90 UITGEVERSBEDRIJF VAN DE VENNE Afb. 5: Gravure uit de Idea Belgicarum provinciarun: confaederatarum, in 1620 uitgegeven door de gebroe ders Van de Venne. gina aan de Nachtegael werd toegevoegd. Ook al kende de bundel aanvankelijk succes (reeds op 23 september gewaagt de Middelburgse koopman J. Radermacher van een mogelijke her druk: 'Desen boeck is soo wel getrocken, dat den drucker meynt eer Lange wel soude mogen her- dtuckt worden'), toch ligt het belang van de pu- blikatie niet in het bijeengebrachte literaire talent: voor het overgrote deel kon dit nauwelijks aan de ambitieuze opzet van de uitgevers voldoen. Belangrijk is wel dat onder impuls van de ge broeders Van de Venne en op instigatie van Cats de toenmalige Zeeuwse kapitaalkrachtige en in tellectuele elite werd aangezet om aansluiting te zoeken bij de literaire vernieuwingen in Holland. De publikatie van de Nachtegael illustreert dan ook bij uitstek de stimulerende rol die Cats in het begin van de jaren twintig in het literaire leven heeft gespeeld, en is bovendien exemplarisch voor de constante artistieke bekommernissen die de bedrijvigheid van de gebroeders Van de Venne te Middelburg in de periode 1618-1Ó25 hebben gekenmerkt. (Met dank aan J.H.Kluiver, die mij in 1989 verschillende ar chivalia met betrekking tot het verblijf van de Van de Ven nes te Middelburg toestuurde.) Literatuur Van Adriaen van de Vennes werk werd in 1878 voor het eerst door D. Franken een oeuvre-catalogus opgesteld. Daarna is het vooral L.J. Bol geweest die met zijn artikelen in Oud-Holland (73 (1958) 59-79 en 128-147) en in Ta bleau (1982-1984; later samengebracht en in het Engels ge publiceerd als L.J. Bol, Adriaen Pietersz. van de Venne Painter and Draughtsman, Doornspijk, 1989) aandacht vroeg voor Van de Vennes schilderkunstig oeuvre. Van de recente belangstelling voor Adriaens teken- en schilder kunst getuigen de studies van A. Plokker, Adriaen Pietersz van de Venne (1589-1662). De grisailles met spreukbanden (Leuven en Amersfoort, 1984), M. Pluis, Ontwerptekenin gen voor boekillustraties van Adriaen Pietersz. van de Venne in het 'Museum Catsianum' (doctoraal scriptie, Lei den, 1987), M. van Vaeck, 'Adriaen van de Venne and his Use of Homonymy as a Device in the Emblematical Pro cess of a Bimedial Genre' (in Emblematica 3 (1988) 101 119), M. Royalton-Kisch, Adriaen van de Venne's Album ii the Department of Prints and Drawings in the British Mu seum (Londen, 1988). Een principiële discussie over deze laatste studie werd gevoerd in het tijdschrift De zeven tiende eeuw4 (1988) 76-80 en 5 (1989) 90-94. Een oeuvre- catalogus met de houtsneden, etsen en gravures naa Adriaens ontwerp werd onlangs samengesteld door Chr Schuckman en uitgegeven door D. de Hoop Scheffer in Hollstein's Dutch Flemish Etchings, Engravings ana Woodcuts ca. 1450-1700 (vol. 35. Roosendaal, 1990, biz. 5- 158). Van de Zeeusche Nachtegael en Adriaen van de Vennes Tafereel van Sinne-mal bezorgden P. J. Meertens en P. J Verkruijsse in 1982 een facsimile-editie. Een analyse van- het Tafereel van Sinne-mal vindt men in M. van Vaeck, Adriaen van de Vennes 'Tafereel van Sinne-mal (Middel burg, 1623). N.a.v. het literaire debuut van een geleerd schilder-dichter' (in Nehalennia 75 (1989) 4-23). Adriaen van de Vennes kunstopvattingen worden toege licht in K. Porteman, 'T'is al goet ivat cunste doet. Beschou wingen bij een drukkersmerk van de gebroeders van de Venne' (in De gulden passer 61-63 (1983-1985) 329-345). In deze bijdrage wordt tevens een grondige analyse van de 'Zeeusche Mey-clacht' geboden, het gedicht waaruit bij uit stek Van de Vennes kunstopvattingen zijn af te leiden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 8