DUINVEGETATIE OP SCHOUWEN 97 tige groeiplaatsen op Schouwen kan tevens een uitspraak worden gedaan over de te verwachten c.q. uit te breiden soorten in de Zeepe en de Ver klikkerduinen. Het lijkt erop dat, indien de pH- waarden niet lager worden dan zes - zoals thans het geval is - goede ontwikkelingskansen ont staan voor het merendeel van de soorten uit het knopbies- en dwergbiezenverbond, zoals die nu hier en daar nog worden aangetroffen. Dit in te genstelling tot een aantal vochtige standplaatsen in het binnenduin met pH 6, waar zich een ve getatie met struikhei (Calluna vulgaris), dophei, d linrus en drienerfzegge ontwikkelt. Soorten als armbloemige waterbies (Eleocharis quinqueflora), vlozegge (Carex pulicaris) en op wat drogere standplaatsen dwergvlas en klein wintergroen vinden hun optimum tussen pH 6 en pH 7. leeskleurige orchis heeft een bredere amplitude en kan van de vochtige hei van het binnenduin (pH 5) tot in een primaire vallei in de Verklikker (pH 8,7) worden aangetroffen. Parnassia en moe- raswespenorchis, en wat droger ook dwergbies, 'wergbloem en rondbladig wintergroen, komen uitsluitend voor op neutrale en basische bodems met pH-waarden die niet lager dan 6 liggen. Ove- agens spelen bij de soorten uit het dwergbiezen verbond behalve grondwater en kalk de moge lijkheden van jaarlijkse vestiging in een niet gesloten vegetatiedek een belangrijke rol. Soorten ils kleverige ogentroost (Parentucellia viscosa), herfstbitterling (Blackstonia perfoliata ssp. sero- lina) en sturmia (Liparis loeselii) verkiezen zowel in de primaire als in de secundaire valleien uit fluitend basische bodems met pH-waarden 7. Met het nieuw ingestelde grondwaterbeheer en aanvullend herstelbeheer lijkt derhalve een ver groting van het areaal te zijn ontstaan, waardoor in ieder geval de nu nog aanwezige Schouwse iuinvalleisoorten zich kunnen uitbreiden. Het is niet onmogelijk dat ook inmiddels verdwenen soorten zich opnieuw kunnen vestigen. De vochtige duinvalleien van Schouwen be hoorden vanouds tot de waardevolste natuurge bieden van Nederland. Veel van de genoemde plantensoorten zijn in Nederland zeldzaam of zelfs zeer zeldzaam. Een inspanning om de duin valleien hun oude glorie terug te geven is der halve de moeite waard. Het milieubeheer biedt hiertoe gunstige perspectieven. Literatuur N.B.: Deze literatuuropgave heeft mede betrekking op deel 1 en deel 2 van dit artikel. Beekman, F. 'Afwateringsproblemen in de binnenduinen van Schouwen'. Historisch-Geografisch Tijdschrift 3 (1988) 77-87. Beekman, F. Oude veldnamen van Schouwen-Duiveland. dl. III. Zierikzee, 1989 (blz. 7-30). Beijersbergen, J., Vermuë, J., Slob, G. Veranderingen in de vegetatie huiten het infiltratiegebied in relatie tot de freati- sche grondwaterhuishouding; Invloeden van infiltratie van Haringvlietwater op bet duingebied Schouwen. Watermaat schappij Zuidwest-Nederland, Goes, 1985 (blz. 79-100). Dijkema, K.S., Wolff, W.J. Flora and vegetation of the Wad den Sea islands and coastal areas. Stichting VETH tot steun aan waddenonderzoek, Leiden, 1983. Provincie Zeeland, Grondwaterbeleidsplan, Middelburg, 1988. Van Rummelen, F.F.F.E., Schouwen-DuivelandRijks-Geolo gische Dienst, Haarlem, 1970. Schat, H. On the ecology of some Dutch dune slack plants. Dissertatie Vrije Universiteit te Amsterdam, 1982. Westhoff, V., Den Held, A.J., Plantengemeenschappen in Nederland. Thieme en Cie, Zutphen, 1969. Watermaatschappij Zuidwest-Nederland. Invloeden van in filtratie van Haringvlietwater op het duingebied Schouwen. W.M.Z., Goes, 1985. Een uitgebreidere versie van dit artikel is verschenen in: Natuurwaarden en waterwinning in de duinen, KIWA-me- dedeling 114 (1191). Afb. 3: Verstuiving in de Meeu wenduinen. Foto: J. Beijersber- gen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 15