VERZAMELINGEN 139 '6 Afb. 7: Caelodonta antighitobes (naar Brandt). van de hand van J.F. Brandt en van zijn mede werkers in St. Petersburg. Brandt was zoöloog en paleontoloog en maakte gebruik van een kadaver uit het ijs; een deel van de platen laat dan ook af beeldingen met huid en haar zien. Het plaatwerk met bijbehorend tekstboek was zeldzaam, en het is bepaald jammer dat het tekstboek bij het Ge nootschap ontbreekt. De platen I tot en met XXIV zijn deels met de hand ingekleurd. Mede van wege deze schitterende tekeningen vonden wij het onderwerp neushoorn indrukwekkend ge noeg om er op de jubileumexpositie belangstel ling voor te vragen. Literatuur Beima, E.M. De aarde voor den Zondvloed. 1867. Bernsen, J.J.A. The geology of the Tiglian clay and its fossil remains of Rhinoceros. Dissertatie Amsterdam 1927. Brandt, J.F. Observationes ad Rhinocerotis Tichorini Histo- riam spectantes. 1849. Dumon Tak, A.M. 'De Pleistocene zoogdieren van Zee- land'.In: Archief Koninklijk Zeeuws genootschap der Weten schappen (1974) 136-156. Guering, C. Les Rhinocerotidae (Mammalia perissodaclyla) 1980. Guering, C., J. de Vos en T. van Kolfschoten. Themanum mer neushoorns, Cranium 6 (1989) 2. Garutt, N.V. 'Abnormalities of dentition of the woolly rhi noceros Coelodonta antiquitatis' (BI. 1799).In: Proceedings of Zoological Institute AN USSR (1990) 212. Loose, H. Pleistocene Rhinocerotidae of West Europe'. Scripta Geologica 33 (1975). Poortvliet, R. Aanloop. 1993. Rutten, L.M.R, Die Diluvialen Saugetiere der Niederlande. Dissertatie Utrecht 1909. Strömer von Reichenbach. Über Rhinoceros Reste im Mu seum zu Leiden. 1899. Spiegel van de Tijd, 225jaar verzamelen door het Konink lijk Zeeuwsch Genootschap der WetenschappenCatalogus van de Jubileumtentoonstelling in het Zeeuws Museum. Middelburg 1994 Vlerk, I.M. van der en F. Florschütz. Nederland in het IJs- tijdvak. Utrecht 1950.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1994 | | pagina 53