50 HUIZINGA weest, van wie Commines zijn nuchteren geest had?" (V.W. III, 126). Onder de ongepubliceerde stukken van Huizinga bevinden zich aantekenin gen over Zeeuwse studenten en de Leidse univer siteit. Hij geeft er een tournure aan, door uit te rekenen hoeveel procent van de ingeschreven Zeeuwen promoveert ten opzichte van het per centage Hollanders. Dit percentage blijkt voor Zeeland gunstig te zijn: "voor de Zeeuwen het getal opmerkelijk hoog: sedert 1700 doorloopend het hoogst: Z. bij kwarteeuwen 53, 60, 78, 59, 52 tegen Holl. 37, 37, 42, 37, 36. Na 1814: nog 2 x 90.62 tegen 65.42 uit Holl.". Vragenderwijs no teerde Huizinga als Zeeuwsche eigenschappen: ernst, volharding? En ten slotte: "Leidsche lucht goed voor Zeeuwen. Z. herinneren dat zij deel hebben in een van de groote geestelijke daden onzer geschliedenis]" (Leiden, Universiteitsbiblio theek, Huizinga-archief 76). Literatuur: V.W. J. Huizinga, Verzamelde Werken (9 dln., Haarlem. 1948-1953); B.W. J. Huizinga, Briefwisseling. Léon Hanssen, W.E. Krul. Anton van der Lem, red. (3 dln., Utrecht, Antwerpen. 1989-1991). J. Huizinga, Keur van gedenkwaardige tafereelen uit de va- derlandscbe historie (Amsterdam, 1951). M.P. de Bruin, "Kanttekeningen naar aanleiding van een le zing. Middelburg in 'la belle epoque'". Zeeuws Tijdschrift 16 (1966) 21-23.' P.W. Sijnke, "Toornvliet en zijn bewoners", in Toornvliet en Staatsbosbeheer. Nieuwe bewoners voor een oude buiten plaats (Middelburg, 1991). Isaak Tirion. Hedendaagsche historie of tegenwoordige slaat van Zeeland (Amsterdam, 1753); de prent ook in: M.P. Rooseboom, The Scottish Staple in the Netherlands (Den Haag, 1910). Noten: 1. Deze verwijzing dank ik aan de archivaris van Veere, de heer Peter Blom, waarvoor mijn hartelijke dank. Kaaskade te Vlissingen. pentekening van J. Huizinga.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 8