110 ARCHEOLOGICA ZELANDICA Afb. 2: Overzicht van cle opgegraven funderingen. Naar Renaud (1956). Legenda A. Poortgebouw van voorburcht, in de Franse tijd gesloopt. B. Noord- en oostvleugel van de voorburcht met perso- neelswoningen, stallen en werkplaatsen. C. Binnengracht. D. Ingangszijde hoofdburcht, met valbrug. E. Binnenplaats hoofdburcht. F. Arsenaal? G. Wenteltrap (zie afb. 1). H. Regenwaterputten. I. Kapel. J. Muurwerk 1300 (voorhof torenberg?). K. Locatie torenberg. L. Locatie toemooiveld. wekkend kasteelcomplex2. In eerste instantie moet Sandenburgh het karakter hebben gehad van een grote versterkte hofstede, het middelpunt van het heerlijk bezit, de administratie en het be stuur met daarnaast enige betekenis als militair bolwerk. In tijden van onrust vonden de lokale boeren er met hun vee een wijkplaats, in ruil voor te leveren (krijgs-)diensten of goederen. Bij de opgravingen in 1955 kwamen muurres- ten aan het licht die te dateren waren omstreek: 1300. Hoewel door de opgraver zelf wordt be twijfeld of Sandenburgh veel vroeger dan ca. 1280 ontstaan kan zijn3, is het goed mogelijk dai reeds vrij kort na de overdracht van het ambacht Zandijk aan het geslacht van Borselen om psy chologische en economische redenen een presti gieus bouwwerk is neergezet; mogelijk is toen de houten kasteeltoren vervangen door een van bak steen. Gezien de locatie van het oudste muur werk is het goed voor te stellen dat deze funde ringen tot een onderdeel van cle (latere) voorhof bij de torenberg hebben behoord. In de directe omgeving zullen de nodige hofsteden hebben ge staan4. Voor een 'echt' kasteel met een gracht is het dan voor Zeeland inderdaad nog te vroeg3. Oudste vermelding van Sandenburgh en bloeitijd De eerste beschrijving van de versterking van de Van Borselens en de havenbuurt aan de monding van de Veerse watergang (het latere Veere) die zij tot hun beschikking hadden, kennen we uit een charter uit 1282. Sandenburgh wordt daarin als volgt beschreven: ende daer toe die veste ende die woninghe, die wi hebben int ambocht van Zandijc, ende die boemgarde, ende alle die erfnesse die wi hebben ligghende binnen dien utersten oevere van der uterster gracht ...'6. Veel heren van Veere en Sandenburgh hebben bijgedragen aan de bloei en luister van het kas teel. Even na het midden van de vijftiende eeuw heeft het slot zijn grootste bloeitijd gekend. Ten tijde van het huwelijk tussen Wolfert VI van Bor selen en Mary Stuart, dochter van de Schotse ko ning, in 1444, achtte men de tijd rijp voor een grondige herbouw en uitbreiding van het kasteel. Het is dit Sandenburgh dat we door de opgravin gen in zijn grondslagen hebben leren kennen. Niet lang daarna ging het bergafwaarts met het kasteel. In 1505 bij voorbeeld ging een groot ge deelte door brand verloren. Ofschoon het ver woeste deel werd herbouwd, kreeg het gebouw niet meer die luister terug, die het voor de brand bezat. Verval en herontdekking In de zestiende eeuw woonden op het terrein le den uit het huis Van Bourgondië. De uiterlijke staat waarin zij leefden, de functies die zij be kleedden en de contacten die zij met de groten der aarde onderhielden zijn indrukwekkend7, maar financieel gezien ging het de familie niet voor de wind. De stad Veere bevond zich tegen het midden van de zestiende eeuw op het top punt van haar ontwikkeling, maar de bloeitijd van Sandenburgh was voorbij. Gelukkig is vlak

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 36