104 JAN DE PRENTENKNIPPER Over één familie willen we wat meer vertellen. Deze woonde op een hofstee in Cadzand, vlak naast de molen De Kadt die in 1721 was ge bouwd en allang niet meer bestaat (Oudeland- sche Polder, 24e begin Oost van den Kerkhove). Het gaat om Abraham Brevet en zijn vrouw Jo hanna de Bruijne. Bij hen moet Jan een warm plekje hebben gehad, want hij is meermalen op het hof geweest en heeft voor verscheidene le den van het gezin heel wat prenten gemaakt. Het echtpaar Brevet was in goede doen en had tien kinderen. Wij hebben tot onze verbazing kunnen constateren dat hun hofstede door Jan minstens drie keer is afgebeeld. De prenten, die allemaal sterk op elkaar lijken, zijn bewaard door nako melingen van Abraham, Sara en Jannis-:i:-. Het zijn mooie, gedeeltelijk uitgesneden aquarellen, waarop rechts alle arbeid op het veld te zien is, in het midden de hofstee en de grote schuur met de witomzoomde mennedeuren, links de boom gaard en rechts een peppelbos met paarden en koeien. In het midden bevindt zich de moestuin met allerlei in mooie bedjes gerangschikte gewas sen, en een zonnewijzer op het kruispunt van de paadjes. Vrouwen kuisen de pannen bij de put en voeren de kippen, teiwijl twee jongetjes op het erf tollen en hoepelen op het erf. Opvallend is het gedichtje: Het land te bouwen is mijn lust Mijn hart en zinnen zijn genist Ik wei het rundervee Gelijk als Job in Cana dee. We troffen dit rijmpje op bijna alle hofsteeprenten uit deze streek aan en slechts twee keer op pren ten van Zuid-Beveland. Niemand kon onze vraag beantwoorden of het typisch Zeeuwsvlaams was, maar één van de bezitters van zo'n prent (in Hoek) had een artikeltje uit een agrarisch tijd schrift bewaard waarin een tegeltableau in een Utrechtse boerderij met dezelfde tekst wordt be schreven. Het rijmpje bleek vanaf 1800 op tegel tableaus overal in het land voor te komen, en Jan, die het wellicht ergens in een boerderij heeft gezien, heeft het gebruikt in zijn hofstedeprenten. Op de meeste van deze prenten is een negociant met stok in de hand en kast op de rug te zien. Het lijkt of Jan zichzelf heeft afgebeeld Aan zo'n prent zal Jan wel een week gewerkt hebben, en als de vrouwe lekker kookte, duurde het des te langer eer hij klaar was, en dan kon de baas wel eens zeggen: 'nou Jan, dat wordt een dure, hè?'. Afb. 4: Twee witjes van Jan de Prentenknipper voor Sara en Elizabeth Brevet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1994 | | pagina 14