PORTRET VAN EEN WOONHUIS ten: op zichzelf stijlvol, maar niet in fraai even wicht met de versieringen rond de voordeur en de kroonlijst. Deze laatste zijn in hout uitgevoerd en imponeren door hun zeldzame kwaliteit en superieur vakmanschap (zie afb. 2). De voordeur, het zogenaamde kalf er direct boven, het bovenlicht en de daar weer boven ge beeldhouwde roofvogel zijn typerend voor deze stijl uit het midden van de achttiende eeuw. Mo gelijk mag hier gesproken worden van een vrij vroege uiting van het Louis XV omdat de orna menten nog vrij vol zijn en zwaar imponeren. Samenhang der versieringen. De Louis XV-stijl is niet alleen aan de voorgevel toegepast, maar ook duidelijk herkenbaar in de versiering van de deuren in de gang en het pla fond in de oude pronkkamer. Het is zelfs zeer waarschijnlijk dat de versieringen aan de binnen- en de buitenzijde van het huis van de hand van dezelfde ontwerper en/of maker zijn. Dit valt af te leiden uit een typerend motief, dat op vele plaatsen steeds weer terugkomt. Deze zijdelings ingedeukte ovale versiering doet het meest den ken aan een tros besjes, maar zou ook een stuk van een opengesneden granaatappel kunnen zijn. 93 Deze moeilijk benoembare versiering is terug te vinden boven op een zogenaamde rocaille. (Een rocaille is de naam voor een asymmetrische vorm afgeleid van een St. Jacobsschelp.) Een rocaille is onder andere gebruikt als bekroning van het ven ster op de eerste verdieping aan de voorgevel (zie afb. 3). De binnenzijde. Door de voordeur komt men in een monumen tale gang. Aardig is om de voordeur aan de ach terzijde te bekijken en vervolgens te proberen aan te geven waar het verschil met de voorzijde nu in zit. Ook de overige vier deuren in de gang zijn voorzien van soortgelijk houtsnijwerk van topklasse (zie afb. 4). Daarbij valt aan de boven zijde de reeds eerder genoemde, moeilijk be noembare, besjesachtige versiering weer op. De zesde deur, achter in de gang, is iets eenvoudiger bewerkt. Afb. 4: Eén van de vijf rijk bewerkte deuren in de gang. Afb. 3: Detail voorgevel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 15