trouwen. Ik heb beloofd, dat ik
hem morgen het antwoord zal geven...."
„Nou,” riep mr. Mortimer tegen zijn vrouw,
„nou, wat heb ik je gezegd? Hij heeft haar ge
vraagd, en zij zal vandaag ja zeggen
„Waar staat dat?’’ wilde mrs. Mortimer weten.
„Hier,” wees mr. Mortimer, die nog geheel
onder den indruk was en de passage, die hij
zoo net had voorgelezen, nóg eens overlas. Zijn
vrouw kwam naast hem staan. „Daar staat al
leen, dat ze hem morgen dat is dus van
daag antwoord zal geven! Maar niet, dat
ze ja zal zeggenmerkte ze op.
„Nou ja,” zei mr. Mortimer, „wat zou ze
anders dan ja kunnen zeggen? Ze gaat met hem
uit, ze schrijft hemiedereen dag komt hij
in haar dagboek voor enHij haalde zijn
schouders op„Johns naam zie ik ner
gens....’’
„Neen,” zei zijn vrouw, eindelijk ook wel
eenigszins overtuigd. „Kijk eens op vandaag
heeft ze vandaag nog niets geschreven?
Mr. Mortimer sloeg de pagina om. „Hè?'
schreeuwde hij toen opeens. „Hè....” Als ver
stijfd bleef hij staan, het dagboek vast in zijn
handen geklemd.
„Wat is er?’’ vroeg zijn vrouw. Maar ze
kreeg geen antwoord. Daarom keek ze over
zijn schouder en las:
Vanmiddag wezen autorijden met John. Hij
heeft me gevraagd.... Natuurlijk heb ik ja ge
zegd. Hij is de aardigste jongen, dien ik ken,
en dat zal hij altijd blijven. De volgende maand
gaan we al trouwenHet spijt me voor
Dick
de heele maand April: Dick, Dick, Dick, tel
kens Dick.... Tien, twaalf keer....
„Dat beteekent nog niet veel,” vonds mrs.
Mortimer.
„Het beteekent alles,” meende mr. Mortimer.
„Kijk hier maar eens in Meinog veel vaker
DickMet Dick naar een voetbalwedstrijd
met Dick naar den bioscoop ge-
Een brief van Dick gekregeneen
Dick geschrevenIk geloof dat
bJILLY'5
AAr. Mortimer, gepensionneerd commissaris
fyl van politie, sloop op zijn teenen de ka-
x JLmer van zijn dochter binnen. Hij begaf
zich regelrecht naar haar bureautje, dat in den
versten hoek van het vertrek stond.
Plotseling schrok hij op. „Wat doe je daar?”
hoorde hij een stem achter zich. Verrast keek
hij om. Het was zijn vrouw. „O, ben jij het
zei hij met een zucht van verlichting.
Zijn vrouw vond het blijkbaar niet noodig te
bevestigen, dat zij het was, maar ze vroeg in
plaats daarvan: „Wat zoek je hier?”
Mr. Mortimer lachte geheimzinnig. „Ik wou
eens een blik werpen in het dagboek, dat ik
Willy cadeau heb gegeven,” zei hij. „Je ge
looft toch niet, dat ik het haar zonder reden
heb gegeven? O, daar is het.
Hij nam het in een kostbaar leeren band ge
bonden boekje op. „Je moet weten, dat ik het
Willy met een bepaalde bedoeling heb ge
geven,” sprak hij terwijl. „Ik wilde eens weten,
hoe zij stond met Dick Blake, en ik wist, dat
het goeie kind alles zou neerschrijven. Ze heeft
gelukkig geen geheimen
„Ze is zelfs een beetje al te goed-vertrou-
wend,’’ vond zijn eega. „Ze laat haar dagboek
maar voor een iedereen ter lezing liggen.”
„Een goed teeken, beste! Ze heeft niets te
verbergen. Als ik er haar naar vroeg, zou ze
me zeker precies zeggen, hoe ze met Blake
stond, maar het is zoo moeilijk om het onder
werp ter sprake te brengen. Bovendien wil ik
ook wel eens zien, wpt zij van dien John Trent
denkt.Dat zal ook wel in haar dagboek
staan....”
„John is een aardige jongen
„OnzinHij is heelemaal geen partij voor
Willy.... Hij racet maar met zijn auto. An
ders doet hij geloof ik niets. Blake is veel se
rieuzer; dat is een jongen waar een man uit
zal groeien.... Ha, hier hebben wij het....
10 April: Samen met Dick theegedronken bij
Hunters.” Dat is een goed beginEn hier
hebben we het weer: 14 April: ben met Dick
wezen autorijden. Trent zag ons gaan en keek
erg sip. Dick wuifde naar Trent en lachte.
Waarom zou hij dat gedaan hebben?” Ha,
vond mr. Mortimer, het gaat allemaal uitste
kend. Hier hebben we zijn naam wéér.... door