13
VAN DER SPOEL, EEN SCHILDER IN ZEELAND
Ad Beenhakker
Van 22 november 1992 tot 9 januari 1993 werden bij galerie 'De Hoekweide' in Wolphaartsdijk nagela
ten gouaches en tekeningen van H.M. van der Spoel (1904-1987) tentoongesteld. Voor het eerst sinds en
kele tientallen jaren was zijn werk weer te zien in de provincie, waar hij van 1931 tot 1959 heeft ge
woond en gewerkt. Ruim 25 jaar lang is Van der Spoel schilder in Zeeland geweest; een Zeeuwse
schilder is hij mooit geworden.
Van der Spoel werd op 8 oktober 1904 in Kam
pen geboren. Het tekenen zat hem blijkbaar in
het bloed. Zelf vertelde hij dat hij op 14 a 15-ja-
rige leeftijd al abstract tekende, zonder te weten
van de artistieke stromingen om hem heen. Hij
werd tot tekenleraar opgeleid aan de Rijksnor
maalschool in Amsterdam en kwam in 1931 naar
Zeeland als leraar aan de toenmalige Rijks HBS in
Goes, later het Goese Lyceum. In 1937 betrok hij
het hoefje van Adriaan Allemekinders aan de 's-
Gravenpolderseweg in de Groe onder Kloetinge,
waar hij tot 1959 met zijn vrouw, de pottenbak
ster Nel Houtman, en zijn kinderen heeft ge
woond. In 1957 werd hij benoemd tot leraar aan
de Rijksopleiding voor tekenleraren in Amster
dam, de opvolger van zijn eigen oude school.
Markante figuur
Voor ettelijke generaties Bevelandse scholieren is
de tekenleraar Van der Spoel een markante figuur
geweest. In de herinnering blijft hij voortleven als
een goedmoedige, wat gebogen man in een slob
berig bruin pak, een vaal hoedje op en met een
onafscheidelijke kromme pijp. Aan dit wat slor
dige uiterlijk zal hij ongetwijfeld zijn schoolbij-
naam 'Zak' of 'Van der Zak' te danken hebben
gehad; op zijn karakter sloeg het in elk geval
niet. Hij was een inspirerende leraar, die zijn les
gevende taak breed en modern opvatte. Naast
het nog alom gebruikelijke tekenen naar de na
tuur of naar gipsmodellen werden de leerlingen
ook aan fantasie-opdrachten gezet. Een deel van
de tijd werd aan kunstgeschiedenis besteed, wat
toentertijd nog zeer modern was. Hij kon dan ge
tuigen van zijn geestdrift voor Japanse houtsne
den, Afrikaanse sculpturen of voor Cézanne. Met
zijn leerlingen maakte hij excursies naar belang
rijke tentoonstellingen in Middelburg zoals die
van Van Gogh omstreeks 1950. Dat kon toen
nog, een Van Gogh-tentoonstelling in het Kunst
museum achter het Schuttershof. Voor de toneel
club van de school ontwierp en maakte hij de de
cors; ook trad hij als grimeur op. Zijn vertrek was
dan ook een groot verlies voor de school, al
kreeg hij in Hagenaar een waardige opvolger.
Van de kunstenaar Van der Spoel merkten
noch de leerlingen van het Goese Lyceum, noch
de overige Zeeuwen veel, al ging de mare dat
zijn huis vol met schilderijen van 'nakende wu-
ven' zou hangen. Van der Spoel hield zich zeer
bewust buiten het Zeeuwse kunstleven; aan con
tact met het wat bedompte wereldje van Zeeuwse
schilders had hij geen behoefte. Slechts éénmaal,
in 1937, heeft hij in Zeeland geëxposeerd, daarna
hield hij het voor gezien. Alleen enkele trouwe
vrienden en collega's wisten waar hij mee bezig
was.
Toch heeft hij in het Zeeuwse culturele leven
nog eenmaal furore gemaakt. De gemeentearchi
varis van Vlissingen had namelijk in het stadsar
chief de geboorteacte ontdekt van de Franse te
kenaar Constantin Guys (1802-1890), wiens vader
toen als douaneambtenaar in het door de Fransen
bezette Vlissingen gestationeerd was. Daarmee
was een einde gekomen aan de onzekerheid
over de geboorteplaats van deze voorloper van
het impressionisme. Toen Van der Spoel hiervan
hoorde, nam hij het initiatief tot een tentoonstel
ling van diens werk in Vlissingen, die in 1954
werd gehouden. Hij reisde zelf naar Parijs om de
werken uit de museumdepots te selecteren. Het
resultaat was een expositie die klonk als een
klok, en begeleid werd door een mooie catalo
gus. Het moet voor Van der Spoel een vreugde
zijn geweest om het werk van Guys, met wie hij
zich zeer verwant voelde, te tonen.
Amsterdam
Na zijn benoeming aan het Rijksinstituut voor de
Opleiding van Tekenleraren vestigde hij zich in
Amsterdam, waar hij één van de befaamde ate
lierwoningen aan de Zomerdijkstraat kon betrek
ken. Hier zat hij midden in het milieu waar hij
zich thuis voelde. In de jaren vijftig en zestig valt
ook zijn grootste expositie-activiteit. Het is duide
lijk dat hij, ondanks zijn geïsoleerde woonplaats
in Zeeland, niet vergeten was in de Nederlandse
kunstwereld. Reeds in 1938 had hij zijn eerste