114 VERZAMELING Afb. 3: Jan Arends, 'Hel Huis op OOST CAP- PELLE van voren, te zien uit de de groote Dreef. lüc-S lit, »j, DOST t tl'PiXLIi 7. it'll tut tri'tl i t :t' fi 10.500,- aangekocht door mr. Willem le Sage (1646-1721). Door de ruil van een perceel met de diakonie voor een ander stuk grond in het dorp verkreeg Le Sage een aaneengesloten stuk grond om daar 'een seer prachtig en kostelijk huys' te bouwen2. Dit stuk grond werd aan één zijde be grensd door de nu nog bestaande dorpskerk. In Smallegange's Kroniek van Zeeland werd een prent opgenomen van 'De Ambachts-Heerlyk- heyt/Dorp en Heeren-Huys van Oost-Cappelle' waarop het Huis en de tuin duidelijk zichtbaar zijn. Het Huis had toen een classicistische gevel met fronton en balkon. Deze gevel was nog on veranderd op twee, op 1745 gedateerde etsen van Hendrik Spilman (1721-1784), die gemaakt waren naar voorbeeld van Cornelis Pronk (1691- 1759) voor het 'Kabinet van Nederlandsche Ge zichten'. In 1727 overleed de weduwe van Le Sage, Afb. 4: Jan Arends, 'Het Plein en de groote Dreef op OOST CAPPELLE. te zien voor uit het Huis'. Agnes de Vroe (geboren 1648), en werden de heerlijkheid en het Huis te Oostkapelle verkocht aan mr. Johan Gualtherus van der Poort (1713- 1784) die daarmee heer van Oostkapelle werd. Op 28 november 1748 stuurde de Antwerpse ar chitect Jan Pieter van Baurscheit (1699-1768) de Middelburgse stadsarchitect J. de Munck zijn plannen voor 'het nieuw te maecken Huys van Mijn Heer van der Poort' met het verzoek deze aan het echtpaar Van der Poort te overhandigen. Daarna werd - volgens de nog bewaarde reke ningen van 1749 tot 1756 - aan het nieuwe huis en de nieuw aan te leggen tuin gewerkt. Mede werkers waren onder anderen de 'beeldensnijder' Hendrik van Diest, de 'plakker' Johan Anthony Gioveny, de kamerbehanger Abraham Boude- wijnsen en de Antwerpse basreliëfsnijder Marti- nus Josephus Geeraerts. Enige tijd na de dood van de weduwe van Jo han van der Poort, Johanna Susanna van der Mandere (1714-1793), werd op 15 oktober 1793 door de notaris Van der Heyden Sinclair een in ventarislijst van het huis opgesteld. Daaruit blijkt dat het ten minste twee benedengalerijen, een bovengalerij, een grote kamer, een 'Chitse kamer' (een kamer waarvan de wanden met sits, nu ge noemd chintz, zijn bespannen), een blauwe ka mer, een groene kamer, een rode kamer, een eet kamer, een dessertkamer, een kabinetje, een 'Pourtraittekamertje', een kinderkamertje en be diendenkamers omvatte. Sommige vertrekken waren luxueus ingericht en met spiegels, behan- gels en schoorsteenstukken gedecoreerd. Zoals bij een dergelijk huis kan worden verwacht, om vatte de tuin onder meer een orangerie, een plantage, een bos, een 'Speelhoff', meerdere vij vers en een Chinese tempel. De tuin was gedeco-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 40