r 176 177 DE VIER AMBACHTEN DE VIER AMBACHTEN I richting uit. De stad Hulst kwam opnieuw danig gehavend uit de strijd. Gescheiden wegen komen samen, 1795 -1831 Gescheiden: 1648 tot 1795 eeuwen verhuisde het naar Wenen, waar het nu in de Nationale Bibliotheek berust. Afb. 3: Het voormalig fort Sint Joseph. Foto: A. de Kraker. Na de Franse Revolutie kwamen de drie uiteen gevallen gebieden weer bij elkaar, met als hoofd stad Gent. Het Departement van de Schelde werd het nieuwe bestuurskader. Na het Franse inter mezzo brak de Hollandse periode aan. Het Ka naal van Terneuzen naar Gent werd de nieuwe economische ader voor het gebied. Zuidelijk ’na tionaal’ sentiment rukte echter op. Het stak de kop op in de Vier Ambachten, maar slaagde er niet in het voormalige Staats-Vlaanderen bij de in wording-zijnde Belgische staat te voegen. Op nieuw scheidden de wegen van de Vier Ambach ten zich. In 1831 was de Belgische Staat een feit, in 1839 bekrachtigd bij Verdrag van Londen en daarmee waren de Vier Ambachten opnieuw uit een gevallen. Afb. 2: Landschapsrelict. Kreek aan de oostzijde van het groot-eiland. Foto: A. de Kraker. het ’Committimus’ genoemd. Dit gebied werd op nieuw ingepolderd, kreeg een nieuwe bevolking met een nieuwe godsdienst, een ander dialect en andere zeden en gewoonten. De invloed van Walcheren en de Bevelanden is onmiskenbaar. De polders in het Hulsterambacht en de stad Hulst bleven katholiek. Slecht een toplaagje be stond uit Zeeuwen en Hollanders en was prote stant. De driedeling van de Vier Ambachten bestaat tot op de dag van vandaag. De gebieden aan de Staatse kant groeiden door inpoldering aan el kaar, maar nauwelijks naar elkaar toe. De ver schillen bleven groot. Het Spaanse, later Oosten rijkse deel, verloor nagenoeg volledig het contact met het Staatse gebied. Een uitgebreid netwerk van forten, bolwerken en verdedigingslinies hield Noord en Zuid strikt gescheiden. In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) waren de Vier Ambachten deel van het strijdtoneel. Land- schap, bevolking en de basis van het bestaan ver dwenen daardoor grotendeels. Het verhaal van die strijd is genoegzaam bekend. Minder bekend is het feit dat het gebied in drie stukken uiteen viel. De rompgebieden van de ambachten van Assenede en Boekhoute bleven trouw aan de Spaanse koning en dus katholiek. Hun bestuur lijke organisatie veranderde nauwelijks. Het rompgebiedje bij Axel en Terneuzen werd direct door de Staten van Zeeland bestuurd, meer in het bijzonder door de Gecommitteerde Raden. Samen met Biervliet werden Axel en Terneuzen De Vier Ambachten tot aan de scheiding tijdens de Tachtigjarige Oorlog De vier lokale districten Assenede, Axel, Boek houte en Hulst bleven tot aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog een eenheid vormen, on danks vaak grote problemen. De bewoners van de poldergebieden maakten menige stormvloed mee, pas ingedijkte schorren moesten tijdelijk worden verlaten en inwoners van andere gebie den konden slechts met moeite het hoofd bieden aan de natuurrampen. De meest desastreuze stormvloeden wellicht traden in 1375, 1404 en 1421 en 1424 op. Binnen een halve eeuw ging een aanzienlijk deel van het Boekhouterambacht verloren en werd Biervliet, dat ook kerkelijk tot de Vier Ambachten behoorde, een eiland. Het be- dijkingsoffensief van de twaalfde, dertiende en begin veertiende eeuw, was voorbij. Het behoud van het polderlandschap had daarna prioriteit. Terwijl in de polders een strijd tegen het na tuurgeweld werd gevoerd, raakten de veengebie den in het midden en zuiden van de Vier Am bachten langzaam maar zeker uitgeput. In de loop van de vijftiende eeuw stelde de selnering al weinig meer voor. Raffinage van baaizout (Golf van Biskaje) verving het lokaal gewonnen zout. Slechts enkele tientallen zoutpannen bij Axel, Hulst en Biervliet bleven in exploitatie. De ver graven veengebieden (meergronden) werden in langdurige pacht uitgegeven als zogeheten ’wasti- nen’. De intensieve moernering gaf aanleiding tot het graven van een uitgebreid netwerken van moervaarten, leden en brede watergangen. Via dit scheepvaartnet konden de platte binnensche pen en schuiten, de ’seuyen’ en ’pleyten’ zelfs tot in steden als Gent komen, die dicht bevolkt wa ren. Gent was deels afhankelijk van de Vier Am bachten voor koren, meekrap, vlas en andere ge wassen, alsmede voor wol en vlees. Vermoedelijk werd er ook klei voor het bakken van stenen en tegels gewonnen, al is tot nu toe alleen Stekene als centrum voor steenbakkerij bekend. In politiek-bestuurlijk opzicht voelden de Vier Ambachten de hete adem van Gent in hun nek. Enerzijds waren zij betrokken bij elk conflict tus sen de Arteveldestad met de graaf. Anderzijds konden de Vier Ambachten met vragen terecht bij de schepenen van de keure (de magistraat van Gent) of bij de in de vijftiende eeuw opgerichte Raad van Vlaanderen, indien zij bij rechtzaken of anderszins geen oplossing wisten te bewerkstelli gen. Enkele voorbeelden kunnen deze dubbele rol verduidelijken. Tijdens de opstand en woelingen onder het be wind van graaf Lodewijk van Male (1346-1384) werden nabij de parochie Ossenisse moedwillig de dijken doorgestoken. De Gentse opstand in het midden van de vijftiende eeuw bracht tussen 1450 en 1453 de Vier-Ambachten in de vuurlinie. Axel werd op 15 september 1452 in brand gesto ken, Hulst werd voor een deel verwoest, terwijl bij Assenede de korenmolens werden vernield. De burgeroorlog die zich ten tijde van Maximili- aan van Oostenrijk (1487-1494) afspeelde deed voor vele eeuwen grote delen van het ambacht van Assenede onder water verdwijnen. De Braak man breidde zich toen aanzienlijk in oostelijke Voor het vellen van een hoofdvonnis konden de schepenen van de Vier Ambachten bij de magi straat van Gent terecht. Zij gaven de vier colleges juridisch advies. Ook behartigden de ’schepenen van de keure’ de belangen van de Vier Ambach ten bij de graaf of (later) de vorst. In de standen vertegenwoordiging van het graafschap Vlaande ren (De Vier Leden) hadden de Vier Ambachten namelijk geen stem, de stad Gent als eerste lid uiteraard wel. Bij de Raad van Vlaanderen (verge lijk het Hof van Holland voor Holland en Zee land) konden de Vier Ambachten in hoger be roep gaan. Regelmatig werden tussen de bedrijven door ook raadslieden uit de Raad ge consulteerd. Conflicten tussen de partijen en zelfs tussen de ambachten zelf konden voor de Raad van Vlaanderen worden beslecht. De wisselwerking tussen Gent en de Vier Am bachten, zowel in economisch opzicht als op po litiek-bestuurlijk vlak, mag dus zeker niet als een eenrichtingverkeer worden beschouwd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1992 | | pagina 6