MEDEDELINGEN 1 203 202 MEDEDELINGEN Vrijwillige bijdragen Ledenvergadering Genootschapscolleges 1992-1993 Aanmelding van leden 225-jarig bestaan van het Genootschap Voordrachten over lopend onderzoek Enquête huisvesting technologische ont- Lezing 12 op 19 februari 1993 wordt verzorgd door dr. J. Jelsma. Lezing 11 op 12 februari 1993 wordt verzorgd door drs. G. Mijnbeek Ch. Eng. In januari en februari 1993 wordt serie III van de genootschapscolleges gehouden. Het onderwerp van de lezingencyclus is de biotechnologie: ge nen, produktieprocessen, ethiek. In de lezing op 29 januari 1993 wordt nader inge gaan op de basisprincipes die aan de moderne biotechnologie ten grondslag liggen. Hierbij ko men vragen aan de orde als: ’Wat is een cel’, ’Wat is het verschil tussen een plantecel, een dierlijke cel en een micro-organisme’, ’Hoe ligt onze erfe lijke informatie in de cel opgeslagen’, ’Hoe zou den we de informatie-inhoud van een cel gericht kunnen beïnvloeden?’. Biotechnologie en ons dagelijks bestaan. Bij de bereiding van voedsel spelen micro-orga- nismen een belangrijke rol. Het maken van brood, zuivelproducten, vleeswaren, zuurkool, wijn en bier zijn daarvan overbekende voorbeel den. De mens is er altijd al op uit geweest om de natuur naar zijn hand te zetten door bijvoorbeeld het kweken van nieuwe plantesoorten of het fok ken van nieuwe diersoorten. Dankzij natuurwetenschappelijk onderzoek is onze kennis over de moleculaire processen die zich in de levende natuur afspelen, sterk toege nomen. Dat opent tevens de weg naar de beïn vloeding van deze biologische processen, het geen geleid heeft tot een nieuwe technologie, de biotechnologie. Onder biotechnologie verstaat men het gebruik maken van levende cellen of onderdelen van cellen voor het uitvoeren van (produktie)proces- sen op technische schaal. Inmiddels heeft de bio technologie zijn intrede gedaan in veel maat schappelijk belangrijke gebieden, zoals de landbouw, de veeteelt, de voedings- en genot middelenindustrie, de ontwikkeling van genees middelen, vaccins, diagnostische hulpmiddelen en de milieubiotechnologie. De vrijwillige bijdragen voor de verzamelingen waren dit jaar verheugend hoog: 4.100, maakten de leden over boven hun contributie. Met de bijdragen van de begunstigers 4.500, en de rente van de oude fondsen (Verbrugge, Loeff, Berdenis van Berlekom en De Hullu) ad 3000,en een jaarlijkse schenking door drs. C.J.F. Klaassen ad 4000,is zo 15.500,be schikbaar voor aankopen ten behoeve van de verzamelingen. Daarmee konden dit jaar veel waardevolle objecten worden aangekocht, onder meer een aquarel door WJ. Schütz, twee interi eurs van een herenboerderij door P.J. Bourjé en een achttiende eeuwse beugeltas. Wij zullen nog nader aandacht besteden aan deze verwervingen. Langs deze weg zeggen we reeds hartelijk dank voor deze giften. In december ontvangen alle ge vers nog een afzonderlijk schrijven met de nieuwe prentbriefkaart als blijk van erkentelijk heid. We wekken gaarne alle leden op aan deze jaarlijkse actie ten bate van de verzamelingen deel te nemen. Wanneer ieder een klein bedrag extra geeft, komt een aanzienlijke som beschik baar voor de uitbreiding van de collecties. Hoewel reeds een groot aantal leden werd aan gemeld, zijn er wellicht nog personen niet door gegeven aan het secretariaat. Het is mogelijk nog tot de aanvang van de ledenvergadering van 15 december leden op te geven, hetzij schriftelijk dan wel telefonisch bij het secretariaat. Het is van groot belang dat het ledental groeit: ieder extra lid betekent extra financiële ruimte. Door gelijk blijvende basiskosten en lage doordraaikosten van het jaarboek en het tijdschrift nemen de vrij besteedbare gelden toe. Het bestuur zal in de ledenvergadering de plan nen voor de viering van het 225-jarig bestaan presenteren. Het Genootschap werd als zelfstan dige organisatie opgericht op 29 januari 1769- Tot dusverre werden alleen de perioden van 50 jaar gevierd (1818, 1869, 1919, 1969) maar het bestuur meent dat de intervallen van 25 jaar ook voor viering in aanmerking komen. Ieder lid maakt dan tenminste eenmaal tijdens zijn lidmaatschap een jubileumviering mee. In de lezing op 5 februari 1993 worden de toe passingen behandeld van zowel de klassieke als de moderne biotechnologie op het gebied van voedselproduktie en bewerking, op medisch-far- maceutisch gebied en bij het zuiveren van het af valwater en de bodem. Productieprocessen en biotechnologie. De bereiding van brood, bier, wijn, kaas en