JAN VAN LEEUWEN
KERAMISCHE PORTRETTEN (WERKEN 1990-1992)
57
Ineke Spaander
Jan van Leeuwen (1943) drukt zijn emoties, die direct voortkomen uit zijn dagelijks bestaan, uit in klei.
In een gesprek over zijn werk wil hij vooral praten over het gebruik van klei en keramische technieken
en niet zozeer over de inhoud - de objecten spreken voor zich.
Jan van Leeuwen is een pur sang keramist en een
perfectionist, die hoge eisen stelt aan zijn materi
aal. Materie en vorm moeten een eenheid vor
men. De buitenhuid (in de vorm van een glazuur
of een sliblaag) is essentieel en moet met de klei
versmolten zijn. Samen moeten ze "klinken". Hij
onderzoekt zijn materiaal en experimenteert er
voortdurend mee om het beste resultaat te ver
krijgen. "Werken met keramiek is voor 60% tech
niek en voor 40% uitdrukkingsmogelijkheid",
zoals hij het zelf formuleert. Pas bij een volledige
beheersing van de techniek kan de klei de ex
pressie van emoties dienen. Dit is voor hem de
hoofdzaak en dit vormt telkens weer de aanlei
ding tot het maken van nieuwe objecten. Potten,
vazen en schalen ontstaan vanuit eenzelfde drang
als grote sculpturen.
Klei, een eeuwenoud materiaal dat overal te
vinden is, wordt al sinds mensenheugenis ge
bruikt voor de bouw, het maken van vaatwerk en
het vervaardigen van sculpturen. Het is enerzijds
kwetsbaar, maar anderzijds bijna onvergankelijk;
bij archeologische opgravingen zijn het dan ook
merendeels keramische produkten die boven
komen.
De symbolische betekenis van klei blijkt uit tal
rijke scheppingsverhalen waarin de eerste mens
uit klei geschapen wordt. Het is een oermaterie,
waaruit het leven ontstaat en waarin het leven te
rugkeert. Deze symboliek speelt bij hedendaagse
kunstenaars een belangrijke rol in hun keuze van
dit materiaal. De keramische techniek is vaak van
ondergeschikt belang of wordt aan een vakman
uitbesteed.
Bij Jan van Leeuwen is het omgekeerde het
geval; hij benut alle technische mogelijkheden
die klei hem biedt. Hij is gebiologeerd door dit
materiaal, waarmee hij een permanente haat
liefde-verhouding onderhoudt. De spanning in
zijn werk ontstaat door de voortdurende strijd
tussen expressie (inhoud) en materie (techniek)
en het zoeken naar een perfecte balans waarin
toch de inhoud de essentie blijft.
Na dertig jaar heeft Jan van Leeuwen het ge
voel dat cle materie doet wat hij wil, maar hij
blijft doorgaan met zijn onderzoek. Hij voert dit
uit door series vazen en schalen te maken, omdat
daardoor snellere experimenten en toepassingen
van nieuwe ideeën mogelijk zijn. Bovendien is
het een welkome afwisseling na de inspanningen