I II Bi n uwi» -ivx 1 l! I I H //WA 'ij' WA t Staat alleraardigst in den tuin, hè? Het is de oude schoorsteenmantel uit den salon." ernstig- ziek is geworden i Ti „Zit even stil, mannie, dan zal ik er een beetje gloeiende thee over gooien!” n luuiuitiic, rvc/lll CV na gauw! Wij weten niet meer waar we pappie in het zand hebben begraven.” „Hè, wat vervelend! Je zult er even afmoeten, Mien, ik heb heelemaal vergeten, dat deze van daag langs kwam." Fotograaf: „Ja mevrouw, maar dat kunnen we makkelijk een beetje veranderen." S® De verrukte moeder: „Denkt u, dat het por- Vrouw (gedurende echtelijken twist): „Ik vind, Hospita: „Hebt u gehoord, dat die mijnheer in het pension zoo dat je een bespottelijke houding aanneemt, Hen- omdat hij is gaan zwemmen na een overvloedigen maaltijd.” drik,en hoe eerder je weergewoon doet hoe beterGast: „Nu, dat zou ons hier nooit kunnen overkomen!

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1934 | | pagina 18