190
LUTHERS ZEELAND
LUTHERS ZEELAND
Verdere uitbreiding
Neergang
recte gevolg van de vestiging hier
vluchtelingen uit het
gen in het Land
Afb. 3: Interieurfoto van de Evangelisch-Lutherse kerk in
Middelburg, 1992. Foto: E. Engel.
I
Luthers Zeeland is voor 14,95 verkrijgbaar bij
de boekhandels in Zeeland. Schriftelijke bestel
ling is mogelijk door storting van 19,95 op giro
nummer 5652027 ten name van Stichting N.R.I. te
Middelburg, onder vermelding Luthers Zeeland.
Afb. 2: De voormalige
pastorie met de tuin en
de kerk van de Evange
lisch-Lutherse gemeente
in de Molenstraat te
Groede, omstreeks 1930.
Rijksarchief in Zeeland,
fotocollectie.
De grote omslag in het ledental van de Lutherse
gemeenten in Zeeland deed zich voor in de
Franse tijd. De ineenstorting van handel en
scheepvaart in deze periode deed veel mensen
besluiten om hun geluk ergens anders te beproe
ven. Men trok weg, veelal naar Holland. Zowel
de Lutherse als andere gemeenten kregen te ma
ken met een dramatische daling van hun leden
tal. Een aantal uitzonderingen daargelaten werd
deze neerwaartse spiraal in de loop van de ne
gentiende en twintigste eeuw niet meer doorbro
ken.
Het heeft uiteindelijk in de negentiende eeuw
de sluiting van de Lutherse kerken te Goes en
Veere tot gevolg gehad en in 1989 die te Groede
en Vlissingen. Op dit moment bestaat er nog een
kleine zelfstandige Lutherse gemeente te Zierik-
zee en een fusiegemeente Groede, Vlissingen en
Middelburg met als kerk het gebouw aan de
Zuidsingel in Middelburg, waarvan dit jaar het
tweehonderdvijftig jarig bestaan wordt gevierd.
Veelal met hulp van de Lutherse gemeente in
Middelburg en met de niet minder belangrijke fi
nanciële ondersteuning van de grote en zeer
draagkrachtige Lutherse gemeente te Amsterdam
werden in de achttiende eeuw zustergemeenten
gesticht in Zierikzee (1711/12), Groede (1732),
Goes (1774) en Veere (1801). De stichting van de
gemeente in Vlissingen (1735) was het directe ge
volg van een conflict binnen de Lutherse ge
meente te Middelburg.
Als men de herkomst van de leden bekijkt, dan
valt het op dat na de vloedgolf van immigranten
uit Antwerpen en omgeving aan het eind van de
zestiende eeuw, het beeld van de zeventiende en
achttiende eeuw voornamelijk wordt beheerst
door de komst van inwoners uit de Duitse lan
den. Van de in totaal 1917 nieuwe lidmaten die
tussen 1740 en 1810 bij de Lutherse gemeente in
Middelburg werden ingeschreven, blijkt ongeveer
80 afkomstig te zijn uit een van de Duitse lan
den. Dit beeld gold evenzeer voor de andere
midden-Zeeuwse gemeenten te Vlissingen, Goes
en Veere.
Anders was het bij de gemeenten te Groede en
Zierikzee. De Lutherse gemeente in Zierikzee be
stond vanaf haar oprichting in 1711 voornamelijk
uit Noorse scheepslieden. Plaatsnamen als Ber
gen, Christiaansand en vooral Stavanger komen
veelvuldig voor in het lidmatenregister van de ge
meente. Zierikzee was in deze periode dan ook
een belangrijke aanvoer- en transitohaven voor
de handel en scheepvaart op Noorwegen.
De stichting van de Lutherse gemeente te
Groede in West Zeeuws-Vlaanderen was het di-
van Lutherse
mijnstadje Dürnberg, gele-
1 van Salzburg, de zogenaamde
Salzburger Emigranten. Nadat in 1727 in dat ge
bied een nieuwe en voor de protestanten minder
tolerante bisschop was aangesteld, brak een
nieuw tijdperk van godsdienstvervolgingen aan
waardoor duizenden protestanten zich gedwon
gen zagen te vluchten. Op verzoek van de plaat
selijke overheid in het Vrije van Sluis stond de
Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden in
1732 een groep van 784 vluchtelingen toe om
zich in het dunbevolkte en met een groot tekort
aan landarbeiders kampende West Zeeuws-Vlaan
deren te vestigen. Het experiment is helaas op
een mislukking uitgelopen. Na één jaar waren er
door ziekte en uitputting reeds 144 vluchtelingen
overleden en vijf schepen met honderden ande
ren teruggekeerd naar Zuid-Duitsland. De over
gebleven Salzburgers vestigden zich vooral in en
rond Groede. Zij kregen in 1743 toestemming tot
de bouw van een eigen kerk, voornamelijk be
kostigd door de Lutherse gemeente te Amster
dam.
gaan was niet toegestaan en voor de financiering
was men volledig afhankelijk van eigen midde
len, leningen en giften.
Een deel van die benodigde financiële midde
len werd door predikanten en andere vertegen
woordigers van de gemeente tijdens zogenaamde
collectereizen bijeen gecollecteerd in Holland, in
de hanzesteden in Gelderland en Overijssel en
zelfs ver daarbuiten in plaatsen als Bremen, Dort
mund, Hamburg, Hannover en Berlijn. Een speci
aal ten behoeve van de bouw afgesloten zoge
naamde tontine-rente bezorgde de gemeente tot
ver in de negentiende eeuw een bijna ondrage
lijke financiële last. Het betrof hier een soort van
lijfrente die door de gemeente diende te worden
betaald tot het overlijden van de betrokken kapi
taalverstrekkers
Na een bouwperiode van circa twee jaar onder
leiding van de bekende Middelburgse stadsbouw
meester Jan de Munck werd het gebouw op 20
mei 1742 in gebruik genomen met passende pre
ken van de twee predikanten die de Lutherse ge
meente op dat moment rijk was.
Het gebouw is een prachtig voorbeeld van Lu
therse kerkbouw uit de achttiende eeuw: een
zaalkerk, met een sober en strak uiterlijk; binnen
een gaanderij en daar recht tegenover de preek
stoel met daarboven het orgel. Dit orgel is overi
gens voor een groot gedeelte afkomstig uit de
oude Lutherse kerk aan de Suikerpoort en werd
in 1706 vervaardigd door vader en zoon Duy-
schot. Na de overbrenging werd het uitgebreid
met een rugpositief en uiterlijk aangepast aan zijn
nieuwe plaats. Zijn nationale bekendheid heeft
het voor een belangrijk deel te danken aan de
originele staat waarin het verkeert en de bijzon
der heldere klankkleur.
191
Molenstraat, Groede