HET NIEUWE GERECHTSGEBOUW IN MIDDELBURG
122
Hubert-Jan Henket
In 1995 zal cle nieuwe Middelburgse rechtbank in gebruik worden genomen. De redactie van Zeeland
heeft de architect. Hubert-Jan Henket, gevraagd zijn ontwerp toe te lichten. Henket bouwde eerder onder
meer het nieuwe paviljoen van Museum Boymans-van Beuningen in Rotterdam en het Gemeentehuis
van Wehl (Gelderland) en bij is verantwoordelijk voor de renovatie van het Singer Museum te Laren en
de uitbreiding van TeylersMuseum in Haarlem.
De laatste honderd jaar is er aan de gerechtsge
bouwen in Nederland weinig veranderd. De hui
dige huisvesting van de rechtbank in Middelburg,
het prachtige achtiende-eeuwse Van der Perre-
huis, is daar een sprekend voorbeeld van. Toch
zijn cle rol en cle taken van de rechterlijke macht
in die periode heel anders geworden en is de
omvang van het werk, vooral op het terrein van
de civiele rechtspraak, dramatisch toegenomen.
Bovendien worden inmiddels andere eisen aan
de veiligheid en de bedrijfsvoering gesteld. Om
deze redenen is het Ministerie van Justitie in 1989
onder de naam JR 120 een grootscheepse opera
tie begonnen ten einde 14 gerechtsgebouwen in
omvangrijke mate te renoveren, uit te breiden of
totaal te vernieuwen. Deze werkzaamheden, die
120 miljoen gulden per jaar kosten en in tien jaar
voltooid moeten zijn, worden in samenwerking
tussen het Ministerie van Justitie en de Rijksge
bouwendienst uitgevoerd - vandaar 'JR 120'. Om
dat het voor de rijksoverheid vandaag de dag
aantrekkelijker is niet zelf de financiering te ver
zorgen, is cle particuliere markt ingeschakeld en
is, ook in Middelburg, besloten om met een pro
jectontwikkelaar in zee te gaan. MBO, Maat
schappij voor Bedrijfsobjecten, een dochter van
ING, zal het gebouw volgens de normen van de
markt aan het Ministerie verhuren, terwijl tegelij
kertijd een gebouw ontstaat dat voldoet aan de
eisen die aan een gerechtsgebouw moeten wor
den gesteld.
De lok.atie
De lokatie van de nieuwe Middelburgse recht
bank is een van de mooiste en moeilijkste waar
mee wij als architecten ooit hebben gewerkt. Op
het terrein lag het oude gevangenisgebouw, dat
in 1868 werd ontworpen door Rijksbouwmeester
Metselaer. Met vereende krachten is geprobeerd
een deel van dit gebouw te handhaven, maar uit
eindelijk moest toch worden besloten het hele
complex te slopen. Het bleek onmogelijk om op
enigerlei wijze de oude hoofdingang van de ne-
gentiende-eeuwse gevangenis symbolisch te ver
enigen met een gerechtsgebouw voor de eenen
twintigste eeuw. Bovendien lag de gevangenis
binnen het krappe terrein op een zodanige plek,
dat het gebouw noch functioneel noch stede
bouwkundig goed in een nieuwe situatie was in
te passen, zodat sloop toch de beste oplossing
werd.
Het terrein is omsloten door drie gebieden met
elk een totaal verschillend karakter. Aan de
noordkant grenst het aan de Binnenhaven, waar
achter de kleinmazige oude binnenstad zich
uitstrekt, met zijn stedelijke, compacte en steen
achtige karakter, zijn gebogen straten, zijn per
ceelstructuur van telkens ongeveer vijf meter en
met zijn verticaal gerichte huizen, meestal twee
verdiepingen met kap, verticale ramen en gevels
van baksteen of pleisterwerk. De kleuren die hier
domineren zijn rood voor het baksteen en de
dakpannen, grijs voor de dakpannen en het zink,
wit voor het pleisterwerk en de kozijnen, en don
kergroen of zwart voor de ramen en deuren.
De zuidzijde van het nieuwe gebouw kijkt uit
op de grootschalige negentiende- en twintigste-
eeuwse omgeving van de stad. De strakke zake
lijkheid van het Kanaal door Walcheren, de veel
bredere straten, de overheersing van het autover
keer, het licht, de lucht en het groen bepalen
hier, met de horizontaliteit van de gebouwen, het
karakter van de stad.
Aan de oostkant van het terrein, ook langs de
Binnenhaven, liggen twee grote openbare gebou
wen van recente datum: de Zeeuwse Bibliotheek
uit de jaren '80 en het belastingkantoor, dat on
langs is opgeleverd. Beide gebouwen kennen
een veel grotere maat, schaal en massa dan de
huizen aan de overkant van het water. Bovendien
is hier van het traditionele kadepatroon afgestapt
door het profiel te verleggen, het dek zo'n drie
meter omhoog te brengen en de ruimte die daar
onder zo ontstond als deel van het gebouw te ge
bruiken: de nieuwe kadewand werd gevel. Er is
op deze plek een andere, grootschalige wereld in
de binnenstad terecht gekomen. Hoewel de
rechtbank de rij van drie langs de Binnenhaven
completeert, volgt het gerechtsgebouw de hier
voor geschetste ontwikkeling niet. Wij hebben er-