yog hurt vormen de oudste voorbeelden van produk tieprocessen waarbij gebruik werd gemaakt van bacteriën en schimmels. Hierbij werden de beno digde micro-organismen verkregen door toevoe ging van een kleine hoeveelheid materiaal van een vorige kweek. Aangezien deze kweek ook andere micro-organismen kon bevatten, was de kwaliteit niet constant. Dit veranderde door de ontdekking van antibiotica in de jaren veertig. Door het gebruik van zogenaamde bioreactoren of fermenteren was men in staat zuivere culturen van micro-organismen onder aseptische en ge controleerde omstandigheden te kweken. Tegen woordig worden deze bioreactoren gebruikt in een groot aantal processen, bijvoorbeeld bij de synthese van verbindingen die door genetisch ge manipuleerde micro-organismen zijn geprodu ceerd en bij de afbraak van specifieke stoffen in het afvalwater. Om de gewenste omzetting zo goed mogelijk te laten verlopen en de produkt- kwaliteit te waarborgen, neemt ook de proces controle een steeds belangrijker plaats in. Het gewenste produkt is meestal in sterk ver dunde vorm aanwezig in het reactiemengsel en moet hieruit worden geïsoleerd en gezuiverd voordat het op de markt kan worden gebracht. Ethiek en biotechnologie. Onze samenleving kent een wikkeling die steeds sneller lijkt te gaan. Ener zijds plukken wij daar de vruchten van, ander zijds heerst er bezorgdheid waartoe deze ont wikkeling leidt. Welke veranderingen vinden wij goed en welke slecht, en op grond waarvan be oordelen we dat? Kan de ethische bezinning over deze ontwikkelingen het tempo van de technolo gie wel bijhouden? Deze vragen spelen vooral bij de biotechnologie omdat op dat terrein de veran dering van levende wezens verwezenlijkt kan worden. In de lezing wordt aan de hand van praktijk voorbeelden behandeld welke dominante nor men en waarden de ontwikkeling van de bio technologie sturen. Op voorstel van de Commissie huisvesting zal een enquête onder de leden en werkgroepleden worden gehouden naar hun bereidheid om finan cieel bij te dragen aan het project huisvesting. Zoals eerder werd gemeld wordt thans een on derzoek ingesteld naar de mogelijkheid om het pand Vlasmarkt 51 als huisvesting voor het Ge nootschap te verwerven. De enquête spreekt ver der voor zich. Wij wekken de leden van harte op hun schouders te zetten onder het project. Het bestuur ziet de antwoordkaarten gaarne vóór 31 december retour. Ze zijn voorzien van het ant woordnummer; een postzegel is dus niet nodig. Lezing 9 zal op 29 januari en lezing 10 zal op 5 februari 1993 worden gehouden. De lector is prof. dr. M.C.E. van Dam-Mieras. Als bijlage bij dit tijdschrift treft u de convocatie voor de ledenvergadering op dinsdagavond 15 december aanstaande. De ledenvergadering zal worden gehouden in huize ’s-Hertogenbosch, Vlasmarkt 51 te Middelburg, aanvang 19-30 uur. Na de pauze zal drs. A.C. Meijer een voordracht houden over P.J. Bourjé (1774-1834) een begaafd kunstschilder en natuurkundige te Middelburg, een boeiende en veelzijdige figuur van de eerste helft van de negentiende eeuw. De werkgroep Historie en Archeologie wil in 1993 beginnen met een reeks voordrachten over lopend onderzoek. De achterliggende gedachte is om jonge onderzoekers met het publiek over hun historisch onderzoeksproject van gedachten te la ten wisselen. Door de discussie kan men dan het inzicht verdiepen. Maar al te vaak blijkt pas in het stadium van de voorbereiding van een publikatie dat conclusies niet terecht waren of dat bepaalde bronnen over het hoofd zijn gezien. Een discus sie kan in deze opzichten verhelderend zijn. De bijeenkomsten zullen veel levendiger zijn dan le zingen omdat daar veelal slechts een eenrich tingsverkeer tussen sprekers en publiek is. Wij wekken ieder die geïnteresseerd is in de geschie denis van Zeeland of zich ook zelf daadwerkelijk met historisch onderzoek bezig houdt op, deze bijeenkomsten bij te wonen. De eerste voordracht zal op woensdagavond 3 maart 1993 om 20.00 uur worden gehouden in het pand Vlasmarkt 51 te Middelburg door W. Weber, conservator van het Stedelijk Museum te Vlissingen. Hij is bezig met een onderzoek naar de invloed van de Rijks- marinewerf op de Vlissingse samenleving in de negentiende eeuw. Wij verzoeken ieder die inte resse heeft voor dit onderwerp de bijeenkomst bij te wonen en zo mogelijk deel te nemen aan een discussie met de spreker. In het volgende num mer zal de tweede bijeenkomst worden aange- kondigd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 19