ZRCHEOLOGICA ZELANDICA
111
óór de teloorgang het kasteel nog tamelijk gede
tailleerd vastgelegd op een tweetal kaarten uit ca.
L 550. Voorburcht, kapel en westgevel, (die bij de
opgravingen van 1955 verborgen bleef) zijn 'naaV
het leven' getekend op het Panorama van Wal
cheren van Antoon van den Wijngaerde. Te on
derscheiden zijn hoek- en muurtorens en een
weergang. Jacob van Deventer tekende hoofdge
bouw, voorburcht, kapel en toernooiveld. Op
beide kaarten komt de torenberg (het restant dus
an het 'oer'-Sandenburgh), die in 1551 zeker
nog intact moet zijn geweest, niet voor. Reygers-
bergh, in die tijd zelf inwoner van Veere, schrijft:
beneffens der oude zalen van Zandenburgh siet
nen noch huydendaechs eenen hooghen Zandt-
bergh ligghende'b
In 1558 stierf Maximiliaan van Bourgondië kin
derloos en liet een volslagen failliete boedel na.
Na de dood van de laatste bewoonster, Louise
van Croy, weduwe van Maximiliaan van Bour
gondië, werd de onttakeling van Sandenburgh ter
hand genomen. In 1572 waren er Franse soldaten
gelegerd, die het toch al vervallen kasteel nog
eens uitwoonden. In het Veerse Oranjebastion
'aangelegd in 1585) werden vervolgens stenen
verwerkt van zowel de kasteelruïne als het ver
vallen schip van de kerk van Zandijk. Dergelijke
ruïnes vormden onoverzichtelijke obstakels die
liet best tot de grond toe konden worden afge
broken.
'In den jaare 1679 heeft de Heer Kornelis Kien,
Burgemeester der Stad Veere, een kundig bemin
naar van Oudheden, de grondslagen van 't kas
teel Zandenburg doen bloot leggen en door den
Wiskonstenaar Isaac Hildernisse den blooten
grond doen uittekenen'9. De originele tekeningen
van deze Hildernisse zijn niet bewaard gebleven.
Wel zijn er uit verschillende tijden kopieën van
rijn werk bekend. Deze tekeningen komen niet
overeen met de opmetingen van het archeologi
sche onderzoek uit 1955: daarvoor zijn ze te strak
en te schematisch. Ze zijn te beschouwen als een
schema, waarin een zestal elementen voorkomt:
oorburcht, hoofdburcht, 'antieke' motte, kapel,
ringmuur en grachtensysteem1". Van Ermerins, die
aan het eind van de achttiende eeuw secretaris
an Veere was, weten we hoe het kasteel er in
zijn tijd bij gelegen heeft. De berg was toen ge
heel verdwenen en de grachten gedempt; wat
nog overeind stond, waren - naast een hoop ste
nen - twee wachttorens en de oostelijke poort
an de voorburcht (tot woningen voor landarbei
dersgezinnen ingericht)11.
Adriaan Bommenee, stadsbouwmeester van
Veere, schreef in de achttiende eeuw over deze
restanten: 'Ik heb met veel oplettendheyd nage
zien de 2 overgebleeven thoorns van de geweese
oorpoort, die gestaan heeft voor 't vernietight en
gedemoljeert casteel Sandenburgh, die gebout
sijn ontrent den jaare 1300, soodat heeden nu
Afb. 3: Zei. 111. II 1126; Reconstructie naar de opmetingen
van Hildernisse. Uit: Tirion (1751).
aan de steenen nog niets en komt te manqueren,
alsof et maar een maand of jaar gemaakt waar"2.
Inmiddels was er al in 1701 door Arnoldus
Rijck op het terrein een stijfselmakerij ('een be-
quame plaats te wesen ter saake aldaar met het
uijtdelven der oude vesten genoughsaam water
konnen bekomen') en varkensmesterij ('op de
grondt die meest steen is') gevestigd. Natuurlijk
niet toevallig op deze plek: Rijck moet de gele
genheid te baat hebben genomen zich ter plekke
bouwmateriaal te verschaffen. Na de familie Rijck
kwam de stijfselfabriek in handen van een zekere
Jan Lemkens, die in 1719 onenigheid kreeg met
de rentmeester omdat hij systematisch de restan
ten van de kasteelberg aan het afgraven was. De
rentmeester wendde zich, als een 'monumenten-
zorger' avant la lettre, ten slotte tot de notaris:
Jan Lemkens, om als ervpagter te gebruijken
als regt is, en in geenen deele om den grond al
daar te deterioreren, veel min in 't geheel of ten
deele weg te voeren of laten voeren Of het
aan Lemkens te wijten is, weten we niet, maar
van de berg van Sandenburgh staat nu niets meer
overeind13.
Aan het begin van de negentiende eeuw on
derging de vesting Veere een metamorfose, om
dat keizer Napoleon de verdediging van de
Schelde op peil wilde brengen. In het jaar 1812
werd Veere daartoe van een nieuwe omwalling
voorzien en het talud van een nieuwe gracht
werd dwars door de voorpoort van het kasteel
geprojecteerd. Op Frans kaartmateriaal uit die tijd
is nog steeds in de percelering en het slotenstel
sel de voormalige aanleg te herkennen. In 1812
werden echter de resterende bouwwerken, te
weten het poortgebouw, door Franse soldaten
opgeblazen. Eenzelfde lot trof de toren van Zan
dijk.
In 1944 heeft een inundatiekreek de oorspron
kelijke westelijke buitengracht van het kasteel in
haar bedding opgenomen, maar door de terugke-