DAVID VAN DE KOP
83
Afb. 2: Zonder titel, gemaakt van gebakken klei en geniet, 1994. Spektrum, Voorhout. D.
recht, Amsterdam.
c/o Beeld
den, een beeldende ingreep in de directe omge
ving van het werk. Die omgeving is tegelijkertijd
van invloed op het beeld. Om de ruimtelijkheid
van het beeld zelf te bereiken, maakte hij gebruik
van combinaties of van stapelingen van zelfstan
dige onderdelen. Die zelfstandige onderdelen
moesten niet alleen onderlinge samenhang heb
ben. maar als geheel ook weer een relatie aan
gaan met de omgeving. Deze uitgangspunten is
hij in zijn hele twee- en driedimensionale oeuvre
blijven toepassen.
Omstreeks 1985 deden de eerste meer figura
tieve vormen hun intrede, een serie met 'Baad
sters' en 'Zwemmers'. Een paar jaar later begon
Van de Kop grote series beelden te maken, zowel
in hout, keramiek als brons, en aquarellen waar
bij de Griekse en Romeinse mythologie uitgangs
punt was. Danae, Eoos, Dionysos, Paris, Europa
en Leda begonnen in zijn werk op te duiken. Op
deze manier zocht Van de Kop aansluiting bij de
traditie van de overgeleverde mythen, waarin de
eeuwenoude relatie tussen de mens en zijn om
geving centraal staan. Zijn fascinatie hierdoor
staat in direct verband met zijn verbondenheid
met zijn geliefde Zeeuwse omgeving.
Van de Kop is tegelijkertijd steeds blijven zoe
ken naar nieuwe technieken die hij in zijn werk
zou kunnen toepassen. Na het zien van een ten
toonstelling van oude Koreaanse keramiek raakte
hij bij voorbeeld geboeid door de kleur en het
mystieke karakter van het zogeheten celadongla-
zuur, een verfijnde techniek die rond de twaalfde
eeuw in China en Korea zijn hoogtepunt be
reikte. Na een paar jaar experimenteren wist hij
hiermee tot zijn grote geluk, maar pas vlak voor
zijn dood, eindelijk goede resultaten te bereiken.
Sinds 1968 heeft Van de Kop meer dan 35 kunst
werken in opdracht gemaakt. Hiertoe behoort
een serie grote keramische sculpturen die in 1987
op het Smakkelaarsveld in Utrecht, in de omge
ving van het Centraal Station, werden geplaatst.